Ik gebruik Footnote al enkele jaren in presentaties om te laten zien hoe het ook kan. Helemaal vanuit de gebruiker opgezet en niet vanuit een archiefdienst sluit het goed aan bij wat een gebruiker verwacht. Dat moet ook wel want Footnote is niet gratis en waarom zou je betalen voor een product dat niet goed is?
Wij hier in Nederland kunnen dat soort van principes makkelijk laten varen en ons bezighouden met wat wij als archiefdienst graag zouden willen. Daar zijn we dan ook heel goed in. Liefst ook allemaal iets anders.
De vraag is: zitten onze klanten wel op onze verzinsels te wachten.
Allerlei technische mogelijkheden die ik graag zou willen hebben in de website (mag je dat nog wel zo noemen?) van het Regionaal Archief Tilburg zitten in Footnote: de bezoeker mag uploaden, taggen, beschrijven, documenten linken (user genereated links), links beoordelen van anderen, je eigen tijdlijn maken, documenten annoteren en transcriberen, het houdt niet op!
Footnote heeft ook als voordeel dat je aan een webbouwer kunt laten zien dat het kan, dat het mogelijk is, dat ze je niet met een kluitje in het riet kunnen sturen of net doen of ze iets heel moeilijks moeten uitvinden.
Voor deze oefening heb ik een foto geuploaded van mijn oma en haar broer bij Sinterklaas. Annotaties gemaakt, waarbij je een selectie kunt maken en die annoteren. Voor mij werkte de interface heel erg gebruikersvriendelijk, heel eenvoudig te bedienen en het is duidelijk wat je kunt doen. Nog een zoekactie gedaan op Udenhout en een mooi document gevonden over een neergestort vliegtuig bij Udenhout en het relaas van de enige overlevende vliegenier.
Nog een prachtige feature van Footnote is de directe feedback als je een zoekactie hebt gedaan met instructies en een instructievideo. Dus niet klikken en op zoek naar passende hulppagina, maar direct in een pop-up. Prima service.
Ik ben en blijf enthousiast over Footnote. Het blijft een goed voorbeeld van web 2.0 techniek die werkt. Ik heb eerlijk gezegd geen idee of het netwerkdeel goed uit de verf komt, daarvoor heb ik me er niet genoeg in verdiept. Wie weet komt dat nog.
Het is een voorbeeld voor archiefdiensten in Nederland hoe je kunt samenwerken met elkaar. Want dit kan natuurlijk ook zonder marktpartij die het financieel makkelijker maakt. Enkele diensten zouden het voortouw moeten nemen en de samenwerking starten en op touw zetten op een manier die het voor andere archiefdiensten mogelijk maakt om zo in te stappen.
Dromen mag toch?
donderdag 29 oktober 2009
maandag 26 oktober 2009
Klaas Hendriks - Geloven in een God die niet bestaat
Lian heeft afgelopen jaar een presentatie van Klaas Hendrikse bijgewoond en was enthousiast over zijn verhaal. Het is dan ook heel erg verwonderlijk dat een dominee (voor iemand met een katholieke achtergrond toch een persoon met over het algemeen een strengere geloofsleer) niet in God gelooft. Een atheïstische dominee, hmm.
Het is dan ook niet vreemd dat zijn boek op onze boekenplanken terecht kwam. Dit boek heb ik meegenomen op vakantie, maar ik kwam er pas aan toe naderhand.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het boek viel me tegen. Misschien had ik op basis van de achtergrondinformatie veel te hoge verwachtingen, dat kan ik nu niet meer beoordelen.
Hoewel zijn gedachtegang behoorlijk goed te volgen is, vooral voor iemand die al langer niet meer gelooft in de Almachtige, komt voor mijn gevoel het verhaal niet goed over het voetlicht. De redenatie is een beetje knullig, de schrijfstijl is niet zo best. Blijft de boodschap over. Ik sta achter de boodschap, laat dat duidelijk zijn.
Maar al lezende kreeg ik toch het gevoel dat deze dominee het nog niet allemaal achter zich heeft gelaten. De predestinatie ligt nog dicht aan de oppervlakte. Zijn opvatting dat God met mensen reist en zonder mensen niet bestaat maar toch waargenomen kan worden in allerlei belevenissen en gebeurtenissen door iedereen op een eigen manier, dat is op zich niet zo nieuw. Zijn bewijsvoering vanuit de bijbel komt op mij niet erg "wetenschappelijk" over, maar komt opnieuw neer op een interpretatie van woorden die vertaald zijn uit een oude taal. Altijd lastige materie.
Wat vooral nieuw is, voor mij dan en dat maakt dit boek ook wel spannend, is dat iemand die niet in God gelooft toch nog actief is als dominee en daarmee blijkbaar ruimte heeft gevonden binnen de bestaande geloofspraktijk van de protestantse kerk. Dat vind ik bijzonder. Niet alleen dat zoiets bestaat maar eveneens dat iemand er voor kiest om deel uit te blijven maken van een kerk waar hij eigenlijk niet meer in gelooft. En toch ook van een organisatie waar hij niet meer in gelooft.
De Islamieten kijken er weer heel anders tegenaan. Voor hen is hij een Soefie!
Het is dan ook niet vreemd dat zijn boek op onze boekenplanken terecht kwam. Dit boek heb ik meegenomen op vakantie, maar ik kwam er pas aan toe naderhand.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het boek viel me tegen. Misschien had ik op basis van de achtergrondinformatie veel te hoge verwachtingen, dat kan ik nu niet meer beoordelen.
Hoewel zijn gedachtegang behoorlijk goed te volgen is, vooral voor iemand die al langer niet meer gelooft in de Almachtige, komt voor mijn gevoel het verhaal niet goed over het voetlicht. De redenatie is een beetje knullig, de schrijfstijl is niet zo best. Blijft de boodschap over. Ik sta achter de boodschap, laat dat duidelijk zijn.
Maar al lezende kreeg ik toch het gevoel dat deze dominee het nog niet allemaal achter zich heeft gelaten. De predestinatie ligt nog dicht aan de oppervlakte. Zijn opvatting dat God met mensen reist en zonder mensen niet bestaat maar toch waargenomen kan worden in allerlei belevenissen en gebeurtenissen door iedereen op een eigen manier, dat is op zich niet zo nieuw. Zijn bewijsvoering vanuit de bijbel komt op mij niet erg "wetenschappelijk" over, maar komt opnieuw neer op een interpretatie van woorden die vertaald zijn uit een oude taal. Altijd lastige materie.
Wat vooral nieuw is, voor mij dan en dat maakt dit boek ook wel spannend, is dat iemand die niet in God gelooft toch nog actief is als dominee en daarmee blijkbaar ruimte heeft gevonden binnen de bestaande geloofspraktijk van de protestantse kerk. Dat vind ik bijzonder. Niet alleen dat zoiets bestaat maar eveneens dat iemand er voor kiest om deel uit te blijven maken van een kerk waar hij eigenlijk niet meer in gelooft. En toch ook van een organisatie waar hij niet meer in gelooft.
De Islamieten kijken er weer heel anders tegenaan. Voor hen is hij een Soefie!
maandag 19 oktober 2009
Kleine geschiedenis van Nederland - De tijd van steden en staten 1000-1500
Het tweede deel dat ik in deze serie echt helemaal gelezen heb. Het is een leuk nachtkastboekje, en soms als voor ik naar bed ga lees ik een aantal bladzijden. Soms ook als in in bad lig. Lekker wat geschiedenis tot me nemen. Ik heb het allemaal al een keer geleerd, ook al is dat vele tientallen jaren geleden inmiddels.
Natuurlijk zijn er nieuwe inzichten en nieuwe bronnen. Altijd leuk om daar weer kennis van te nemen. Voor de rest gewoon een manier om die geschiedenis, die toch niet tot de dagelijkse kost behoord, wakker en levend te houden in mijn gedachten. Het komt me ook van pas bij mijn onderzoek naar de Udenhoutse middeleeuwse geschiedenis. Die gaat weliswaar niet terug tot het jaar duizend, maar begint toch wel goed gedocumenteerd te worden in de tweede helft van de 14de eeuw. Context is daarbij altijd welkom.
Een leesbaar boek, onderhoudend, mooi geïllustreerd en je kunt het in brokstukken lezen. Voor een matig regelmatig lezer als ik ben, is dat buitengewoon handig.
Natuurlijk zijn er nieuwe inzichten en nieuwe bronnen. Altijd leuk om daar weer kennis van te nemen. Voor de rest gewoon een manier om die geschiedenis, die toch niet tot de dagelijkse kost behoord, wakker en levend te houden in mijn gedachten. Het komt me ook van pas bij mijn onderzoek naar de Udenhoutse middeleeuwse geschiedenis. Die gaat weliswaar niet terug tot het jaar duizend, maar begint toch wel goed gedocumenteerd te worden in de tweede helft van de 14de eeuw. Context is daarbij altijd welkom.
Een leesbaar boek, onderhoudend, mooi geïllustreerd en je kunt het in brokstukken lezen. Voor een matig regelmatig lezer als ik ben, is dat buitengewoon handig.
zondag 18 oktober 2009
Familiediner 2009
Zaterdag 17 oktober vond het 5de familiediner plaats. Het eerste lustrum van een leuke traditie. Plaats van handeling was dit keer ons huis in Udenhout. Het principe is simpel. Het gezin waar we samenkomen zorgt voor het hoofdgerecht. Dat is meestal het meeste werk en kost meer voorbereiding. Volgens een vast schema zorgt een ander gezin voor het voorgerecht en het nagerecht. Aangezien we met ons drieën thuis waren komt dat goed uit.
Roelof en Janneke hadden een verrassing voor ons allemaal door hun huwelijk in 2010 aan te kondigen. Een feestje in het verschiet dus!
Het gezin van mijn zus zorgde dit keer voor het voorgerecht. Dat bestond uit een soep met wat room en twee soorten crostini's. De ene besmeerd met groene pesto en belegd met een tomaat en mozzarella en basilicum, de andere met rode pesto, spinazie en wat Parmezaanse kaas.
Op het filmfragment hoor je Debbie het voorgerecht toelichten.
Wij hadden de taak om voor het hoofdgerecht te zorgen. Dat bestond uit aardappelcake, krokante gemarineerde kipreepjes, geroerbakte gemarineerde pangafilet, Griekse salade, gehaktspies met Turkse yoghurtsaus en peultjes.
Het gezin van mijn overleden broer zorgde dit keer voor het toetje. Dat bestond uit een tompouce met frambozen.
Het leukste van zo'n dag is dat we een keer met z'n allen bij elkaar zijn. Het is niet altijd makkelijk, zelfs niet één keer per jaar, en dit keer moesten Martijn en Jonneke met hun pasgeboren zoon Thomas het festijn missen. Desondanks was het gezellig en is er volop gekletst en gelachen.
Volgend jaar zijn we te gast in Helmond. Dan zijn wij verantwoordelijk voor het nagerecht. We hebben er nu al zin in!
Er staan vier filmpjes van de diverse gerechten op Youtube.
De foto's van het familiediner staan op Flickr
Roelof en Janneke hadden een verrassing voor ons allemaal door hun huwelijk in 2010 aan te kondigen. Een feestje in het verschiet dus!
Het gezin van mijn zus zorgde dit keer voor het voorgerecht. Dat bestond uit een soep met wat room en twee soorten crostini's. De ene besmeerd met groene pesto en belegd met een tomaat en mozzarella en basilicum, de andere met rode pesto, spinazie en wat Parmezaanse kaas.
Op het filmfragment hoor je Debbie het voorgerecht toelichten.
Wij hadden de taak om voor het hoofdgerecht te zorgen. Dat bestond uit aardappelcake, krokante gemarineerde kipreepjes, geroerbakte gemarineerde pangafilet, Griekse salade, gehaktspies met Turkse yoghurtsaus en peultjes.
Het gezin van mijn overleden broer zorgde dit keer voor het toetje. Dat bestond uit een tompouce met frambozen.
Het leukste van zo'n dag is dat we een keer met z'n allen bij elkaar zijn. Het is niet altijd makkelijk, zelfs niet één keer per jaar, en dit keer moesten Martijn en Jonneke met hun pasgeboren zoon Thomas het festijn missen. Desondanks was het gezellig en is er volop gekletst en gelachen.
Volgend jaar zijn we te gast in Helmond. Dan zijn wij verantwoordelijk voor het nagerecht. We hebben er nu al zin in!
Er staan vier filmpjes van de diverse gerechten op Youtube.
De foto's van het familiediner staan op Flickr
zaterdag 17 oktober 2009
#20 Muziek online beluisteren in een sociaal netwerk #23ad
Online muziek ontdekte ik omdat ik geen radio op mijn bureau heb staan. En af en toe een muziekje bij wat geestdodend werk kan verlichtend werken. Online radio is er genoeg te vinden, hoewel ik dan wel bij de bekende zenders terecht kwam. Op muzikaal gebied ben ik geen ondernemend type.
Ik ben in oktober 2007 begonnen met Last.fm. Wat een geweldige service. Je meldt je aan en kunt luisteren naar de muziek van je keuze en muziek die daar op leek. Dat laatste was soms wel een heel rekbaar begrip, maar goed, het was net of je naar een radio luisterde. Ik heb de client ook geïnstalleerd op mijn laptop waardoor de muziek die ik daar afspeelde ook werd opgenomen in mijn playlists die ik door widgets weer terug kon laten komen op mijn weblog.
Het is vooral de achtergrondinformatie over bands die indruk op mij maakte. Ik vroeg me al af hoe zoiets gratis kon blijven met een mooie interface en zo ontzettend veel informatie online. Helaas ging dat sprookje over.
Het sociale aspect heeft me ook hier, net als bij Librarything, niet kunnen bekoren. Als ik moet kiezen tussen vrijetijdsbesteding, dan komen er toch hele andere dingen bovendrijven. Natuurlijk ben ik wel eens gaan grasduinen op zoek naar collegafans en me aangesloten bij een groep. Maar veel verder ging het niet. Dit alles laat onverlet dat last.fm een prachtige service is en als je er echt veel gebruik van maakt dan is die 3 euro per maand natuurlijk geen drempel.
Vandaag ben ik aan de slag gegaan met Blip.fm, maar dat haalt het vooralsnog niet in vergelijking met Last.fm.
Hoewel muziek prachtig is en spannend en een ontdekkingsreis besteed ik er bedroevend weinig tijd aan. De enige keer dat ik me echt laat verrassen is bij mijn jaarlijkse bezoek aan het North Sea Jazz festival. Daar hoor ik alleen maar nieuwe muziek.
Desondanks hoorde ik vandaag via Anton Schuttelaars een prachtig stuk koorzang, dus wie weet is blip.fm wel een redelijk alternatief om met nieuwe muziek in aanraking te komen.
Helaas ben ik behoorlijk eenkennig en heb mijn favorieten al lang geleden gekozen. Ik heb er zelfs volledig achterhaalde webpagina's aan gewijd.
Tot slot: kunnen archieven hier iets mee?
Dat vind ik een lastige vraag. Als je een muziekcollectie van formaat hebt, dan is dit misschien een kanaal om een heel ander publiek te bereiken. Van de andere kant, het is muziek en dus waarschijnlijk al elders openbaar gemaakt. Wat te denken van de copyrights op muziek? Het is moeilijk om hier wat zinnigs over te zeggen.
Misschien als je een hele speciale muziekcollectie hebt, bladmuziek, oude muziek, die niet toegankelijk is, of maar voor een select publiek te bereiken, mogelijk biedt iets dergelijks dan kansen.
Maar als je het op Youtube zet, dan kun je het ook publiek maken.
Ik ben benieuwd naar de opvattingen van anderen hierover.
[plaatje]
Ik ben in oktober 2007 begonnen met Last.fm. Wat een geweldige service. Je meldt je aan en kunt luisteren naar de muziek van je keuze en muziek die daar op leek. Dat laatste was soms wel een heel rekbaar begrip, maar goed, het was net of je naar een radio luisterde. Ik heb de client ook geïnstalleerd op mijn laptop waardoor de muziek die ik daar afspeelde ook werd opgenomen in mijn playlists die ik door widgets weer terug kon laten komen op mijn weblog.
Het is vooral de achtergrondinformatie over bands die indruk op mij maakte. Ik vroeg me al af hoe zoiets gratis kon blijven met een mooie interface en zo ontzettend veel informatie online. Helaas ging dat sprookje over.
Het sociale aspect heeft me ook hier, net als bij Librarything, niet kunnen bekoren. Als ik moet kiezen tussen vrijetijdsbesteding, dan komen er toch hele andere dingen bovendrijven. Natuurlijk ben ik wel eens gaan grasduinen op zoek naar collegafans en me aangesloten bij een groep. Maar veel verder ging het niet. Dit alles laat onverlet dat last.fm een prachtige service is en als je er echt veel gebruik van maakt dan is die 3 euro per maand natuurlijk geen drempel.
Vandaag ben ik aan de slag gegaan met Blip.fm, maar dat haalt het vooralsnog niet in vergelijking met Last.fm.
Hoewel muziek prachtig is en spannend en een ontdekkingsreis besteed ik er bedroevend weinig tijd aan. De enige keer dat ik me echt laat verrassen is bij mijn jaarlijkse bezoek aan het North Sea Jazz festival. Daar hoor ik alleen maar nieuwe muziek.
Desondanks hoorde ik vandaag via Anton Schuttelaars een prachtig stuk koorzang, dus wie weet is blip.fm wel een redelijk alternatief om met nieuwe muziek in aanraking te komen.
Helaas ben ik behoorlijk eenkennig en heb mijn favorieten al lang geleden gekozen. Ik heb er zelfs volledig achterhaalde webpagina's aan gewijd.
Tot slot: kunnen archieven hier iets mee?
Dat vind ik een lastige vraag. Als je een muziekcollectie van formaat hebt, dan is dit misschien een kanaal om een heel ander publiek te bereiken. Van de andere kant, het is muziek en dus waarschijnlijk al elders openbaar gemaakt. Wat te denken van de copyrights op muziek? Het is moeilijk om hier wat zinnigs over te zeggen.
Misschien als je een hele speciale muziekcollectie hebt, bladmuziek, oude muziek, die niet toegankelijk is, of maar voor een select publiek te bereiken, mogelijk biedt iets dergelijks dan kansen.
Maar als je het op Youtube zet, dan kun je het ook publiek maken.
Ik ben benieuwd naar de opvattingen van anderen hierover.
[plaatje]
Labels:
blip.fm,
Muziek,
online last.fm,
podcasts,
radio
woensdag 14 oktober 2009
#19 Genealogie 2.0 #23ad
Ik begon met mijn stamboomonderzoek in de tijd dat ik werkeloos was, na mijn studie aan het Mollerinstituut. Als gediplomeerd leraar geschiedenis/aardrijkskunde was er niet zoveel werk en bovendien wachtte mij nog de dienstplicht. Ja, zo lang is dat al geleden!
Ik ging dienst weigeren en die procedure kostte wat tijd, vervolgens moest ik na mijn erkenning werk gaan zoeken: vervangende dienstplicht. Dat lukte bij de Universiteitsbibliotheek in Utrecht. Geweldige tijd gehad daar.
De tijd tussen het einde van mijn studie het begin van mijn arbeidzame leven, voornamelijk in 1986, ben ik dus begonnen met mijn familiegeschiedenis. Ik was toen een jonge genealoog. Mijn mede-genealogen waren over het algemeen een stukkie ouder.
Internet was nog een utopie en het eerste deel van mijn stamboom typte ik uit op een geleende elektrische typemachine. Wat een luxe! Met een autocorrectiefunctie. Het kon niet op. Ik heb mijn familiegeschiedenis in twee delen opgesplitst en verkocht onder familieleden. Er volgde een publicatie van de stamreeks in het Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant (GTOB)
De intrede en verspreiding van de beschikbaarheid van internet maakte het doen van onderzoek een stuk eenvoudiger. Maar tegen die tijd had ik mijn genealogische naspeuringen al ruimschoots beëindigd. Inmiddels gebruik ik genealogie als hulpwetenschap (dat is een rare formulering) bij mijn onderzoek naar de Udenhoutse geschiedenis. Daarbij maak ik dankbaar gebruik van wat het internet mij aan indexen en digitale zoekmogelijkheden biedt.
Ik ben van 1995 tot 2004 redactielid geweest van de Brabantse Leeuw, een goed genealogisch tijdschrift dat zich beperkte tot deze provincie. Maar genealogie kon me niet meer voldoende bekoren. Ik heb in de beginjaren nog wel mijn genealogie gepubliceerd in de Brabantse Leeuw.
De genealogie staat ook al sinds jaar en dag online. Dat levert me nog jaarlijks mails op van of verre familieleden die me dankbaar zijn voor de pagina's of andere onderzoekers die een De Brouwer in hun stamboom / kwartierstaat hebben staan en wat aanvullingen wensen. Fouten krijg ik natuurlijk ook door. :-)
(Stiekem ben ik nog steeds trots op mijn eigen bedachte en gemaakt flashanimatie van het mail-envelopje... Ik weet het: volkomen uit de tijd!)
De genealogische nieuwsgroepen, daar ben ik wel lid van geweest en van een enkele nog steeds. Eind jaren 90 heb ik me ook wel verdiept in de internationale wereld van de genealogie, vanwege mijn eigen overzeese familie, maar ook voor een artikel over een slaaf die in Tilburg werd geëmancipeerd door zijn eigenaren.
Ik ben overigens niet zo actief geweest in die nieuwsgroepen, maar zo hier en daar bood ik een helpende hand als medewerker van een archiefdienst.
Het stamboomforum, daar ben ik wel lid van, maar ik heb er nauwelijks gebruik van gemaakt. Het kwam allemaal een beetje te laat zoals ik al zei. Mijn interesse was intussen verschoven naar het "gewone" historische onderzoek en publiceren.
Hoewel al vroeg actief in nieuwsgroepen en fora moet ik bekennen dat ik een heleboel gemist heb. Mijn collega Marty blogde gisteren over zijn ervaringen op het stamboomforum en die kwam terug met kennis die ik er nooit gezocht en dus ook niet gevonden heb. Zo zie je maar dat de ontwikkelingen gewoon doorgaan en blijvend aandacht verdienen.
Voor archiefdiensten is het dan ook noodzaak dat ze zich op dit soort van fora en nieuwsgroepen begeven en de klanten leren kennen. Wat waarderen ze wel en wat niet, wat helpt ze verder. Je moet zijn waar je klanten komen. Grappig dat de 23 Archiefdingen mij opnieuw dit inzicht opleveren. Je bent nooit te oud om te leren.
Een (google)alert aanmaken alleen is niet voldoende. Je moet je laten horen en zien waar het er toe doet. Zelf wil je als klant/bezoeker ook serieus genomen worden en dat geldt dientengevolge ook voor onze eigen bezoekers.
Tot mijn verbazing (en waarom eigenlijk) las ik dat een krantenbericht van vorige week woensdag al een kleine discussie op het stamboomforum ontlokte.
Het gebruik van widgets, zoals op de website van het BHIC, moet veel wijder verspreid raken. Het zijn hele handige objecten die de bereikbaarheid van je eigen informatie groter maakt en in het andere geval je bezoeker helpt om antwoorden te vinden in de databases van anderen. Het aanbieden van widgets door archiefdiensten daar moet ook meer aandacht voor komen.
Ik ging dienst weigeren en die procedure kostte wat tijd, vervolgens moest ik na mijn erkenning werk gaan zoeken: vervangende dienstplicht. Dat lukte bij de Universiteitsbibliotheek in Utrecht. Geweldige tijd gehad daar.
De tijd tussen het einde van mijn studie het begin van mijn arbeidzame leven, voornamelijk in 1986, ben ik dus begonnen met mijn familiegeschiedenis. Ik was toen een jonge genealoog. Mijn mede-genealogen waren over het algemeen een stukkie ouder.
Internet was nog een utopie en het eerste deel van mijn stamboom typte ik uit op een geleende elektrische typemachine. Wat een luxe! Met een autocorrectiefunctie. Het kon niet op. Ik heb mijn familiegeschiedenis in twee delen opgesplitst en verkocht onder familieleden. Er volgde een publicatie van de stamreeks in het Genealogisch Tijdschrift voor Oost-Brabant (GTOB)
De intrede en verspreiding van de beschikbaarheid van internet maakte het doen van onderzoek een stuk eenvoudiger. Maar tegen die tijd had ik mijn genealogische naspeuringen al ruimschoots beëindigd. Inmiddels gebruik ik genealogie als hulpwetenschap (dat is een rare formulering) bij mijn onderzoek naar de Udenhoutse geschiedenis. Daarbij maak ik dankbaar gebruik van wat het internet mij aan indexen en digitale zoekmogelijkheden biedt.
Ik ben van 1995 tot 2004 redactielid geweest van de Brabantse Leeuw, een goed genealogisch tijdschrift dat zich beperkte tot deze provincie. Maar genealogie kon me niet meer voldoende bekoren. Ik heb in de beginjaren nog wel mijn genealogie gepubliceerd in de Brabantse Leeuw.
De genealogie staat ook al sinds jaar en dag online. Dat levert me nog jaarlijks mails op van of verre familieleden die me dankbaar zijn voor de pagina's of andere onderzoekers die een De Brouwer in hun stamboom / kwartierstaat hebben staan en wat aanvullingen wensen. Fouten krijg ik natuurlijk ook door. :-)
(Stiekem ben ik nog steeds trots op mijn eigen bedachte en gemaakt flashanimatie van het mail-envelopje... Ik weet het: volkomen uit de tijd!)
De genealogische nieuwsgroepen, daar ben ik wel lid van geweest en van een enkele nog steeds. Eind jaren 90 heb ik me ook wel verdiept in de internationale wereld van de genealogie, vanwege mijn eigen overzeese familie, maar ook voor een artikel over een slaaf die in Tilburg werd geëmancipeerd door zijn eigenaren.
Ik ben overigens niet zo actief geweest in die nieuwsgroepen, maar zo hier en daar bood ik een helpende hand als medewerker van een archiefdienst.
Het stamboomforum, daar ben ik wel lid van, maar ik heb er nauwelijks gebruik van gemaakt. Het kwam allemaal een beetje te laat zoals ik al zei. Mijn interesse was intussen verschoven naar het "gewone" historische onderzoek en publiceren.
Hoewel al vroeg actief in nieuwsgroepen en fora moet ik bekennen dat ik een heleboel gemist heb. Mijn collega Marty blogde gisteren over zijn ervaringen op het stamboomforum en die kwam terug met kennis die ik er nooit gezocht en dus ook niet gevonden heb. Zo zie je maar dat de ontwikkelingen gewoon doorgaan en blijvend aandacht verdienen.
Voor archiefdiensten is het dan ook noodzaak dat ze zich op dit soort van fora en nieuwsgroepen begeven en de klanten leren kennen. Wat waarderen ze wel en wat niet, wat helpt ze verder. Je moet zijn waar je klanten komen. Grappig dat de 23 Archiefdingen mij opnieuw dit inzicht opleveren. Je bent nooit te oud om te leren.
Een (google)alert aanmaken alleen is niet voldoende. Je moet je laten horen en zien waar het er toe doet. Zelf wil je als klant/bezoeker ook serieus genomen worden en dat geldt dientengevolge ook voor onze eigen bezoekers.
Tot mijn verbazing (en waarom eigenlijk) las ik dat een krantenbericht van vorige week woensdag al een kleine discussie op het stamboomforum ontlokte.
Het gebruik van widgets, zoals op de website van het BHIC, moet veel wijder verspreid raken. Het zijn hele handige objecten die de bereikbaarheid van je eigen informatie groter maakt en in het andere geval je bezoeker helpt om antwoorden te vinden in de databases van anderen. Het aanbieden van widgets door archiefdiensten daar moet ook meer aandacht voor komen.
Labels:
genealogie,
geschiedenis,
nieuwsgroepen,
stamboomonderzoek
maandag 12 oktober 2009
En we noemen haar Ardi
Het is weer eens zover. Een nieuwe schakel in de geschiedenis van de mensheid, in de keten van voorouders die tot ons mensenras hebben geleid: Ardipithecus. Maar liefst 4.4 miljoen jaar geleden leefde deze voorloper van de mens in Afrika. Where else.
De vondst van het gebeente, wat er van over was tenminste, vond al plaats in 1995, maar tot nu heeft het geduurd om alle fragmenten een plaats te geven in het skelet van deze voormoeder. Want het is wederom een vrouw die gevonden is, net als Lucy die een slordige miljoen jaar eerder leefde.
Nadat de fragmenten hun plaats in het skelet toegewezen hadden gekregen was het tijd om conclusies te trekken. Die staan ter discussie, of komen ter discussie te staan. Dat kan ook niet anders als het zulke oude resten betreft, waar zo weinig vergelijkingsmateriaal van is. Your theory is as good as mine.
Ik kan me nauwelijks voorstellen wat een sensatie het moet zijn om beenderen te vinden van een mensachtige, zo oud, zo onvoorstelbaar lang geleden.
Telkens weer maakt mijn hart een sprongetje als ik zoiets lees. Gelukkig ben ik geabonneerd op National Geographic, want die komt ongetwijfeld met een prachtig geïllustreerd artikel op de proppen. Ik kan nauwelijks wachten.
Filmpje op de website van de BBC.
De vondst van het gebeente, wat er van over was tenminste, vond al plaats in 1995, maar tot nu heeft het geduurd om alle fragmenten een plaats te geven in het skelet van deze voormoeder. Want het is wederom een vrouw die gevonden is, net als Lucy die een slordige miljoen jaar eerder leefde.
Nadat de fragmenten hun plaats in het skelet toegewezen hadden gekregen was het tijd om conclusies te trekken. Die staan ter discussie, of komen ter discussie te staan. Dat kan ook niet anders als het zulke oude resten betreft, waar zo weinig vergelijkingsmateriaal van is. Your theory is as good as mine.
Ik kan me nauwelijks voorstellen wat een sensatie het moet zijn om beenderen te vinden van een mensachtige, zo oud, zo onvoorstelbaar lang geleden.
Telkens weer maakt mijn hart een sprongetje als ik zoiets lees. Gelukkig ben ik geabonneerd op National Geographic, want die komt ongetwijfeld met een prachtig geïllustreerd artikel op de proppen. Ik kan nauwelijks wachten.
Filmpje op de website van de BBC.
donderdag 8 oktober 2009
The Mannahatta Project
In het kader van de herdenking dat Henry Hudson 400 jaar geleden de Hudson rivier "ontdekte" en opvoer is er een prachtig project gestart: The Mannahatta Project. In dat project wordt de kaart van Manhattan in 1609 gereconstrueerd: een nagenoeg onbewoond gebied met rijke flora en fauna.
Dat oorspronkelijke eiland opnieuw vormgeven was geen sinecure omdat er in de vier eeuwen daarna nogal wat is veranderd.
Dat spreekt zeer tot mijn verbeelding aangezien ik zelf bezig ben om iets soortgelijks, maar dan minder spectaculair, voor Udenhout te doen.
De website die bij dit project hoort lijkt veel op een Googlemap met een extra laag. Als je doorklikt kun je op nog meer lagen terecht komen, van 1996-2006. Daarvoor spring je meteen naar 1609. Dat is eigenlijk jammer, want er zijn vast nog meer kaarten/plattegronden van New York die een prachtig doorzicht zouden kunnen geven naar de stedelijke ontwikkeling van deze wereldstad.
Hoe dan ook: inspirerend voorbeeld van hoe techniek het verleden tot leven kan brengen. Het is tevens een ontnuchtering voor mij want toen ik aan mijn project begon was dit soort van techniek nog in de laboratoriumfase en had ik er nog noooooit van gehoord. Nu is het er al en mijn project loopt nog vele vele jaren door. Wie weet hoe mooi ik het straks kan presenteren, of liever gezegd: verbeelden.
Mooi woord: verbeelden.
Steeds meer mogelijkheden, maar om iets zichtbaar te maken moet je wel uitgebreid bronnenonderzoek doen. Dat is iets wat bij The Mannahatta Project (niet te verwarren met The Manhattanproject) misschien nog moet gebeuren. Volgens mij is er nog geweldig veel materiaal dat die website waardevoller kan maken.
Ook leuk om te lezen: het artikel in de National Geographic van september 2009.
Uiteraard besteed ook het Nationaal Archief aandacht aan deze gebeurtenissen.
Dat oorspronkelijke eiland opnieuw vormgeven was geen sinecure omdat er in de vier eeuwen daarna nogal wat is veranderd.
Dat spreekt zeer tot mijn verbeelding aangezien ik zelf bezig ben om iets soortgelijks, maar dan minder spectaculair, voor Udenhout te doen.
De website die bij dit project hoort lijkt veel op een Googlemap met een extra laag. Als je doorklikt kun je op nog meer lagen terecht komen, van 1996-2006. Daarvoor spring je meteen naar 1609. Dat is eigenlijk jammer, want er zijn vast nog meer kaarten/plattegronden van New York die een prachtig doorzicht zouden kunnen geven naar de stedelijke ontwikkeling van deze wereldstad.
Hoe dan ook: inspirerend voorbeeld van hoe techniek het verleden tot leven kan brengen. Het is tevens een ontnuchtering voor mij want toen ik aan mijn project begon was dit soort van techniek nog in de laboratoriumfase en had ik er nog noooooit van gehoord. Nu is het er al en mijn project loopt nog vele vele jaren door. Wie weet hoe mooi ik het straks kan presenteren, of liever gezegd: verbeelden.
Mooi woord: verbeelden.
Steeds meer mogelijkheden, maar om iets zichtbaar te maken moet je wel uitgebreid bronnenonderzoek doen. Dat is iets wat bij The Mannahatta Project (niet te verwarren met The Manhattanproject) misschien nog moet gebeuren. Volgens mij is er nog geweldig veel materiaal dat die website waardevoller kan maken.
Ook leuk om te lezen: het artikel in de National Geographic van september 2009.
Uiteraard besteed ook het Nationaal Archief aandacht aan deze gebeurtenissen.
dinsdag 6 oktober 2009
Feest - 199 jaar
Afgelopen zaterdag hielden deze vier mensen een knallend swingfeest vanwege de bereikte 199 jaar. Lian is enige die de 50 nog niet heeft bereikt. Die leeftijd hoopt ze volgend jaar te halen. Zij heeft het feest in ieder geval al gehad.
We vierden het in Zaal 16 in Tilburg en DJ Willem hield de zaak goed bezig. Hij draaide lekkere dansmuziek uit vooral de jaren 70. Na een aanloop waar de vier feestvierders samen stonden te dansen kwam de rest ook los en heeft bijna iedereen zijn en haar steentje bijgedragen aan een succesvol feest. De voeten waren pijnlijk en zo hoort het ook!
De reacties die we aan het eind van de avond kregen waren positief. Feest vieren doe je samen, zoals zoveel in het leven. Iedereen die meevierde: bedankt voor een memorabele avond.
We vierden het in Zaal 16 in Tilburg en DJ Willem hield de zaak goed bezig. Hij draaide lekkere dansmuziek uit vooral de jaren 70. Na een aanloop waar de vier feestvierders samen stonden te dansen kwam de rest ook los en heeft bijna iedereen zijn en haar steentje bijgedragen aan een succesvol feest. De voeten waren pijnlijk en zo hoort het ook!
De reacties die we aan het eind van de avond kregen waren positief. Feest vieren doe je samen, zoals zoveel in het leven. Iedereen die meevierde: bedankt voor een memorabele avond.
Labels:
199,
Elisabethziekenhuis,
feest,
HSC Tilburg,
Zaal 16
maandag 5 oktober 2009
Joost Goutziers en Jeroen Ketelaars – Gerard van Maasakkers – Deze jongen
De biografie over het leven van de 60-jarige Van Maasakkers is een goed leesbaar boek. Zelf ben ik geen fan van de man, maar ik heb hem met name gezien tijdens zapmomenten op Omroep Brabant en dan nog vooral met het “Liedje van niks”. Ik vond het wel een leuk liedje.
Ik ken geen muziek van Van Maasakkers en toch ken ik hem. Misschien is dat wel typisch voor deze artiest. Brabants tegen wil en dank zou ik willen zeggen na het lezen van dit boek, en dus heel herkenbaar.
Wat bleef me nou boeien in het boek? Gerard is 60 jaar en daarmee 10 jaar ouder dan ik zelf ben. Desondanks was hij actief en gaat een belangrijk deel van het boek over de jaren zestig en zeventig en beschrijft hij zaken die zo herkenbaar zijn voor een katholieke jongen. De religieuze beleving, hoewel die bij hem sterker was dan bij mij, maar vooral ook de situatie thuis lijkt sterk op hoe ik die heb ervaren. Zijn beleving van de jaren zeventig, de opkomst van de folk, het niet kopen van consumptie-artikelen en zelfs enkele muzikanten die met hem gespeeld hebben, heb ik persoonlijk ook gekend, zij het voor een korte tijd. Zijn wereldje is herkenbaar voor iemand die in de jaren zeventig en deels nog tachtig in die kringen vertoefde. Dat schept een band, hoewel Gerard van Maasakkers mij als muzikant niet bijzonder boeit. Als mens trouwens ook niet bijzonder, maar desondanks blijft de herkenbaarheid van de tijd een soort van band.
Hij komt op mij over als iemand die oprecht is en blijft, een tikkeltje aan de serieuze kant, dat ligt mij dan weer een stuk minder. Zijn betrokkenheid bij wat hij schrijft en zingt, dat spreekt me ook aan. Ik houd van mensen die niet noodzakelijkerwijs voor het makkelijke succes kiezen, maar gewoon doorgaan op een ingeslagen weg, en met vallen en opstaan en de nodige zijpaden wel komen waar ze willen zijn.
De kritiek die op hem neerkomt door sommige van de mensen die voor het boek zijn geïnterviewd, die herken ik ook. En dat is gek want ik ken Gerard van Maasakkers helemaal niet! Maar het is wel erg braaf... Zo is hij dan mogelijk wel helemaal, maar misschien is dat dan ook iets waardoor ik niet tot zijn muziek wordt aangetrokken. Iets te vrijblijvend en dat ben ik dan weer niet... altijd :-)
Leuk boek om te lezen en ik ga nu zeker wel wat van zijn muziek beluisteren. Hij is sterk waar ik het niet ben: in emotie. En voor nieuwe dingen moet je open durven staan, ook al zijn ze eng.
Ik ken geen muziek van Van Maasakkers en toch ken ik hem. Misschien is dat wel typisch voor deze artiest. Brabants tegen wil en dank zou ik willen zeggen na het lezen van dit boek, en dus heel herkenbaar.
Wat bleef me nou boeien in het boek? Gerard is 60 jaar en daarmee 10 jaar ouder dan ik zelf ben. Desondanks was hij actief en gaat een belangrijk deel van het boek over de jaren zestig en zeventig en beschrijft hij zaken die zo herkenbaar zijn voor een katholieke jongen. De religieuze beleving, hoewel die bij hem sterker was dan bij mij, maar vooral ook de situatie thuis lijkt sterk op hoe ik die heb ervaren. Zijn beleving van de jaren zeventig, de opkomst van de folk, het niet kopen van consumptie-artikelen en zelfs enkele muzikanten die met hem gespeeld hebben, heb ik persoonlijk ook gekend, zij het voor een korte tijd. Zijn wereldje is herkenbaar voor iemand die in de jaren zeventig en deels nog tachtig in die kringen vertoefde. Dat schept een band, hoewel Gerard van Maasakkers mij als muzikant niet bijzonder boeit. Als mens trouwens ook niet bijzonder, maar desondanks blijft de herkenbaarheid van de tijd een soort van band.
Hij komt op mij over als iemand die oprecht is en blijft, een tikkeltje aan de serieuze kant, dat ligt mij dan weer een stuk minder. Zijn betrokkenheid bij wat hij schrijft en zingt, dat spreekt me ook aan. Ik houd van mensen die niet noodzakelijkerwijs voor het makkelijke succes kiezen, maar gewoon doorgaan op een ingeslagen weg, en met vallen en opstaan en de nodige zijpaden wel komen waar ze willen zijn.
De kritiek die op hem neerkomt door sommige van de mensen die voor het boek zijn geïnterviewd, die herken ik ook. En dat is gek want ik ken Gerard van Maasakkers helemaal niet! Maar het is wel erg braaf... Zo is hij dan mogelijk wel helemaal, maar misschien is dat dan ook iets waardoor ik niet tot zijn muziek wordt aangetrokken. Iets te vrijblijvend en dat ben ik dan weer niet... altijd :-)
Leuk boek om te lezen en ik ga nu zeker wel wat van zijn muziek beluisteren. Hij is sterk waar ik het niet ben: in emotie. En voor nieuwe dingen moet je open durven staan, ook al zijn ze eng.
zaterdag 3 oktober 2009
#18 Catalogiseer je boekenkast met LibraryThing #23ad
Librarything. Wat een fantastisch ding! Sinds 2,5 jaar ben ik lid van deze online applicatie. Ik ben heel terughoudend geweest met het invoeren van boeken. Niet met de laptop op de knieën voor de boekenkast om al mijn titels in te voeren. Maar ik heb er wel de boeken die ik in de afgelopen jaren heb gelezen ingebracht. Enkele werken van vroeger staan er ook tussen. Een lijst van 68 boeken is behoorlijk mager in vergelijking met de collecties van de meeste Librarythingers.
Van jongs af aan heb ik graag gelezen. Het moest wel wat met oorlog te maken hebben, maar goed, daar ben je dan jongen voor. Spelen met kleine plastic soldaatjes heb ik jarenlang gedaan met een jongen die bij mij achter woonde en daar ook van hield. Dus boeken over oorlog hadden mijn aandacht.
Later veranderde dat in meer historische en politieke boeken. De laatste lees ik nog maar zelden, de historische boeken hebben nog steeds mijn voorkeur. Daarnaast lees ik literatuur die Lian mij aanbeveelt en in de koffer laadt als we op vakantie gaan. Lezen. En boeken kopen. De bibliotheek heeft een slechte aan ons, de boekhandel een hele goede. Wij kopen de boeken die we willen lezen, of het nou voor ontspanning of studie is. Hebben!
Helaas komt er van lezen niet meer zoveel. De computer pleegt een grote aanslag op mijn tijd. Maar ik dwing mezelf om te blijven lezen omdat ik op die manier nieuwe kennis kan verwerven of me domweg ontspan.
Librarything biedt een mooie kans om te kijken hoeveel mensen hetzelfde boek hebben gelezen, wat ze er van vonden en welke boeken ook interessant kunnen zijn. Omdat die gelezen zijn door mensen die meerdere boeken hebben gelezen die in mijn lijst staan, of omdat ze in dezelfde categorie vallen. Ik gebruik dat overigens nauwelijks.
Dit weblog ben ik ooit begonnen om vooral de boeken die ik gelezen heb een plaats te geven, een soort van boekengeheugen. Librarything doet min of meer hetzelfde. Je kunt er in bijhouden wanneer je in een boek begonnen bent en wanneer je het uitgelezen hebt. Je kunt het waarderen en een bespreking toevoegen. Dat doe ik dan ook meestal. Het sociale aspect laat ik helemaal links liggen. Handig om dat soort van gegevens te registreren en natuurlijk de leuke widgets om boeken in je weblog te plakken. Dat vind ik dan weer wel leuk.
Nederlandstalige titels, die zijn maar matig te vinden in Librarything. Engelstalige boeken vind je er in grotere getale. Dat is ook logisch. Voor mij een leuk dingetje dat leert dat er voor iets dergelijks blijkbaar een hele grote markt bestaat. Zeker als je bedenkt dat er ook een Nederlandstalige variant is gekomen met Dizzie.nl. Ik kan het niet opbrengen om daar ook een account aan te maken en te testen. Met mijn, voornamelijk Nederlandstalige, bibliotheek zou ik daar misschien meer op mijn plaats zijn dan bij Librarything.
Ondanks mijn enthousiasme is het voor mij een voorbeeld gebleven, niet een tool die ik fanatiek gebruik. Maar het bewijst dat het werkt. Online verzamelen, beschrijven, taggen en beoordelen werkt.
Oh ja, als je een Nederlandstalige titel wilt toevoegen, kies dan de KB als zoekbron. Bijna altijd prijs!
Ik heb ook een aantal covers toegevoegd, omdat er van die Nederlandse boeken meestal geen beeld beschikbaar was.
Librarything is Leuk!
PS.
Als dienstweigeraar werkte ik bij de Universiteitsbibliotheek in Utrecht. Als medewerker kon je daar ongehinderd dwalen door de grote depots met boeken. Een depot heette de SingSing naar de gevangenis in de VS. De vloeren van de etages bestonden uit roosters zodat je altijd begluurd kon worden. In die stellingen stonden de meest prachtige boeken gewoon voor de grijp. Geweldig mooi geïllustreerde boeken die door de tekenaars/biologen van de VOC waren gemaakt, de serie van Jacob Cats uit de 17de eeuw. Onvoorstelbaar wat ik daar allemaal heb gezien en in mijn handen heb gehad.
Even verderop oude drukken uit de 16de eeuw van bijbels en noem maar op. Ik heb daar een fantastische tijd gehad. En voor de echte oude manuscripten (daar kon je niet zomaar bij) moest ik naar het museum. Dat doe ik nog wel eens, b.v. een paar jaar geleden in Nijmegen (museum Valkhof) naar de werken van de gebroeders Van Limburg.
Van boeken krijg ik nooit genoeg.
Van jongs af aan heb ik graag gelezen. Het moest wel wat met oorlog te maken hebben, maar goed, daar ben je dan jongen voor. Spelen met kleine plastic soldaatjes heb ik jarenlang gedaan met een jongen die bij mij achter woonde en daar ook van hield. Dus boeken over oorlog hadden mijn aandacht.
Later veranderde dat in meer historische en politieke boeken. De laatste lees ik nog maar zelden, de historische boeken hebben nog steeds mijn voorkeur. Daarnaast lees ik literatuur die Lian mij aanbeveelt en in de koffer laadt als we op vakantie gaan. Lezen. En boeken kopen. De bibliotheek heeft een slechte aan ons, de boekhandel een hele goede. Wij kopen de boeken die we willen lezen, of het nou voor ontspanning of studie is. Hebben!
Helaas komt er van lezen niet meer zoveel. De computer pleegt een grote aanslag op mijn tijd. Maar ik dwing mezelf om te blijven lezen omdat ik op die manier nieuwe kennis kan verwerven of me domweg ontspan.
Librarything biedt een mooie kans om te kijken hoeveel mensen hetzelfde boek hebben gelezen, wat ze er van vonden en welke boeken ook interessant kunnen zijn. Omdat die gelezen zijn door mensen die meerdere boeken hebben gelezen die in mijn lijst staan, of omdat ze in dezelfde categorie vallen. Ik gebruik dat overigens nauwelijks.
Dit weblog ben ik ooit begonnen om vooral de boeken die ik gelezen heb een plaats te geven, een soort van boekengeheugen. Librarything doet min of meer hetzelfde. Je kunt er in bijhouden wanneer je in een boek begonnen bent en wanneer je het uitgelezen hebt. Je kunt het waarderen en een bespreking toevoegen. Dat doe ik dan ook meestal. Het sociale aspect laat ik helemaal links liggen. Handig om dat soort van gegevens te registreren en natuurlijk de leuke widgets om boeken in je weblog te plakken. Dat vind ik dan weer wel leuk.
Nederlandstalige titels, die zijn maar matig te vinden in Librarything. Engelstalige boeken vind je er in grotere getale. Dat is ook logisch. Voor mij een leuk dingetje dat leert dat er voor iets dergelijks blijkbaar een hele grote markt bestaat. Zeker als je bedenkt dat er ook een Nederlandstalige variant is gekomen met Dizzie.nl. Ik kan het niet opbrengen om daar ook een account aan te maken en te testen. Met mijn, voornamelijk Nederlandstalige, bibliotheek zou ik daar misschien meer op mijn plaats zijn dan bij Librarything.
Ondanks mijn enthousiasme is het voor mij een voorbeeld gebleven, niet een tool die ik fanatiek gebruik. Maar het bewijst dat het werkt. Online verzamelen, beschrijven, taggen en beoordelen werkt.
Oh ja, als je een Nederlandstalige titel wilt toevoegen, kies dan de KB als zoekbron. Bijna altijd prijs!
Ik heb ook een aantal covers toegevoegd, omdat er van die Nederlandse boeken meestal geen beeld beschikbaar was.
Librarything is Leuk!
PS.
Als dienstweigeraar werkte ik bij de Universiteitsbibliotheek in Utrecht. Als medewerker kon je daar ongehinderd dwalen door de grote depots met boeken. Een depot heette de SingSing naar de gevangenis in de VS. De vloeren van de etages bestonden uit roosters zodat je altijd begluurd kon worden. In die stellingen stonden de meest prachtige boeken gewoon voor de grijp. Geweldig mooi geïllustreerde boeken die door de tekenaars/biologen van de VOC waren gemaakt, de serie van Jacob Cats uit de 17de eeuw. Onvoorstelbaar wat ik daar allemaal heb gezien en in mijn handen heb gehad.
Even verderop oude drukken uit de 16de eeuw van bijbels en noem maar op. Ik heb daar een fantastische tijd gehad. En voor de echte oude manuscripten (daar kon je niet zomaar bij) moest ik naar het museum. Dat doe ik nog wel eens, b.v. een paar jaar geleden in Nijmegen (museum Valkhof) naar de werken van de gebroeders Van Limburg.
Van boeken krijg ik nooit genoeg.
Labels:
bibliotheek,
Boeken,
Librarything,
netwerk,
sociaal,
sociale netwerken
donderdag 1 oktober 2009
#17 Sociale netwerken en wat er in te doen is #23ad
Sociale netwerken, daar ben ik al lang lid van blijkt als ik de tekst van dit ding lees. De nieuwsgroepen die genoemd worden, daar ging ik als eerste bij langs.
Volgens mij was een nieuwsbrief de eerste manier voor mij om met gelijkgestemden in contact te komen. Het was de St. Cleve Chronicle van Jethro Tull fans waar ik al heel lang geleden een abonnement op nam. Bestaat al een tijdje niet meer. Daarvoor is een andere mailinglist teruggekomen waar ik nog steeds lid van ben: TalkTull. Een gesloten lijst die niet gediend is van trollen die met name de nieuwsgroep ernstig terroriseerde.
Later kwam ik terecht bij de genealogische nieuwsgroepen en daarvoor ben ik nog wel eens op een bulletinboard geweest, maar met een 28.8K modem was dat geen feest. Zover de jaren 90.
Gelukkig ligt dit alles ver achter ons en is de manier om online te communiceren nu vele malen beter te doen. De nieuwsgroepen bestaan nog steeds en zijn springlevend.
De sociale netwerken zijn echter wel sympathieker in hun werken. Met de toename van de online snelheid (datatransfer) was de noodzaak van nieuwsgroepen, waar je d.m.v. een digest (bundeling van alle berichten op een dag of week) niet te veel (dure modem-)online tijd kwijt was, een stuk minder relevant. Vandaag las ik nog dat de breedbandverspreiding in Nederland nog steeds nagenoeg ongeëvenaard is.
Zelf ben ik niet actief in "echte" sociale netwerken hoewel ik wel een Hyves profiel heb, een Facebookprofiel en wel eens gekeken heb op MySpace. Ik ben ook lid van Schoolbank. Het actiefst ben ik op LinkedIn. Maar net zoals ik in het echte leven niet zo'n sociaal netwerker ben, ben ik dat online evenmin. Het is wel een stuk makkelijker om online met mensen in contact te komen. Dat bleek al met het chatten.
De sociale mogelijkheden van Flickr, YouTube en Librarything gebruik ik nauwelijks. Als ik het doe houdt het meestal verband met mijn werk of mijn hobbies.
Ik ben er nog niet van overtuigd dat de sociale netwerken zoals Hyves een bijdrage kunnen leveren aan de betekenis van het Regionaal Archief Tilburg. Aanwezig zijn is niet genoeg en ik ken Hyves niet goed genoeg om te weten of het ontwikkelen van activiteiten daar tot betere binding met het publiek gaat leiden.
Ik ben er wel van overtuigd dat sites als YouTube een hele belangrijke bijdrage kunnen geven aan onze collectie films. Daar komen dagelijks zoveel mensen dat je daar een veel grotere kans hebt om "gevonden" te worden. Voor Flickr geldt dat waarschijnlijk wat minder en voor Librarything nog veel minder.
Maar, wat ik hierboven schrijf is niet gebaseerd op enig onderzoek. Het zou zeker aandacht verdienen als we daar als sector meer aandacht aan gaan besteden. Het heeft ook te maken met de keuzes die je als archiefdienst maakt. Zoek je een bepaald publiek, of is ieder contact met het publiek waardevol?
Blijft overeind staan dat we daar als sector nog veel te weinig over weten.
Community's zoals Archief 2.0 en Archives 2.0, daar geloof ik wel in. Die hebben namelijk hun nut al bewezen. Een onmiskenbaar bewijs daarvan is deze cursus 23 Archiefdingen die uit deze community is geïnitieerd. Ik neem ook enthousiast daar aan deel en probeer mijn bijdrage te leveren aan het verspreiden van het 2.0 gedachtegoed binnen archieven.
Sociale netwerken bieden kansen voor mensen en groepen en ideeën. Ze verbinden mensen met elkaar. Of je als organisatie daar goed tussen kunt komen, inhoudelijk, niet alleen voor de leuk, dat is voor mij nog niet voldoende duidelijk.
Volgens mij was een nieuwsbrief de eerste manier voor mij om met gelijkgestemden in contact te komen. Het was de St. Cleve Chronicle van Jethro Tull fans waar ik al heel lang geleden een abonnement op nam. Bestaat al een tijdje niet meer. Daarvoor is een andere mailinglist teruggekomen waar ik nog steeds lid van ben: TalkTull. Een gesloten lijst die niet gediend is van trollen die met name de nieuwsgroep ernstig terroriseerde.
Later kwam ik terecht bij de genealogische nieuwsgroepen en daarvoor ben ik nog wel eens op een bulletinboard geweest, maar met een 28.8K modem was dat geen feest. Zover de jaren 90.
Gelukkig ligt dit alles ver achter ons en is de manier om online te communiceren nu vele malen beter te doen. De nieuwsgroepen bestaan nog steeds en zijn springlevend.
De sociale netwerken zijn echter wel sympathieker in hun werken. Met de toename van de online snelheid (datatransfer) was de noodzaak van nieuwsgroepen, waar je d.m.v. een digest (bundeling van alle berichten op een dag of week) niet te veel (dure modem-)online tijd kwijt was, een stuk minder relevant. Vandaag las ik nog dat de breedbandverspreiding in Nederland nog steeds nagenoeg ongeëvenaard is.
Zelf ben ik niet actief in "echte" sociale netwerken hoewel ik wel een Hyves profiel heb, een Facebookprofiel en wel eens gekeken heb op MySpace. Ik ben ook lid van Schoolbank. Het actiefst ben ik op LinkedIn. Maar net zoals ik in het echte leven niet zo'n sociaal netwerker ben, ben ik dat online evenmin. Het is wel een stuk makkelijker om online met mensen in contact te komen. Dat bleek al met het chatten.
De sociale mogelijkheden van Flickr, YouTube en Librarything gebruik ik nauwelijks. Als ik het doe houdt het meestal verband met mijn werk of mijn hobbies.
Ik ben er nog niet van overtuigd dat de sociale netwerken zoals Hyves een bijdrage kunnen leveren aan de betekenis van het Regionaal Archief Tilburg. Aanwezig zijn is niet genoeg en ik ken Hyves niet goed genoeg om te weten of het ontwikkelen van activiteiten daar tot betere binding met het publiek gaat leiden.
Ik ben er wel van overtuigd dat sites als YouTube een hele belangrijke bijdrage kunnen geven aan onze collectie films. Daar komen dagelijks zoveel mensen dat je daar een veel grotere kans hebt om "gevonden" te worden. Voor Flickr geldt dat waarschijnlijk wat minder en voor Librarything nog veel minder.
Maar, wat ik hierboven schrijf is niet gebaseerd op enig onderzoek. Het zou zeker aandacht verdienen als we daar als sector meer aandacht aan gaan besteden. Het heeft ook te maken met de keuzes die je als archiefdienst maakt. Zoek je een bepaald publiek, of is ieder contact met het publiek waardevol?
Blijft overeind staan dat we daar als sector nog veel te weinig over weten.
Community's zoals Archief 2.0 en Archives 2.0, daar geloof ik wel in. Die hebben namelijk hun nut al bewezen. Een onmiskenbaar bewijs daarvan is deze cursus 23 Archiefdingen die uit deze community is geïnitieerd. Ik neem ook enthousiast daar aan deel en probeer mijn bijdrage te leveren aan het verspreiden van het 2.0 gedachtegoed binnen archieven.
Sociale netwerken bieden kansen voor mensen en groepen en ideeën. Ze verbinden mensen met elkaar. Of je als organisatie daar goed tussen kunt komen, inhoudelijk, niet alleen voor de leuk, dat is voor mij nog niet voldoende duidelijk.
Abonneren op:
Posts (Atom)