vrijdag 17 augustus 2018

Homo Deus; een kleine geschiedenis van de toekomst - Yuval Noah Harari

Twee maanden geleden schreef ik over het boek Sapiens van dezelfde schrijver. Dit boek is een vervolg op Sapiens. Het borduurt voort op de gedachtengang uit het eerst boek.

In Homo Deus schetst Harari zijn beeld van de toekomst van de mens. In Sapiens heeft hij al afgerekend met het godsdenken en het bestaan van een god. In Homo Deus zegt de titel alles: De mens is God. Dataïsme is zijn religie. Het uitschakelen van pijn, verdriet en ziekte en het streven naar geluk zijn de drijfveren die de mens inspireert. Als robots de rest voor hun rekening nemen kan de mens zich volledig concentreren op gelukkig worden en blijven.
De levensduur van de mens wordt opgerekt tot misschien wel het eeuwige leven. Maar wie wil er eeuwig leven als er nog ziekten zijn? Wie wil er ziek worden en doodgaan of daarmee kwaliteit van leven inleveren? Niemand toch?
En als je niet meer ziek kunt worden dan is de volgende stap: de eeuwige euforie. Waarom zou je willen leven als je niet gelukkig bent, als je je niet goed voelt, niet positief in het leven kunt staan? Geluk is dan geen kwestie meer van op goed geluk kijken wat je gelukkig maakt, maar de chemie helpt je om je goed te voelen. Pillen en andere geestverruimende middelen zorgen voor een positieve vibe en een permanent geluksgevoel.

Toekomstmuziek? Kijk eens om je heen. Er is een enorme industrie ontstaan die ons bezig wil houden op een leuke en ontspannen manier. Of het nou de gezondheidsgoeroes zijn, de foodgoeroes, de kaartleesdames en -heren, de alcoholische versnaperingenboeven, de leisureindustrie, de entertainmentindustrie, het houdt niet op! We hoppen van hoogtepunt naar hoogtepunt, festivalletje hier, braderietje daar, belevenis zus, sensatie zo, pilletje erbij, drankje toe en zo voort. En dat alles wordt ons 24 uur per dag voorgeschoteld via reclame op televisie, radio, internet, billboards, folders, flyers, krantjes en wat dies meer zei. We zijn eigenlijk een beetje sufferds als we ons nog vervelen. En de marketingmaffia vertelt er bij dat het ons goed doet, dat we ons daarmee gelukkig voelen. Als we maar meedoen!
Kortom het is al begonnen. Entertain us! Schreeuwde Curt Cobain al. En dat is niet tegen dovemansoren gezegd.

Het is niet aan de orde om er ethische vragen bij te stellen. Willen we dit wel? Is dit voor alle mensen weggelegd of alleen voor een happy few? Als we ziekten gaan uitsluiten, ingrijpen in ons DNA om dat mogelijk te maken, mogelijk cyborgs van onszelf maken om dat mogelijk te maken, is dat dan wenselijk, Kan iedereen zich dat veroorloven?
Die vragen doen er natuurlijk wel degelijk toe. Maar waar dat uiteindelijk toe gaat leiden, aan een dergelijke uitspraak waagt Harari zich niet. Dat is ook onmogelijk. Als je echter met open ogen om je heen kijkt, verder dan de grenzen van je eigen leventje, dan zie je dat we al hard die kant opgaan. We manipuleren al op vele terreinen het leven in de natuur en van onszelf. Genotsmiddelen zijn van alle tijden maar nu zijn ze voor heel grote groepen beschikbaar en worden ook op steeds grotere schaal gebruikt. En dat gaat verder dan alcoholgebruik en -misbruik, maar allerlei drugs, natuurlijk en chemisch, komen voortdurend op de markt. De medische wonderen verbazen ons met enige regelmaat en the sky is the limit. Als je het kunt betalen tenminste.

Fascinerend denkvoer. Hoe ver gaat het straks realiteit worden? In hoeverre gaan we het toestaan om werkelijkheid te worden? Als je kijkt naar de menselijke geschiedenis ontstaan er altijd weer tegenbewegingen. Dat zal nu niet anders zijn. Zo heb je nu al religieuze groepen die medisch ingrijpen op basis van hun geloof beperken. Er zijn nu zelfs al niet-religieuze groepen die inenten niet nodig vinden. Weerstand en verzet is van alle tijden en zal ook in deze ontwikkeling niet ontbreken. Gebruikers en niet-gebruikers.

Als je geïnteresseerd bent om te zien in hoeverre dit al om ons heen plaatsvindt is de serie Black Mirror een mooi begin. In elke aflevering krijg je daar een inkijkje in de wereld zoals die op ons af komt. Niet helemaal wereldvreemd maar telkens met een of meerdere (herkenbare) elementen die laten zien hoe dat de toekomst er uit kan zien. Met daarbij de prettige en minder prettige gevolgen voor ons leven.

Hetzelfde geldt voor de film Her waar een operating system dermate sterke menselijke trekjes vertoont dat mensen er verliefd op worden en relaties mee aangaan. Het is cyberlove on the next level. Zoals mensen nu intens verliefd kunnen worden via een computerscherm zonder elkaar ooit in het echt gesproken, gezien of aangeraakt te hebben.

De twee versies van de film Metropolis uit 1927 en 2001 vertellen het verhaal van een bovenklassen en een onderklasse met daarbij de invloed van robots en het menselijk verzet daartegen. Allemaal herkenbaar.

Het gaat er niet om of je gelooft wat Harari zegt. Als je je ogen opent dan zie je dat er al verschillende elementen zichtbaar zijn van het beeld dat hij schetst. De reis van de mensheid is nog niet ten einde. Gelukkig maar. We zijn nog geen God(en).

Als je op zoek bent naar een uitgebreide inhoudelijke bexchrijving van het boek, lees dan: dames en heren wij allen leven in illusies

donderdag 16 augustus 2018

Vakantieboeken 2018

Hoewel we dit jaar niet "op vakantie" zijn geweest heb ik er toch naar gestreefd om meer te lezen dan normaal. Dat is aardig gelukt. Omdat thuis de computer ook in de buurt is valt dat niet altijd mee maar ik ben niet ontevreden met de lijst die ik heb gelezen. De hoeveelheid, daar heb ik het dan over want de kwaliteit was helaas niet altijd best.

Wat heb ik gelezen?

Achter gesloten deuren, Breng me terug en Gebroken van B.A. Paris.
Tja. Wat zal ik er van zeggen. Na het eerste boek wilde ik niet meteen het tweede boek lezen. Ik vond het eerste namelijk niet al te best geschreven. Dat heb je soms, zonder dat ik er een vinger op kan leggen. Het tweede boek was een stuk beter. Het verhaal was ook interessanter maar opnieuw had ik iets op aan te merken: herhaling. Dat je als lezer voor dom wordt versleten en je daarom een keer of vijf moet lezen dat iemand een boomstam zo op een matroesjka poppetje vond lijken. Dat irriteert me mateloos. Het derde boek vond ik eigenlijk het beste. Een goed verhaal. Spannend en intrigerend. Het eind vond ik een beetje een afknapper, maar dat is misschien persoonlijk.

Stromboli van Saskia Noort.
Dit vond ik een goed boek. Ik houd er wel van als de groep mensen op de hak wordt genomen die voortdurend bezig is om met zichzelf in gesprek te raken en daarvoor de hele wereld over reist en behoefte heeft aan leiding van derden die er een merkwaardige methode op nahouden om jou in contact te brengen met je kern. Altijd leuk om te lezen als daar de ballon wordt doorgeprikt.
.
Het meisje in het ijs en De stalker in de nacht van Robert Bryndza.
De schrijver die graag van zijn lezer hoort wat ze van zijn boeken vonden. Hoofdpersoon: Erika Foster. Rechercheur en weduwe van een politieman die door haar actie om het leven is gekomen. Trauma dus. Deze mevrouw is echt bloedirritant. Ongeleid projectiel. Dit soort van politieagenten doet het goed in boeken, series en films, man of vrouw, dat doet er niet toe. We houden van dat eigengereide als het tenminste resultaat heeft. Maar soms stuit het me ook tegen de borst. Is het net een beetje over the top. Deze boeken zijn best wel te pruimen als je van dergelijke types houdt. Ik heb ze uitgelezen maar niet altijd van harte. Van de andere kant, ik houd ook wel van dat ongepolijste. Dus ik begeef me hier op glad ijs. Voordeel van de twijfel voor wie van politieboeken houdt.

Barst van Boris O. Dittrich.
Een tussendoortje. Het Spannende Boeken Weken geschenk. Leuk verhaal. Ik was er niet echt heel erg kapot van maar het is leuk om te lezen. Het verleden een beetje aandikken om in de wereld van vandaag zichtbaar te worden. Die methode is overigens een afrader. En het leidt tot moord. Dat is altijd betreurenswaardig.

Soms lieg ik van Alice Feeney.
Goed beschreven verhaal over een verknipte jeugd en wat voor effect dat kan hebben op je leven. Persoonlijkheidswisseling en dat alles vertelt door iemand met het locked-in syndroom: je hoort wel wat er gezegd wordt maar je kunt niet reageren. Geen prettige situatie om je in te bevinden vooral als je niet precies meer weet wat er is gebeurd. Door gebrek aan interactie kun je niet om opheldering vragen. Van de andere kant is luisteren ook een kracht. Zeker als de anderen niet weten dat je ze wel hoort... Goed en spannend boek.

Een tragedie in New York van Maurice Seleky.
Dit was een van de beste boeken die ik de afgelopen weken heb gelezen. Bijzonder was de vertelvorm: vier hoofdpersonen die telkens in dezelfde volgorde hun eigen hoofdstuk hadden. Langzaam ontstaat er dan een beeld van het leven van deze vier personen. Waar ze elkaar raken, in heden en verleden, letterlijk en figuurlijk en dat alles leidt tot een climax die er mag zijn. Absoluut een aanrader voor wie nog op zoek is naar een goed boek.

Op straffe des doods door Mats Olsson.
Kinky! De wereld van de sm en bdsm is voor mij onontgonnen terrein. Dit boek speelt zich in die wereld af. Een whodunnit maar dan anders. Ik vond het een geweldig boek, goed geschreven, goede stijl, humorvol en spannend. En het bleef geloofwaardig. Een journalist in ruste die thuis is in de wereld van spanking en meer heeft een afspraakje met een vrouw die daar weel mee wil experimenteren. Dat experiment is geen succes en eindigt in een teleurstelling voor beiden.
Dat is de inleiding tot een ontmoeting met een verlopen rockzanger die later door dezelfde journalist wordt aangetroffen met een dode vrouw in zijn hotelbed.
Onderzoeksjournalistiek en een hijgerige pers en bijbehorend publiek doet de rest. Zeker lezen dit boek!

De fotograaf van Auschwitz door Luca Crippa.
Het waar gebeurde verhaal van een Oostenrijks-Poolse man genaamd Wilhelm Brasse die niet voor de Duitsers wil werken en daarom in het concentratiekamp terecht komt. Daar komt zijn fotografische kunde van pas en hij wordt ondergebracht bij het onderdeel dat de gevangen moet fotograferen ten behoeve van hun registratie. Omdat hij en zijn collega's zo'n goed werk leveren hebben ze het relatief goed. Het betekent echter ook dat ze worden ingezet om ook bv. de medische experimenten te fotograferen van Mengele en zijn boevenbende. Zo ziet hij in zijn kampperiode eigenlijk bijna alleen maar mensen waarvan hij weet dat ze vroeger of later zullen worden sterven dor de moordmachine die de Duitsers hebben uitgedacht en in de praktijk brengen. Bijna tot aan de bevrijding van het kamp in januari 1945.
Brasse is geen held. Hij wil overleven. Maar hij buigt niet als de SS-ers in het kamp hem op basis van zijn half-Ariër zijn steeds proberen over te halen om toch dienst te nemen in het leger. Uiteindelijk blijkt dat de Duitse machinerie hapert en langzaam komt Braske tot het besef dat zijn foto's bewijs vormen voor wat zich in het kamp heeft afgespeeld. Dan gaat hij zich actief inzetten om dat materiaal te beschermen tegen de voorgenomen vernietiging.
Aangrijpend verhaal van een overlever. Geen held, geen verzetsman, geen principiële strijder maar gewoon een burger die wil leven. Ondanks de hel die zich rondom hem afspeelt. Die zichzelf beschermt en het niet wil zien, het niet ontkent, maar het niet wil waarnemen. Omdat als dat een keer wel gebeurt het zijn mens-zijn op zijn grondvesten doet schudden.
Indrukwekkend verhaal. Aanrader.

Ali een leven van Jonathan Eig.
Dit boek had ik al voor de vakantie uit maar ik neem het mee in dit overzicht voor de volledigheid. Een biografie van de boxer Cassius Clay die zijn naam later wijzigde in Mohammed Ali. Olympisch kampioen, wereldkampioen, dienstweigeraar, wereldkampioen, en nog een keer wereldkampioen. Ik ben van de generatie dat ik met mijn vader midden in de nacht opstond om naar zijn gevechten te kijken in Zimbabwe (1974) en in de Filipijnen (1975).
Ik heb het altijd een formidabele sportman gevonden en een mens die opkwam voor wat hij dacht dat goed was. Privé was het geen echte ster en ook nogal naïef en beïnvloedbaar, maar desondanks had hij karakter en een eigen wil. Soms zijns ondanks. Inspirerende man en ik weet nog goed dat ik er ontzettend van hield dat hij enorm met zichzelf wegliep, dat ook voortdurend uitsprak en blijkbaar, volgens dit boek, ook opzocht als hij het nodig had. Voortdurend roepen I am the greatest en dat dan ook zijn. Daar houd ik wel van. Want presteren kon hij, zeker in zijn jonge jaren. Later werd het allemaal wat minder en hard werken.
Ik vond het goed boek om te lezen. Hij is voor mij een stuk menselijker geworden. Dat is altijd goed. Heldenverering is voor de dwazen. Verrassend: een enorme lange lijst met gebruikte bronnen.

maandag 25 juni 2018

Sapiens - Yuval Noah Harari

Het is lang geleden dat ik een boek las dat me zo heeft geboeid. Ook al heeft het meerdere weken geduurd voor ik het uit had. Dat ligt uitsluitend aan de beperkte tijd die ik bereid ben te reserveren om te lezen. Het vorige boek dat zo'n impact op me had met geschiedenis als onderwerp was Zwaarden paarden & ziektekiemen door Jared Diamond.

Harari verklaart de superioriteit van Home Sapiens. Waarom is van alle diersoorten Homo Sapiens (en bv. niet een van zijn/haar voorgangers) uitgegroeid tot de soort die de planeet aarde domineert. De verklaring is even simpel als ontnuchterend: Homo Sapiens is het beste in verhalen vertellen. Door het vertellen van verhalen is de mens in staat om zich in hele grote eenheden te groeperen. De meeste ander soorten komen niet verder dan een extended family van 40 á 50 leden. Dat is zo'n beetje de begrenzing van een familieclan waarvan je de leden allemaal (her)kent. Wordt de groep te groot dan ontstaat er spanning en werkt de groep niet meer goed samen.

Homo Sapiens was echter in staat om verhalen te verzinnen en te vertellen die hele grote groepen verbond. Zo ontstonden op enig moment religies en naties. Met als enige verbindende factor een verhaal. Misschien is het meest sprekende voorbeeld wel religie. Ik ben ooit opgevoed als rooms-katholiek. Als ik ergens ter wereld een kruis op een gebouw zie staan dan kan ik daar terecht. Ik kan daar binnen lopen, ik zal de rituelen voor een groot deel herkennen en de leden van die gemeenschap zullen mij ook herkennen en erkennen als lid van hun geloof. Op die manier kun je je verbonden voelen met mensen die je helemaal niet kent. Hetzelfde zie je terug in naties of staten. Het wereldkampioenschap voetbal is op dit moment in volle gang en dat is een prachtig voorbeeld van hoe dat werkt. De supporters op de tribune van de stadions zijn voor een land. Ze hoeven niet eens uit dat land naar het stadion te zijn gekomen. Welnee. Van alle Iraniërs op de tribune komt maar een klein deel rechtstreeks uit Iran naar het voetbal kijken. De meeste komen van all over the world. Zijn om wat voor reden dan ook uitgezworven maar voelen zich nog steeds Iraniër.
Dichter bij huis kennen we in Nederland de Marokkaan en de Turk en zo nog wat medelanders die zich nog steeds identificeren met hun land, hun landgenoten en hun koning of president.

Als je daar over doordenkt, en dat doet Harari, dan zijn er ook abstracties zoals een merk. Citroën is niets. Het is een merk. Je kunt zeggen dat het een hoofdkantoor heeft en dat het o.a. automobielen maakt, maar het is niets concreets. Het is een serie afspraken vastgelegd in contracten. Het is bedacht. En Homo Sapiens maakt het mogelijk om iets wat bedacht is in ons hoofd heel concreet te maken. Als de Verenigde Naties een land, bv. Libië, beschuldigd van het schenden van mensenrechten dan is dat het summum van gedachtenconstructies. Noch de Verenigde Naties, noch Libië, noch mensenrechten zijn iets anders dan bedenksels van onze geest. Het zijn afspraken of overtuigingen die zijn ontstaan uit de creatieve geest en onze grenzeloze fantasie. Als je mensen daarin kunt laten geloven, dan ontstaat er iets wat voor die gelovers steeds concreter gaat worden. Dat voelt zelfs als iets oorpronkelijks en onvervreemdbaars.

Het duurt misschien even voordat je je daar bewust van bent. Ik merk ook bij mezelf verzet opkomen als ik daarover nadenk. Mensenrechten, dat is toch juist heel concreet? Nee. Het is een bedenksel, net als dierenrechten of besnijdenis of racisme. Het zijn geen van allen universele wetten van de mens. De mens is vooral een opportunist die zichzelf van alles wijs maakt en daar zo sterk in gaat geloven dat het echt lijkt en voelt. Maar het zijn en blijven allemaal bedenksels.
Geloofden mijn ouders nog heilig in kerk en paus, ik doe dat al een heel tijd niet meer. De tijd zorgt er voor dat de gedachten en de constructies die we daarbij hebben gemaakt veranderen of worden vervangen. Door socialisme bijvoorbeeld, of anarchisme. Maar daarvoor geldt hetzelfde als voor communisme, liberalisme, humanisme en welke isme je verder nog kunt bedenken. De mens is oneindig creatief.
Daarna kwam de ontwikkeling van het rekenen en het schrift om die organisatie en constructen te kunnen beheren, beheersen en besturen.

Wetenschap produceert feiten, als het goed is. Dat zijn objectieve gegevens. Daar kun je wel of niet in geloven, dat is niet zo relevant. De aarde is een bol. Dat hoef je niet te geloven, daarmee verandert dat feit niet. Natuurlijk maakt wetenschap ook een ontwikkeling door en zijn sommige feiten achterhaald en door nieuwe feiten vervangen. Alles is en blijft in beweging. Wetenschap en geest.

Is het hiervoor geschreven deel al fascinerend als je met die nieuwe blik de wereld in ogenschouw neemt, het tweede idee wat mij enorm aanspreek gaat over god. Harari gelooft niet in een god. Dat treft: ik ook niet.
Hij onderbouwt wel de stelling dat de mens, Homo Sapiens, zich steeds meer als god gaat gedragen. Als schepper. Als soort die ingrijpt in de natuur en in de mens zelf. Al het wetenschappelijk onderzoek wat gaat over het muteren van soorten gewas of dieren om daarmee een hogere opbrengst of een mooier, beter beest te krijgen, is in feite de mens die zich als god gaat gedragen. Als schepper. We modificeren het uiterlijk van de planeet om die omgeving steeds meer in te richten naar onze wisselende behoeften. We muteren gewassen en dieren. Alle soorten of rassen honden die we nu kennen hebben ooit niet bestaan. Er bestond maar een soort hond. Het is alleen door het fokken van honden met bepaalde eigenschappen dat deze hondenrassen zijn ontstaan. Allemaal! We kweken steeds weer resistente gewassen die nog meer opleveren en steeds beter overeind blijven. We spelen nu zelf voor god.

Hetzelfde geldt voor de koeien, schapen, paarden etc. We zijn al eeuwen bezig om die geschikter te maken voor het doel waar we ze voor nodig hebben. Tot slot is ook de mens aan de beurt om aangepast te worden. De ontwikkelingen van de medische wetenschap en alle andere aanverwante disciplines zorgt er voor dat steeds meer ingegrepen kan worden in het menselijk lichaam, maar ook in het menselijk DNA. De mens gaat een ideale mens in elkaar knutselen. We kunnen het niet willen maar het gaat wel gebeuren. De mens wil langer leven, maar wel graag in goede gezondheid. En waarom zou je lang willen leven als je je klote voelt. Dus geluk is ook een toenemende factor van het menselijke leven. We willen gelukkig zijn, wat dat dan ook betekent. En niet eventjes maar steeds langer. We schuwen hulpmiddelen niet om dat geluk te veroorzaken. Drank, drugs adrenalinerushes, je kunt het zo gek niet bedenken of we doen het om toch maar dat heerlijke gevoel te krijgen. Je moet dat eten, dat drinken, dat roken en daar op vakantie gaan om je een heel stuk beter te voelen. Herkenbaar. Die race is nog lang niet gelopen. De chemische middelen die dat geluk moeten gaan brengen worden gaandeweg ontwikkeld en op de markt gebracht.

Nu honger en oorlog nagenoeg zijn verdwenen uit de wereld (ja, dat is een feit!) gaan we als mens op zoek naar het eeuwige leven in voortdurende euforie. Daarover gaat het volgende boek: Home Deus.

Bij het lezen van dit boek kwamen voor mij een aantal gedachten die ik al langer of korter had samen. Je leest wel eens wat en je hoort wel eens wat en daaruit vormen zich steeds weer gedachten, soms nieuw, soms aangepast maar in mijn geval zelden in volledige samenhang. Het is niet allemaal nieuw wat Harari schrijft, hij plaatst het alleen in een bepaalde samenhang en logica. Wat mij betreft is dit boek een absolute aanrader als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van de mensheid, de psyche van de mens en niet gevangen zit in religieuze of politieke overtuigingen. Hoewel het ook dan een eyeopener kan zijn. Intrigerend en verrassend.

vrijdag 18 mei 2018

Een gitzwarte dag

Dat klinkt nogal dramatisch: een gitzwarte dag. Maar zo beschouw ik deze 18de mei 2018 toch wel.
Regionaal Archief Tilburg heeft 258 registers met bevolkingsinformatie offline moeten halen. Ruim 400.000 records die niet meer doorzocht mogen worden vanwege de aanstaande invoering van de Algemene Verordening Gegevensbeheer, de AVG. Ik heb er al eerder over geschreven op dit blog.

Ik ben een groot deel van mijn arbeidzame leven bezig geweest om zoveel mogelijk informatie gratis online te krijgen en te houden. Dat komt voor een belangrijk deel uit de stellige overtuiging dat een archiefdienst er is om de bewaarde gegevens zo breed mogelijk te verspreiden. Openheid van zaken geven. In de afgelopen 30 jaar waarin ik actief ben heeft zich dat ontwikkelt van een fysieke papieren raadpleging naar steeds betere en uitgebreide digitale beschikbaarstelling.
Het internet was en is een zegen voor archiefdiensten die onderzoekers van allerlei pluimage zo optimaal mogelijk in staat willen stellen om onderzoek te doen. Ruimhartig en gratis. Mensen toegang geven tot informatie die hen helpt om te ontdekken waar ze vandaan komen, een verhaal te reconstrueren over hun herkomst, de belevenissen van hun familie e.d. vast te leggen, en soms om familiegeheimen te ontdekken. Identiteit kweken. Kleur geven aan je afkomst. Zelf, zelfstandig en met behulp van de techniek die ons allen ten dienste staat. Democratisering van het gebruik van archieven in optima forma. Hoe mooi is dat!

De AVG slaat daar een groot gat in. Waarom? Dat is eigenlijk onduidelijk. Waarom de gegevens die bijna 80 jaar geleden zijn verzameld nu niet ingezien mogen worden kan eigenlijk niemand uitleggen. De motivatie: het staat in de wet. Dat is waar. En in een rechtstaat heb je je aan de wet te houden. Als iedereen daar zijn of haar eigen draai aan gaat geven, dan wordt het er niet beter op. Maar in dit geval is er echt geen enkele reden om deze beperking op te leggen. Het dient geen enkel doel. Juristen lachen zich ongetwijfeld een kriek.

Het frustreert me heel erg dat we deze stap hebben moeten zetten. Bah!

vrijdag 2 maart 2018

AVG weg ermee! - Gastcolumn voor het Archievenblad

Soms spelen er zaken die mij inspireren om er wat over papier te zetten. Gelukkig kon ik ook deze keer weer terecht bij de redactie van het Archievenblad om mijn gastcolumn gepubliceerd te krijgen. Maar naast de papieren versie is de digitale versie eigenlijk nog belangrijker. Daar heb ik mijn eigen weblog nog steeds voor!

Het onderwerp is de AVG, de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Het is de Europese versie van privacywetgeving die nogal verregaande gevolgen heeft voor de archieven in Nederland. In dit land zijn we al langer druk doende om de openbaarheid van informatie te vergroten en de overbrengingstermijn van archieven (en dus overheidsinformatie) te verkorten. Het democratisch principe van openheid en transparantie van bestuur heeft het nodig dat de overheidsinformatie sneller voor de burgers beschikbaar komt. De AVG zorgt voor een heleboel stappen terug en kan er zelfs toe leiden dat er minder informatie wordt bewaard voor de eeuwigheid. En dat alles onder het mom van privacybescherming. Gemakshalve wordt daarbij vergeten dat een heleboel informatie van oudsher openbaar is. En dat niet zomaar, maar met reden. Dat geldt voor onderwerpen als bouwvergunningen en -tekeningen, verslagen van openbare (!) raadvergaderingen van de gemeenteraad en andere organen, openbare rechtszittingen van rechtbanken e.d.

De toenemende angst van (een groep) burgers en instellingen, gevoed door de ontwikkelingen rondom het internet, leidt tot een steeds verdere beperking van diezelfde openbaarheid. De openbaarheid die in sommige gevallen een preventieve waarde heeft en in ander gevallen het controleren van de overheid en rechtsgelijkheid bevordert komt nu onder druk te staan. Handige politici en andere mensen met macht kunnen hier misbruik van maken en hun eigenbelang laten prevaleren zonder dat de informatie openbaar wordt of zelfs maar bewaard blijft. Het is een reëel gevaar. Archivarissen zitten te slapen en vinden het eigenlijk niet zo'n probleem. In die wereld, waar ik werk, is het bewaren nog steeds belangrijker dan beschikbaar stellen. Dat steekt me al heel lang. Mooie gelegenheid om weer eens wat stoom af te blazen.


AVG weg ermee!

De afgelopen maanden is er een toegenomen berichtgeving over de invoering van de nieuwe AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de gevolgen die dat heeft voor de beschikbaarstelling van informatie door archiefdiensten. De Europese meetlat wordt langs onze archieven gelegd. That’s one small step for Europe, one giant leap backwards for the Netherlands. Terug naar de 19de eeuw wel te verstaan.

Archivarissen zijn beheerders. Het blijkt maar weer eens. Wat jammer dat nog steeds het dogma van de doos en de veilige (!) harde schijf de archiefwereld regeert en tegelijkertijd ook steeds meer buiten spel zet. Maatschappelijk relevant, dat willen we toch zijn? Hoe maatschappelijk relevant ben je nog als alle informatie straks pas na 100 jaar openbaar is? De relevantie bestaat uit het beschikbaar stellen van de informatie die je als archiefdienst in beheer hebt. Dat is het grootste doel, de reden waarom archieven bewaard worden. Gebruiken die handel.

De discussie gaat met name over de teloorgang van de openbaarheid van informatie over personen. Het meest bespottelijk is de beperking van de openbaarheid en dus de beschikbaarheid van persoonsinformatie. De gezinskaarten, die vanaf 1939 (!) zijn vervangen door de persoonskaart, mogen straks niet langer online staan en vrij gebruikt worden. Nog een bizar voorbeeld: De namen van burgers in de notulen van de openbare (!) vergadering van gemeente- en andere besturen moeten geanonimiseerd worden. Het recht om vergeten te worden is blijkbaar belangrijker dan het recht om te herinneren.

Het recht om te herinneren. Maakt iemand zich daar eigenlijk wel druk om? Waarom zijn de archivarissen niet meteen op de barricade gesprongen om paal en perk te stellen aan deze drastische ingreep in de openbaarheid. Archiefdiensten, die gaan toch over beschikbaar stellen? Recht op informatie? Transparantie van bestuur? Blijkbaar niet. Een beperking van beschikbaarstelling daar wordt de gemiddelde archivaris niet warm of koud van. Vernietigingslijsten, een dichtgetimmerd e-depot, dat is hardcore archiefwerk. De onderzoekende medelander die moet maar gewoon geduld hebben en wachten.

Archieven gaan over identiteit. Wie ben je, waar kom je vandaan. Goed en fout. Ze gaan over natie, provincie, plaats, buurt en club. De onderdelen van het leven die je kleur, geur en smaak geven. Als het aan de archivarissen van nu ligt, dan is die identiteit niet relevant en schikken we ons braaf naar de grillen van het bestuur. Zolang de dozen maar mooi genummerd op een rijtje in de stellingen staan kan ons niets gebeuren.

Uit het gebrek aan actie bij de archiefdiensten en archivarissen spreekt ook dedain naar de stamboomonderzoeker die massaal gebruik maakt van alle online bronnen die de afgelopen 15 jaar beschikbaar zijn gekomen. Er is nog steeds teveel focus op de “serieuze” bezoeker, de onderzoeker of, kwijl, de wetenschappelijk onderzoeker! Daar doen we het uiteindelijk voor! Niet dus. We zijn er voor alle burgers, op alle niveaus, uit alle sociale en culturele lagen, met alle vragen die ze aan ons willen stellen. Voor iedereen.

Vanuit dat elan moeten we denken en doen. Wij zijn er om de medelanders toegang te geven tot informatie. Zo veel mogelijk, zo vaak mogelijk en op een zo laagdrempelig mogelijke manier. Terug naar het regime van beschikbaar stellen via de studiezaal is geen serieuze optie. Wie daarvoor pleit en blijft pleiten zit toch echt in de verkeerde eeuw en eigenlijk ook in het verkeerde vak.

Archieven zijn pilaren van een democratische traditie. Wij staan aan de kant van de medelander en worden betaald door de overheden. We zorgen voor balans in de informatieongelijkheid tussen burger en bestuur. Dat moeten we koesteren en verdedigen.

In het licht van de verkiezing van het Pronkstuk van Nederland is het hoog tijd voor een Acte van Verlatinghe van archivarissen tegen de absurde gevolgen van de invoering van de AVG op 25 mei 2018. Strijd voor openbaarheid! Geen AVG maar AVV!

[afbeelding komt van de omslag van het Archievenblad 2018/2, tweet: https://twitter.com/archievenblad/status/969519372049047552]