donderdag 30 oktober 2008

Jethro Tull in Zwolle

Gisteravond was het weer zover! Jethro Tull trad op in Nederland. Dit keer in de IJsselhallen in Zwolle. Zo kom je nog eens ergens als Tullfan.

Het blijft een bijzondere gebeurtenis ook al is dit misschien al de 40ste keer dat ik ze zie optreden. Dat begon ooit in 1976, in Ahoy Rotterdam. De leeftijd van de heren Tull laat een rock & roll optreden niet meer toe. De stem van Ian Anderson is sinds een jaar of 15 danig afgez(w)akt en de mooie hikkende verlengingen van teksten zijn daardoor verworden tot herinneringen.

Dat alles laat onverlet dat de muziek die ze laten horen, nog steeds ongekend is. De composities zijn weergaloos en de uitvoering dito. Gisteravond was daarvan weer een prachtig voorbeeld. Als je de verschillende instrumentalisten (met name de bas, fluit en leadgitaar) een tijdje volgt gedurende het concert kun je zien én horen dat er weinig sprake is van recht-toe-recht-aan spel. Het blijft nuanceren, bijzondere loopjes, niet prominent, maar bij voortduring op de achtergrond. De complexiteit van de meeste nummers is soms nauwelijks te horen maar des te beter te zien. Wat een genot!

Overigens zat er wel een dipje in wat mij betreft. My God en Budapest bleven wat onder de maat. My God is al jaren een zorgenkind dat niet goed uit de verf komt.
Er waren wel een paar nieuwe pareltjes te bewonderen: Rocks on the Road (ik kende de tekst nog maar amper...) en A Song for Jeffrey. De oudjes deden het zowiezo goed, lekker stevige uitvoeringen van Nothing is Easy en A New Day Yesterday mochten er wezen.

Ik ga de volgende keer weer onder het motto: elke keer kan de laatste zijn! En die wil ik voor geen goud missen :-)

maandag 27 oktober 2008

Uitdrukkingen van mijn vader (5)

De voor de hand liggende grappen ging mijn vader niet uit de weg. Vroeger zei men, als er genoeg gegeten was: ik heb mijn contentement. Oftwel, ik ben tevreden (content). Mijn vader vervormde dat tot: ik heb mijn kont en mijn pens vol.

Hij had ook regelmatig in de zon ge(z)(sch)eten. Die scheen in die tijd nog vaker ;-).

Een familiekwaal: nogal flink zweten. Dat werd een verbastering van een moeilijk woord en het gewone woord daarvoor: ik transpizweet.

Op het punt van weggaan zei hij: Jongens, we kunnen ver(t)rekken!

maandag 20 oktober 2008

Uitdrukkingen van mijn vader (4)

Mijn vader was een fanatiek voetballiefhebber. Hij voetbalde zelf al jong zoals te zien is op deze foto. Later speelde hij bij Willem II Op de achterkant schreef hij in zijn kinderhandschrift: de straatvoetbalclub. Die straat was waarschijnlijk de Tuinstraat waar zijn ouders een slagerij hadden op de hoek met de Telefoonstraat. Hij was één van de weinige vaders die regelmatig mijn matige voetbalprestaties kwam bekijken op de zaterdagmiddag. Mijn spreekwoordelijke luiheid was vaak onderwerp van gesprek. Maar ook mijn broer, die bij de top van Nederland honkbalde, kreeg kritiek op zijn spel. Het zat in de man.

Hij stak zijn opmerkingen niet onder stoelen of banken. Standaard waren de volgende uitdrukkingen. Bij doelpunten hoorden wij hem zeggen: Keeper blijf in je goal! Als oud-keeper ergerde hij zich mateloos aan het uitlopen van keepers. Het argument, dat een keeper daarmee zijn doel verkleind, daar wilde hij niet aan.
Natuurlijk was ook het salaris van de voetballers een doorn in zijn oog: D'r staat voor miljoenen in het veld, mar voetballen!!??!!
De beste voetballer ter wereld was Johan Cruijff. Daar dacht mijn vader anders over: Cruijff? Mijn neus uit!

maandag 13 oktober 2008

Uitdrukkingen van mijn vader (3)

Een typisch Tilburgse uitdrukking die mijn vader zeer regelmatig te berde bracht was het prachtig allitererende: As ut is dè-t is, dan fiste me. Want feesten daar hield hij van. Mijn moeder ook trouwens. Na een feestje, maar ook na een vakantie, was uiteindelijk het oordeel over het eten doorslaggevend voor wat betreft het succes.

Een toost die hij vaak uitsprak, het glas heffend: Op de nuwe deken, dun ouwe was ok unne goeie . Proost!

Na een gesprek van enig niveau, waar menig wereldprobleem (of lokaal probleem, dat maakte niet zo veel uit) zo goed als opgelost was, zei hij: wè zèn we toch wès war.

Zomaar ineens kon hij zeggen: Ik schiet oe dood meej munne zakdoek!

(mijn vader zit links met sjaal, midden Jo Zegveld en rechts Jo Heijnen)

vrijdag 10 oktober 2008

Krijgt Marx gelijk?

Tijdens mijn studententijd heb ik een korte inleiding op de politieke economie gevolgd. In een kleine club geestverwanten. Hoewel, ik was geen goede leerling, want het collectieve en vooral de teruggang naar het idyllische buitenleven waarin iedereen voor zichzelf produceert, daar zag ik geen brood in. Ik wil nog net geloven dat de mens van nature goed kan zijn, maar dat de mens stappen terug wilde zetten op het pad van het materialisme, daar geloofde ik niet in. Waarschijnlijk omdat ik daar zelf niet toe bereid zou zijn.
Maar goed, ik was wel geörienteerd op de linkse gedachte dat kapitalisme niets goeds zou voortbrengen.
De afgelopen 30 jaar bleek daar weinig van. Natuurlijk was er de gewone fluctuatie van goede jaren en slechte jaren, groei en verval en hebben wij een constante groep politieke leiders gehad die als goed calvinist vond dat teveel uitgeven niet goed is. Bezuinigen dus!
Het was zelfs nog erger! De spierballenpolitiek van de USA wierp vruchten af en de communistische USSR hield de race niet vol. Glasnost en perestrojka riep Gorbatsjov bij voortduring. Net zolang totdat genoeg mensen er in gingen geloven en in 1989 viel de Muur in Berlijn. Duitsland werd één en het communistische gevaar dat ons jarenlang als een zwaard van Damocles boven het hoofd werd gehouden, bleek een roestig stuk ijzer. De nieuwe vijand was snel gevonden: de Islam.
Natuurlijk heeft het pacifisme en verzet tegen de voortdurende bewapening een belangrijke rol gespeeld al was het alleen maar om te laten zien dat het we niet met alles eens zijn. Niet alles wat de politiek beslist kan op draagvlak rekenen.
Het kapitalisme overwon en de vijfjarenplaneconomiën van Oost-Europa gingen om. Consumeren gingen ze en ze ondervonden ook de keerzijde van het kapitalisme: werkeloosheid en defaitisme zonder baan en inkomen.
Het opportunisme won terrein. Zonder een tegenwicht kon het kapitalisme zich de wereldmacht toeëigenen. In toenemende mate kwam er geloof in "de markt". De zelfregulerende markt die met name in de USA als heilig dogma gold, nam langzaam bezit van de rest van de wereld. Verzelfstandiging en privatisering waren de nieuwe toverwoorden die efficiency en prijscontrole beloofden.
Het pakte anders uit. De waarschuwing van de dotcom-crisis in 2001 was blijkbaar niet duidelijk genoeg. De ongebreidelde groei van luchtkastelen via aandelenhandel, hypotheekzwendel en de privatiseringsdrang culmineerde in exorbitante salarissen voor de captains of industry, die daar eigenlijk nauwelijks iets voor hoefden te presteren. Althans, niet een prestatie die in verhouding stond met hun beloning. Hun jarenlange geldhonger is natuurlijk niet de oorzaak van de kredietcrisis of de hypotheekcrisis, maar zij staat wel model voor de schijnbaar ongecontroleerde (zelf)verrijking.
Nu moet het belastinggeld van de mensen die gewoon elke dag hun werk doen, zonder uitzonderlijke beloning of het verlangen daarnaar, de economie tot rust brengen. Het kapitalisme is failliet. De overheden smijten met miljarden alsof ze er al jaren voor gespaard hebben. Maar dat is niet zo. Zij halen hun geld ook bij banken en instellingen die ze met hun nieuwe handelen zelf beschermen. Een merkwaardige vicieuze cirkel.

Als de menselijke maat uit het oog raakt, dan gaat het onherroepelijk een keer mis. Niemand verdient het om meerdere miljoenen per jaar te verdienen. Volkomen onnodig om een gelukkig en bevredigend leven te leiden. Laat meer mensen de voordelen proeven, schrap de extreme beloningssystemen, verdeel de rijkdom.
Niet op de ouderwetse manier. Verschillen mogen best bestaan. Maar een maximumsalaris van 1.000.000 euro per jaar is meer dan genoeg. Daarboven room je 100% af. Kun je mooi gebruiken om de schulden die nu ontstaan, de tekorten op de begrotingen, af te lossen.

Karl Marx heeft gelijk. Als je het kapitalisme niet controleert en begrenst, dan is het alleen maar goed voor een kleine groep mensen en mag de rest de brokstukken bij elkaar rapen en proberen daar een bestaan van op te bouwen.

maandag 6 oktober 2008

Uitdrukkingen van mijn vader (2)


Mijn ouders kaarten veel. Rikken was hun spel. Steevast als iemand een harten meevroeg zei mijn vader: "Harten hebben alle mensen". En bij schoppen was het in onvervalst Tilburgs dialect: "die hee unne hond nog nie gère".

Dan waren er de citaten waarvan de herkomst dubieus was. Ik vermoed dat ze afkomstig zijn uit opera's of sketches. De Duitse televisie stond veel aan bij gebrek aan fatsoenlijke programma's. En soms klonk dan ineens, zo maar uit het niets: "Ach du lieber Heinrich, als es abend wäre."

En wat te denken van het merkwaardige: "Haha, lachte de graaf in het Spaans." Door de juiste timing was dat altijd een vrolijke onderbreking van wat het ook was waar je mee bezig was.