woensdag 29 juni 2011

YouTube als nieuwsmedium

Gisteren zou de pleuris uitbreken in Nederland. Noodweer was voorspeld en de NS had al meteen aan aangepast reisschema uit de kast gehaald. We waren er op voorbereid. Zoals meestal als iets groots de pers ingaat: het viel een beetje tegen. Niet voor de mensen die er werkelijk schade door hebben opgelopen in materiële zin, want die zijn er, maar in het algemeen. Eigenlijk is dat natuurlijk goed nieuws.

Ik was ook voorbereid en had mijn Flip al in de aanslag toen in Udenhout de donkere wolken zich begonnen samen te pakken. Een vroege inval van de schemer voorspelde niet veel goeds. Ik heb wat beelden geschoten van het weer, de regenbuien, de hagelsteentjes, de windvlagen, de donder en bliksem. Spectaculair, dat wel.

Zelf zoek ik regelmatig naar filmpjes met name over het weer, als het ergens huis heeft gehouden. In binnen- en buitenland. Die vind je altijd. Nu heb ik zelf ondervonden hoe snel mensen op zoek gaan naar beeldmateriaal. Mijn filmpje dat ik gistereavond online heb geplaats is nu al bijna 1100 keer bekeken. Alleen de krokante kipreepjes zijn vaker bekeken, maar die staat dat ook al anderhalf jaar online.

YouTube als nieuwsmedium, dat blijkt te werken. En zo ben ik dan toch één keer een burgerjournalist geweest.

donderdag 23 juni 2011

De begraafplaats van Praag - Umberto Eco

Dit boek, het is gewoon niet anders, vond ik errug saai! Ik heb het wel uitgelezen. Het lag toch op mijn nachtkastje en soms is lezen fijn voor ik mijn ogen dicht doe.
Het gegeven (wat was dat eigenlijk?) kon me helemaal niet pakken of intrigeren. De personages waren niet interessant, de periode is niet zo interessant en de stijl van schrijven sprak me ook niet erg aan. Ik weet het, ik sta er waarschijnlijk alleen in want ik lees verder alleen maar hoe ontzettend goed het boek is en interessant en goed uitgewerkt. De doorgewinterde literatoren en recensenten krijgen er geen genoeg van. Ik zag Eco een tijdje terug in het programma Boeken met Brands. Dat had een waarschuwing moeten zijn want ik heb het interview niet afgekeken. Saai. En dit boek, het is niet voor mij geschreven.

Dus als je geld aan een boek uit wilt geven raad ik je ten zeerste af om dit boek te kopen.

dinsdag 21 juni 2011

Een nieuwe volger op twitter

Het gebeurt niet dagelijks, maar met enige regelmaat melden zich nieuwe volgers voor mijn twitteraccount. In de meeste gevallen allerlei organisaties die ik heel selectief terugvolg, in veel minder gevallen gewoon mensen waarvoor hetzelfde geldt. Een flink aantal verlaat mij ook weer net zo makkelijk als blijkt dat ik niet terugvolg.

Vandaag was er opnieuw een aanvulling op mijn volgerslijst: @GebrvanLimburg. Nou weet ik toevallig dat die al enkele eeuwen dood zijn. Bijna 600 jaar om precies te zijn. Dus dat triggerde mijn nieuwsgierigheid.

In 2005 bezocht ik de fantastische tentoonstelling over hun schilderwerk. De restauratie van het prachtige Les Belles Heures was de reden dat bij hoge uitzondering de miniaturen in Nijmegen waren om daarna terug te keren naar hun eigenaar (Metropolitan Museum of Art) in New York om nooit meer uitgeleend te worden. De restauratie maakte het mogelijk om de bladen los te tonen, uit de band. Daardoor kon ik 10 afzonderlijke bladen zien met maar liefst 17 vroeg 15de eeuwse miniaturen. Het was een adembenemend mooie tentoonstelling. Er was aandacht voor het maken van inkt in de middeleeuwen, er mocht maar een beperkte groep per keer naar binnen om de manuscripten en tekeningen niet aan te tasten. Alle reden om met enige opwinding naar binnen te gaan op het toegewezen uur.

Nu zijn de gebroeders op Twitter en kondigen alvast het weekend eind augustus 2011 aan wanneer het Gebroeders van Limburg Festival plaatsvindt. Muziek, een middeleeuwse markt, re-enacters: het belooft een spektakel te worden. Ik ga in mijn agenda eens een aantekening maken dat er dan iets in Nijmegen te doen is.
Slimme promotie van de gebroeders om mij toe te voegen. Ik ben geïnteresseerd en door deze blogpost komen weer meer mensen te weten dat het festival plaats gaat vinden, en wanneer. Bovendien volg ik ze terug.



maandag 20 juni 2011

Mooie zinnen (11) - Jethro Tull - Minstrel in the Gallery

Minstrel in the Gallery is het titelnummer van de gelijknamige LP van Jethro Tull die in 1975 verscheen. Het jaar voordat ik Tull "ontdekte". Het is een prachtige LP met stuk voor stuk juweeltjes van nummers. De typisch Tulliaanse wisselingen in tempo en dynamiek, tussen acoustisch en snoeihard, het komt er allemaal op voor. De korte nummers, Grace, en de lange zoals Baker Street Muse.

De titelsong gaat over een performer, een minstreel in dit geval, die zijn publiek observeert. Het zijn niet de meest charmante observaties die hij daarbij te berde brengt. Bij het optreden van een minstreel ging niet perse om de mooie zang, maar eerder om de amusementswaarde. Hij geeft zijn gehoor dan ook een enorme veeg uit de pan. Uiteindelijk moet echter de minstreel erkennen dat hij niet zoveel verschilt van zijn publiek.
Voor de tekst moet je hier zijn. Ik kies er geen regel uit, prachtig woordgebruik.

Minstrel in the Gallery speelden ze jarenlang tijdens hun concerten waarbij met name de heerlijke tussenstuk met  gitaar de bezoekers tevreden stelde. Ik kwam gisteren toevallig een video tegen uit 1975 waar dit nummer dus voor het eerst in het concert voorkwam. In kleur, van prima kwaliteit. Alleen is het geluid van een ander concert. Dat zie je vaker dat de diehard fans bij een film zonder geluid, of met geluidskwaliteit van bedenkelijk niveau, er gewoon een opname onderleggen uit dezelfde concertserie, zo kort mogelijk bij de datum waarop het beeld is geschoten. Koesteren die jongens! Dat tussenstuk zit hier trouwens niet in, maar dat kun je wel op de LP-versie beluisteren.

Ik ben zo vrij geweest om alleen Minstrel in the Gallery er uit te plukken en de overige footage te laten voor wat het is. Die kun je desgewenst hier integraal zien.

Veel vrouwelijke Tullfans raakten niet uitgepraat over Ian Anderson en zijn imposante cod piece!

zondag 19 juni 2011

Bommels Konte = wie houdt wie voor de gek?

Gisteren op de Dag van Zijnen heb ik een deel van de dag uitleg gegeven over het gebruik van de kaartenviewer. Dat uitleg geven kostte weinig tijd, de vragen en gesprekken die de Kaart van Zijnen uitlokte des te meer. Geweldig om zoveel reacties te krijgen op een object met hoge informatiewaarde én emotionele waarde. Een heel waardevolle dag omdat mensen informatie deelden met mij en met elkaar over de kaart van Diederik Zijnen.

Eén van de intrigerende toponiemen op de kaart is Bommels Konte. Voor mij, geboren Tilburger, een totaal onbekende naam. Een heel jonge bezoekster vroeg mij om Bommels Konte eens te laten zien op de kaart. Onmiddellijk ontstond er discussie onder de aanwezigen. De strekking was dat Bommels Konte door ouders werd gebruikt om hun kinderen te antwoorden op vragen waar ze geen antwoord op wilden geven. Waar gaan we naar toe: "Naar Bommels Konte". Zelfs buiten Tilburg was dat een gevleugelde uitdrukking. In Goedgetòld (diksjenèèr van de Tilbörgse taol) komt het woord niet voor. Vanmorgen maar eens de grote vraagbaak Google om raad gevraagd. Daar bleek Bommelskonte (aan elkaar) een heleboel hits op te leveren.  Dat was interessant!

Het bleek dat in 2009 het woord bommelskonte deel uitmaakte van het groot Dictee der Nederlandse Taal. Gerrit Komrij had dat dictee geschreven. Het woord veroorzaakte nogal wat reuring omdat bijna niemand het kende. Komrij kende het in de betekenis zoals ik hiervoor noemde. Verder zijn er diverse bedrijven die Bommelskonte als naam of in hun naam hebben gekozen (meestal bezig met financiën, hmm), sportverenigingen en er is veel discussie terug te vinden over het woord in het Groot Dictee. De Tilburgse website Cubra geeft het Bommelskonte aandacht in een artikel van Pierre van Beek. Het Geheugen van Tilburg herbergt ook twee (1 en 2) verhalen waarin Bommelskonte een rol speelt.

In Wikipedia is een lemma gewijd aan bommerskonten, een Vlaams woord dat dezelfde connotatie heeft als de Nederlandse variant. Dat lemma heb ik meteen aangevuld, met een link naar de kaart van Zijnen. Hopelijk blijft die overeind...
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft wat meer informatie over het ontstaan en de betekenis van het woord en hoe het gebruikt werd. Er zijn wel veel vraagtekens geplaatst bij dit lemma dat al in 1893 is geschreven:
Waarschijnlijk mag men ditzelfde woord ook zoeken in de zegswijze: Hij gaat naar Bommelskonten, drie uren boven de hel, waar de honden met het gat blaffen (harreb. 1, 75 b [1858]), naar het schijnt zooveel als: hij steekt zich in eene netelige zaak, gaat zijn verderf te gemoet. Vergelijkt men hiermede benamingen van plaatsen als Duivelsaars (staring 2, 204 [1836]), nobisgat (”Orcus, orci culus”, kil.[1599]), daemonis cunnus, opening tusschen de steenen van een hunebed (v. d. berghWdb. d. Ned. Myth. 34 ) en voorts de bij woeste opBolœrs genoemde plaatsnamen, dan wordt het niet onwaarschijnlijk dat met Bommelskonten eigenlijk bedoeld zou zijn: de ingang der onderwereld, later in 't algemeen: eene plaats waar 't niet pluis is, en waarheen men iemand verwenscht; verg. loop naar den duivel en —naar de Mookerheide. Eene dergelijke verwensching is althans blijkbaar bedoeld in de volgende plaats (het daar genoemde duistereboksdehoe komt ook voor bij duimMengelz. 190 ). Wie weet of jy 't misschien noch vont, Je bent doch vaardig om te ryzen, Trek metter haast na bommelskont: En zo je 't daar niet vind, … Zo reis van daar na boksdehoe; En dan, bruy voor den droes op marken, v. rusting 1, 150.
Als verzwakte opvattingen zouden dan te beschouwen zijn het gebruik van Hij is naar Bommelskonten als benaming voor: heimelijk schoolverzuim (o.a. te Amsterdam, zie Navorscher 13, 24 en verg. bij BOMMELEN, II), en als ”afjacht” in antwoord op eene vraag: waar gaat ge heen, zooveel als: dat gaat je niet aan. 
Duivelsaars... Dan klinkt Bommels Konte een stuk vriendelijker en minder serieus.

Volgens Wikipedia is de Nederlandse dichter Salomon van Rusting de bedenker van Bommelskonte. Hij gebruikte het in één van zijn gedichten.

Resteert de vraag: waarom staat die naam op de kaart van Diederik Zijnen? Hebben de Tilburgers Zijnen voor de gek gehouden? Wilden ze die rare snoeshaan met zijn kettingen of linten die in opdracht van hun Heer de heerlijkheid in kaart bracht wat op de mouw spelden? Hebben ze hem verteld dat die naam daar echt thuishoort en heeft Zijnen dat voetstoots aangenomen? Als je maar met genoeg mensen iets als waarheid verkondigt dan zal een buitenstaander, helemaal niet bekend met de lokale toponiemen, dat voor waar gaan aannemen.
Het kan ook zijn dat Zijnen zelf de grappenmaker is en de Tilburgers, en zijn opdrachtgever Gijsbert Steenbergensis, heeft opgezadeld met een naam op de kaart die in de verre omstreken bekend was als fictieve plaats.
Een andere mogelijkheid is dat Gijsbert van Hogendorp zelf met het idee kwam. Als de kaart van de heerlijkheid Tilburg en Goirle als conversatiestuk (volgens Hans van Dijk een schilderij dat diende als gespreksonderwerp) bedoeld was, om kort na binnenkomst met de bezoekers van het kasteel aan de praat te raken, en het gebruik van het woord Bommelskonte was behoorlijk wijd verspreid, dan was de ontdekking van dat woord op de kaart (al dan niet na hints van de gastheer) voor de bezoekers ongetwijfeld een moment van grote hilariteit.

Hoe dan ook: Bommels Konte staat op de orginele kaart van Diederik Zijnen uit 1760. Waarom, dat zal altijd wel een raadsel blijven. Maar niemand kan meer straffeloos die uitdrukking gebruiken: er is een plek waarnaar je kunt wijzen als iemand de naam Bommels Konte (of bommelskonte) laat vallen!

dinsdag 14 juni 2011

Over 't Kasteel - 250 jaar Kasteel De Strijdhoef 1761-2011

Ik heb er tot op heden geen gewoonte van gemaakt om boeken waar ik aan meegewerkt heb, hier te vermelden. Voor dit boek wil ik een uitzondering maken. Het is het eerste boek in deze serie dat in full color is gedrukt. Dat geeft het toch wel een heel bijzondere extra schoonheid. De pagina's spreken meer tot de verbeelding hoe stom dat ook klinkt.

Het is bovendien het 15de boek in de grote serie dat het schrijversteam van Heemcentrum 't Schoor heeft geschreven en uitgegeven. Een prachtige serie boeken over het dorp Udenhout. Zoveel geïllustreerde pagina's zijn er maar over weinig plaatsen in Nederland geschreven. Dan zwijg ik nog over de serie kleine boeken (inmiddels ook al 5 in getal) en de jaarboeken waarvan in maart 2011 het 8ste deel verscheen. Daarin heb ik elk jaar tot nu toe een artikel geschreven. Ik maak sinds 1995 maak ik deel uit van het schrijversteam. Ik heb de eerste twee boeken "gemist".

Een beetje weemoedig ben ik wel omdat mijn werk me eigenlijk niet toestaat nog veel aan dit schrijven te besteden. Dat wil zeggen: ik moet me beperken tot een boek dat in 2017 gaat verschijnen en waarvoor nog heel veel werk verzet moet worden: bronnenmateriaal lezen, transcriberen en verwerken.
Er staan geen grote boeken meer op het programma tot 2015. Daar lever ik nog een kleine bijdrage aan en het redactiewerk blijf ik doen. Meelezen van de eindteksten is altijd noodzakelijk en hoe meer mensen meelezen, des te beter wordt het eindresultaat. Artikelen voor het jaarboek komen er ook niet, behalve voor het jubileum in 2013 als het 10de exemplaar verschijnt.

Het was een bijzondere presentatie op het voorplein van Kasteel De Strijdhoef, met ruim 200 genodigden, de kasteelheer en vroegere bewoners van het kasteel. In die prachtige omgeving, in de open lucht, die regen beloofde maar gelukkig bewaarde tot later op de dag, vond de presentatie plaats. Het eerste exemplaar is aangeboden aan de kasteelheer Arthur Leijten die ons vele maanden lang toeliet in zijn woning en zijn archief dat we rustig mochten doorwroeten op zoek naar wetenswaardigheden en afbeeldingen die we konden gebruiken.
Dat archief verdient overigens wel een betere plaats dan de kast waar het zich nu in bevindt. Regionaal Archief Tilburg zou een mooie plek zijn om het kasteelarchief te bewaren. :)
De Kasteelfeesten in het Pinksterweekend waren een groot succes. Mooi dat die omlijsting de presentatie van ons boek extra cachet gaf.

maandag 13 juni 2011

Een simpele kijk op het huidige beleid - krimp

Sinds een paar dagen ben ik lid van de (gemodereerde) LinkedIn groep over krimp.
Ik leef in de stellige overtuiging dat we het denken over groei los moeten laten en ons terdege moeten gaan realiseren dat de bevolking van ons land en daarmee ook de productiviteit, de binnenlandse markt etc. gaat krimpen. Dat is in sommige regio's van ons land nu al voelbaar, maar binnen afzienbare tijd is dat in ons hele land te merken. Met name het productieve deel van de Nederlandse bevolking gaat dalen.
Is dat erg? Ik vind van niet. Het neemt een heleboel druk van de ketel. Een grote groep uitstromers en een kleine groep instromers op de arbeidsmartk kun je als probleem zien, maar ik zie het vooral als een garantie dat de werkeloosheid eerder een dalende tendens zal hebben dan een stijgende. De druk op de woningmarkt neemt af. Je ziet dat nu al in verhevigde mate omdat we ook leven met een systeem dat dure huizenprijzen in stand houdt: de hypotheekrenteaftrek. Die tendens zal niet veranderen hoe graag de bouwheren en onroerend goed magnaten dat ook willen. Simpel demografisch inzicht leert dat we gaan krimpen. Daarnaast leven we ook nog in een politieke realiteit die immigratie tegen wil gaan. Kortom, het effect versterkt alleen maar.

Wat mij nu in hoge mate verbaast, los van alle retoriek rondom wel of niet bezuinigen, is het volgende. Dit liberale kabinet wil ons richting het model van de Verenigde Staten duwen. Ieder voor zich, God voor ons allen en de staat voor wie daar buiten valt. Zo las ik vandaag in NRC dat (geestelijke) zorg in toenemende mate terug moet naar de sociale omgeving van patiënten. Prachtig streven. Tegelijkertijd hebben we te maken, zoals ik hiervoor al betoogde, met een krimpende beroepsbevolking en voorlopig een stijgend aantal ouderen en daarmee groeiend aantal hulpbehoevenden. Mijn redenatie zou dan zijn: die kleinere groep arbeidsproductieven, die moet ik zoveel mogelijk tegemoet komen zodat ze optimaal kunnen werken en productief zijn. Dus kinderopvang en zorg moet ik niet bij hen op het bordje gaan leggen, maar juist bij hen weghouden.

Met de gunstige economische vooruitzichten van nu is het volgens mij ook duidelijk geworden dat dit kabinet deze maatregelen sowieso wil uitvoeren uit ideologisch oogpunt. De directe economische aanleiding om ingrijpend te bezuinigen krimpt namelijk eveneens.

De Hartlappen van Ton & Tonnie

Ton & Tonnie zijn muzikanten uit ons eigen Udenhout die een feest nog wat meer feest laten zijn. Entertainment op de vierkante meter, in your face, geen ontkomen aan. Je moet er tegen kunnen, je moet er van houden, je moet er voor open staan. Geen smartlappen maar hartlappen.

Helaas werd er bij de kasteelfeesten op het terrein van het Udenhoutse kasteel De Strijdhoef veel door de PA gepraat wat de opnames geen goed heeft gedaan. Toch geeft deze korte impressie wel een beeld van wat Ton & Tonnie kunnen bieden.



PS: ik heb geen financieel belang bij het welvaren van Ton & Tonnie ;)

zondag 12 juni 2011

Stellingen bij een proefschrift over archieven

Afgelopen donderdag 9 juni was ik aanwezig, en met mij meerdere collega-archivarissen, bij de promotie van Hein Vera in de aula van de Radboud Universiteit  Nijmegen.
Zijn proefschrift is getiteld: ... dat men het goed van den ongeboornen niet mag verkoopen. Gemene gronden in de Meierij van Den Bosch tussen hertog en hertgang 1000-2000. Jarenlang onderzoek in diverse Brabantse archieven hebben de basis voor deze promotie gelegd. Vandaar de aanwezigheid van veel collega's en ook studiezaalbezoekers bij zijn promotie.

Ik heb Hein ooit leren kennen toen hij nog werkzaam was bij het Gemeentearchief Utrecht en zich bezig hield met het digitaliseren van de toegangen op de notarisakten en het scannen van de originelen. Een vroege digitaliseerder dus. Nu werkt hij bij de gemeente Dongen waar ik hem enkele maanden geleden tegenkwam. Tussendoor kwam ik hem bij gelegenheid tegen, vooral op de zaterdagmorgen in het BHIC.

Bij zijn promotieonderzoek wilde Hein vooral de bronnen laten spreken. Niet teveel vasthouden aan modellen en bestaande theorieën, maar op zoek gaan naar feiten en feitjes en daaruit (nieuwe) conclusies smeden.
Voor mij als archivaris klinkt dat als muziek in de oren. Daar zijn wij archivarissen voor: om de bronnen te laten spreken door de mond van de onderzoeker.
Hij kreeg zonder uitzondering van al zijn opponenten een compliment voor zijn uitputtende bronnenonderzoek. Tijdrovend, dat zeker, maar het levert vaak nieuwe inzichten op.

Zijn proefschrift, daar ga ik verder niet op in. Dan zou ik het eerst moeten lezen, en vooral begrijpen :) Maar enkele van de stellingen bij zijn proefschrift zijn opmerkelijk en hebben betrekking op archieven en het digitaliseren van bronnen. Ook het automatiseringsbeleid van de overheid komt daarin ter sprake. Een gebruiker (en werknemer) van archieven (en gemeente) aan het woord, dat is altijd interessant en moet leerzaam voor ons zijn.

De betreffende stellingen luiden als volgt:

10. Door het gebrek aan strakke standaardisering van de processen van de lokale overheden zijn de inrichtings- en onderhoudskosten van standaardapplicaties onnodig hoog.

11. De kosten van digitale dienstverlening door middelgrote gemeenten zijn momenteel nog vele malen hoger van die van analoog verstrekte producten. Deze kosten wegen nog niet op tegen het voordeel voor de individuele burger. Ze worden bovendien via de achterdeur op dezelfde burger verhaald.

12. De invloed van het Internet kan schadelijk zijn voor historisch onderzoek.

13. De huidige afstemming van de zaterdagopenstelling van het Brabants Historisch Informatie Centrum met het Stadsarchief van Den Bosch is sub-optimaal voor wetenschappelijk onderzoek.

En als toetje, altijd leuk omdat het zo herkenbaar is:
14. Een half A4-tje alleen, is doorgaans niet de oplossing van een probleem.

Helaas kwamen de opponenten van de promovendus niet toe aan vragen over deze stellingen. Dat was voor het gehoor in de aula interessant geweest. Ik moet de kersverse doctor in de rechtsgeleerdheid er toch nog eens op aanspreken en hem laten uitleggen wat hij nu precies met elk van deze stellingen bedoeld heeft.
Met uitzondering van de laatste. Dat is een constatering die weinig uitleg behoeft.

Tot slot is een felicitatie op z'n plaats. Niet in de laatste plaats omdat ik zijn onderzoek prima kan gebruiken voor een boek dat in 2017 moet verschijnen over de oude Udenhoutse landgoederen. Van harte dr. Hein!

donderdag 9 juni 2011

KVAN dagen 2011

Dit is een heel lang verhaal geworden. Voor wie op zoek is naar de nuance. Lees dit niet.
Wie een persoonlijk verhaal wil lezen over twee verrukkelijke dagen: pak een kop koffie en ga er even lekker voor zitten. Ik waardeer elke commentaar op deze uitgebreide verhandeling.

Op 6 en 7 juni waren de jaarlijkse KVAN dagen. Dit keer als thema: Archieven in het veld. Een paar honderd archivarissen togen naar Leeuwarden waar in het prachtige decor van die historische stad de verschillende presentaties en andere activiteiten plaats vonden. Er heerst altijd een hele prettige sfeer tijdens deze studiedagen en je komt er altijd weer oude bekenden en nieuwe gezichten tegen. Daarom alleen al is het de moeite waard om de KVAN dagen te bezoeken.
Er waren 3 lokaties: de Fryske Akademy, Tresoar en Historisch Centrum Leeuwarden. Het mooie weer maakte de verplaatsingen tot genoeglijke onderbrekingen.
De programmacommissie had er een goed gevuld programma van gemaakt. Het grote aanbod van presentaties vooraf maakte een keuze noodzakelijk die maar net iets meer dan de helft van de enthousiaste indieners tevreden kon stellen. Het leven is kiezen, dat weten we allemaal.

Wat mij betreft, en dat heb ik ook aan de commissie teruggegeven, vond ik het programma heel eenzijdig gericht op de eigen navel. De klant was totaal niet in beeld. Opvallend waren een paar observaties van deelnemers die van buiten het archiefveld komen, maar er wel werken of veel contact mee hebben. De ene zei letterlijk: op studiedagen als deze blijven we elkaar vooral vertellen en uitleggen wat het probleem is en komen niet of nauwelijks met oplossingen. Elkaar lekker bevestigen. De bekende weg nog een keer aflopen. Dat is vertrouwd en veilig. De andere zei dat het vooral over onszelf ging. Tja.

Natuurlijk kan ik niet voor alle sessies spreken, want mijn fysieke zijn maakt het onmogelijk om meerdere sessies tegelijk bij te wonen. Dus heb ik het meeste wat er verteld is gemist. Jammer. De volgende keer moet ik misschien de hulp inroepen van Sint Laurentius die de KVAN dagen met een bezoek vereerde. Helaas heb ik zijn verschijning gemist. Heeft iemand anders hem misschien wel waargenomen?

Wat heb ik wel gezien en gehoord.
De keynotes van dag 1 konden mij niet boeien. Bert Looper kon ik niet volgen en Kester Freriks betrapte ik op heel veel onschuld en naïviteit. Wildernis zoeken in Nederland en dan verbaasd zijn dat je het niet vindt. Hier komt misschien mijn derde-graads aardrijkskundeopleiding om de hoek kijken. Nederland kent geen natuurlandschap meer, alleen maar cultuurlandschap. Hoe hard we ons best ook doen, dat komt niet meer terug, behalve als de zee het land weer terugwint. Alle goede bedoelingen van de natuurliefhebbers en -reactionairen ten spijt.

De KVAN in het veld. Fred van Kan presenteerde de laatste versie van het beleidsplan van de KVAN. Allereerst verdient de KVAN een groot compliment omdat ze de discussie over dit beleidsplan voor een belangrijk deel ook via de Archief 2.0 community hebben gevoerd. Wat ik dan toch teleurstellend vond was dat de sessie vooral over formuleringen, punten, komma's en hoogdravende zinswendingen ging terwijl het activiteitenplan er nog even aan het eind doorgejast werd. Ik blijf eigenwijs en overtuigd van het feit dat je wordt beoordeeld op wat je doet en niet hoe mooi je jezelf voor het voetlicht brengt. Het gaat om de inhoud en niet om de vorm. Om die reden zal ik het nooit ver schoppen in bestuurlijk Nederland.

Daarna het project van Stadsarchief Amsterdam en een 17-tal deelnemers met crowdsourcing als instrument en militieregisters als content. Een geweldig initiatief dat ik met grote interesse blijf volgen. De potentie van de webtool velehanden.nl is volgens mij groot en ik hoop dan ook van harte dat dit tot een goede standaard zal leiden waar we allemaal dankbaar gebruik van gaan maken.

Als laatste op dag 1 de nieuwe webtool fotoleren.nl die Boudewijn Ridder van RAAF projecten en Fotomuseum Rotterdam presenteerde. Hier kwam de grootste teleurstelling van de 2 dagen voorbij toen de meerderheid van de zaal zich ontpopte als dominee/pastoor/schoolmeester/vingerheffer door tot hoogste doel te verklaren: de bezoeker wijzer maken. WTF??? Bij dat soort van constateringen wil ik heel hard weglopen en een ander beroep gaan kiezen. Uitermate treurig. Participatie is da bomb! En niets anders. Schaam je.
Over de webtool heb ik niet zoveel te zeggen. We hebben er als Regionaal Archief Tilburg een bijdrage aan geleverd, maar beschouwen het niet als een instrument dat zo bij archieven te gebruiken is. Maar wie weet wat er nog mogelijk is. De blogpost van Petra Robben op Archief 2.0 kan iedereen er nog eens op nalezen. Zij betoogde samen met Anneke van Waarden-Koets van het Zeeuws Archief tijdens hun presentatie dat Educatie een KERNTAAK is van archieven. Dat is andere koffie.

Daarna een voortreffelijk en heel gezellig diner gehad in de Koperen Tuin. Prachtige afsluiting van dag 1.

Dag 2 begon met een keynote van Goffe Jensma die ontnuchterend eerlijk was en heel erg bij de tijd met zijn verhaal over de betekenis van archieven in het digitale tijdperk. Altijd weer grappig om te zien dat de archivarissen snel vanuit de reflex gaan reageren. Niet alles is digitaal. Nee, zei Jensma, dat snapte hij ook, maar dat vormde geen belemmering om toch onderzoek voor een groot deel online te gaan doen. Maar de archivaris bepaalt wat je als onderzoeker wel of niet te zien krijgt, op basis van acquisitie, op basis van wat er wel of niet op welke wijze toegankelijk is. Daar zat Jensma niet zo mee. Hij realiseerde zich dat.
En dat is een harde werkelijkheid waar wij moeilijk mee om kunnen gaan. De volledigheid en perfectie die wij nastreven is voor de meeste van onze klanten niet het hoogste doel. Dus waarom zou dat wel voor ons moeten gelden?
Overigens had Jensma het ook over de romantiek van het archiefonderzoek. Zo zei hij onder andere, en welke archiefonderzoeker herkent dat niet: Het mooie aan een archief is dat je in alle rust kunt vinden wat je niet zoekt. Dat raakte mij in het hart.
Hij voorzag dat alle archieven gedigitaliseerd gaan worden (onder het motto: als het niet digitaal is, dan bestaat het niet) en dat het archief als plaats van onderzoek zal verdwijnen. Overigens betreurde hij dat wel om de hiervoor genoemde reden.
Pikant detail: als reactie op opmerkingen uit de zaal dat archivarissen bepalen wat er wel en niet digitaal beschikbaar komt wees Ellen Fleurbaay fijntjes op de scanning on demand projecten waar onderzoekers zelf kunnen aangeven wat ze digitaal willen hebben. Ook daar zitten archivarissen niet meer aan de knoppen. We voeren achterhoedegevechten.

Daarna ben ik gaan luisteren naar het imago-offensief van BRAIN voor de archieven in Nederland. Ik blijf me verbazen dat hier zo'n grote urgentie voor wordt gevoeld dat er een bak met geld voor is. Volgens mij zouden we onze speren ergens anders op moeten richten. Goed. DNA: De Nederlandse Archieven. Dat moet het merk worden dat we als archieven in Nederland in de markt gaan zetten om beter zichtbaar te worden voor de burgers.
Volgens mij is dat hele project en de redenatie boterzacht en in dit warme weer blijf er niet meer van over dan een kleverig plasje. We richten ons op dichtbij een persoonlijk en richten daartoe een portal in. HUH?
Hier gaat mijn broek tot over de enkels naar beneden. Een portal is het toppunt van abstractie. En in het portal (met ALLE archieven van Nederland)  moet je dan op zoek gaan naar je persoonlijke geschiedenis, het feitje dat je wilt zoeken...
Ik wil er verder geen woorden meer aan vuil maken. We gaan een merk in de markt zetten waar niemand zich in herkent, vooral de Nederlandse archieven niet, en hoe dat ons imago gaat opkrikken is mij helemaal niet duidelijk. Maar goed. Ook hiervoor geldt misschien dat mijn verstandelijke vermogens tekort schieten omdat ik niet ben ingewijd in de geheimen van de marketeer. Misschien ook omdat ik weiger een archief als handelswaar te zien dat zich moet prostitueren om zichtbaar te worden.
Pluspunt: ze gaan zich niet richten op Nederlanders onder de 25 jaar. Dat is in ieder geval een keuze die ik van harte ondersteun. Ik verwijs daarvoor ook naar mijn volgende column in het Archievenblad.

Vervolgens luisterde ik naar het verhaal over Kwaliteitscontrole en validatie van gedigitaliseerd archiefmateriaal. Dat was op verzoek van een collega. Ik heb die sessie met mijn Flip opgenomen en bij Archief 2.0 en Youtube online gezet. Een aanrader voor wie met digitaliseringsprojecten aan de gang gaat. 3 presentaties die elkaar mooi aanvulden.
Gebruik de kennis die met name het Stadsarchief Amsterdam in de persoon van Marc Holtman heeft opgedaan. De vragen die in deze sessie aan de orde komen hebben allemaal waarde en verdienen een antwoord voor je dozen archief voor digitalisering wegstuurt. De sessie was heel goed bezocht en inhoudelijk sterk. Echt informatie waar je verder mee kunt.
Opmerkelijk feit: functionele "slides from hell" gezien. Meer weten? Kijk naar het filmpje met het verhaal van Ingmar Koch.

Tenslotte Wiki Loves Archives. Opnieuw 3 presentaties in één. Overzichtelijk en inspirerend. Als archieven moeten we daar mee aan de slag. De eerste geluiden om er een speel- en deelsessie van te maken van Archief 2.0 zijn al via Twitter te lezen geweest. Het BHIC heeft er al behoorlijk wat ervaring mee en Wikimedia wil graag meewerken. In de sessie kwam ook duidelijk naar voren dat foto's en video in Wikipedia plaatsen veel extra gebruik oplevert. Er zijn eigenlijk alleen maar winnaars. Jammer dat er zo weinig mensen hier kwamen luisteren.

Tips voor de volgende keer: meer aandacht voor de klanten, voor de social media, meer ruimte voor spontane sessies zoals Ernest Verhees die wilde, en : laten we elkaar eens vertellen welke mislukkingen we op onze naam hebben staan. Van fouten leren we het meest toch? Meer aandacht voor oplossingen en minder constateringen. Kunnen we niet als eindproduct een werkagenda opleveren na de studiedagen? Ik roep maar wat.

De presentaties van de KVAN-dagen 2011 zijn te bekijken via de twitterwall, door onderaan de pagina het juiste dagdeel op te zoeken en te klikken op de titel van de lezing.

Tot slot wil ik niet de indruk wekken dat deze dagen niets hebben opgeleverd. Ik, en velen met mij, hebben zich prima geamuseerd, nieuwe dingen geleerd en gehoord. KVAN en organisatie: bedankt. Ook voor het laatste maal met deel van de organisatie in zonnig Leeuwarden. 

En de reis met free wifi in de trein leverde meteen weer het volgende initiatief op. Heerlijk om omringd te zijn met mensen die bruisen van ideeën en er ook meteen werk van maken. Zonder eerst over de missie na te denken ;) Heerlijk! Prima gefaciliteerd door de NS.

woensdag 8 juni 2011

Curriculum vitae toegevoegd aan weblog

Mijn curriculum vitae stond sinds jaar en dag op mijn oude website (nog gemaakt in de beginjaren van mijn websitebouw) die overigens nog steeds online staat. Afgelopen week heb ik die weer eens wat opgepoetst en toen bleek ook al snel dat er eigenlijk niemand op keek.

Nou is dat niet persé een ramp, maar nu ik toch ook al weer jaren een persoonlijk weblog heb, kan mijn CV net zo goed hier een plaats krijgen. Een tweet van Mariëtte van Selm was de spreekwoordelijke duw in de rug.

De "pagina"-functie van Blogger kwam nu eindelijk eens van pas. Vandaar dat vanaf vandaag mijn CV hier online staat. Dat is een logischer plaats en de kans dat iemand mijn CV nu leest is een stuk groter dan op mijn "oude" website.

Je weet maar nooit waar het goed voor is.