Deze medaille is in het leven geroepen nadat Catharine Labouré in Parijs Mariaverschijningen kreeg. Maria zei haar bij die verschijningen dat er een medaille moest komen. De dragers van die medailles zouden grote genade ontvangen van de moeder van Jezus.
Na aanvankelijke twijfel bij haar biechtvader kwamen de medailles er toch en vanaf 1832 nam de verspreiding er van een grote vlucht. Het werd de meest verspreide christelijke medaille ter wereld.
Geen wonder dus dat mijn tantes verschillende van deze Wonderdadige medailles in hun bezit hadden. Er zijn vier verschillende versie aanwezig.
Overigens is de feestdag van Catharina 28 november. Vandaag dus. Vandaar een extra relikwie :).
woensdag 28 november 2012
zondag 25 november 2012
Relikwie (7): Frater M. Andreas
Nog een frater, deze keer uit de orde van de Fraters van Tilburg. De geboren Udenhouter Andreas van den Boer zijn geboortedag was gisteren, 24 november, maar dan in het jaar 1841. Hij heeft 50 jaar als onderwijzer gewerkt aan de Ruwenberg in St. Michielsgestel. Hij overleed in 1917, net als frère Mutien-Marie.
Frater Andreas is geen heilige, hij is nog niet eens zalig verklaard. Toch heeft hij een eigen kapel in het moederhuis van de fraters in Tilburg. In hoeverre hij nog werkelijk vereerd wordt durf ik niet te zeggen. Er is in 2007 nog een reportage gemaakt bij de bedevaart naar het graf van frater Andreas door de lokale omroep. Dat was 90 jaar na zijn overlijden.
Voor religieuze katholieke Tilburgers een must. Op het prentje zit een stukje stof, vermoedelijk van zijn kleding, met een lakzegel van de Fraters van Tilburg ter authentificatie van dit relikwie. Het prentje met relikwie is gescheurd geweest, waarschijnlijk omdat het gevouwen werd bewaard. Het prentje is gerepareerd met plakband. Het was blijkbaar de moeite waard om te bewaren.
Frater Andreas is geen heilige, hij is nog niet eens zalig verklaard. Toch heeft hij een eigen kapel in het moederhuis van de fraters in Tilburg. In hoeverre hij nog werkelijk vereerd wordt durf ik niet te zeggen. Er is in 2007 nog een reportage gemaakt bij de bedevaart naar het graf van frater Andreas door de lokale omroep. Dat was 90 jaar na zijn overlijden.
Voor religieuze katholieke Tilburgers een must. Op het prentje zit een stukje stof, vermoedelijk van zijn kleding, met een lakzegel van de Fraters van Tilburg ter authentificatie van dit relikwie. Het prentje met relikwie is gescheurd geweest, waarschijnlijk omdat het gevouwen werd bewaard. Het prentje is gerepareerd met plakband. Het was blijkbaar de moeite waard om te bewaren.
dinsdag 20 november 2012
Ian Anderson en band in de Melkweg #jethrotull
Ik blogde twee maanden geleden al dat ik naar het concert van Ian Anderson en band zou gaan. Gisteren was het zover.
In die maanden heb ik veel naar het vervolg Thick as a Brick 2 geluisterd, bijna dagelijks een of meerder keren. Een fantastische cd die niet het niveau van de eerste haalt, maar wel, opnieuw, prachtige muziek laat horen.
Thick as a Brick is in 1972 verschenen en het is eigenlijk één nummer dat op twee zijden van een ouderwetse vinyl langspeelplaat past. Bijna 45 minuten muziek. Dat noodzaakte een band toen om het eind van kant 1 met een intermezzo af te sluiten dat dan op kant 2 weer kon worden opgepikt. Klinkt allemaal als een klok en het is een caleidoscoop aan ritmes en muzikale vondsten aaneengeschakeld tot een episch werk. Ian Anderson schrijft in het programmaboekje dat de oorspronkelijke muziek op ongeveer 10 achtereenvolgende dagen is ontstaan, soms voortbordurend of teruggrijpend op het vorige en vaker iets totaal anders. Thick as a Brick was de eerste LP die ik kocht van Jethro Tull en ik had meteen een meesterwerk in handen. The rest is history.
Als je in de zaal zit en probeert je voor te stellen wat de avond gaat brengen komt natuurlijk toch de gebrekkige stem van Ian Anderson naar voren. De man kan al vele jaren eigenljk niet meer goed zingen en dat wreekt zich nogal eens bij de uitvoering van de nummers. Hoewel de teksten vaak erg geestig en prachtig geconstrueerd zijn biedt de muziek gelukkig meer dan voldoende kwaliteit om een zeer genoeglijke avond te hebben. But still, you wonder...
Dit keer had Anderson een list bedacht en een hulpstem (Ryan O'Donnell) ingeschakeld die een groot deel van de zang op zich nam zodat er ruimte voor rust kwam, maar ook ruimte om ondersteunende gitaar- of fluitpartijen te spelen. De stem was niet beter dan anders en soms zelf een beetje vals. Ach, als Tullfan ben je niet meer zo kritisch daarop :).
Anderson is niet gespeend van humor, English style, en ook deze avond kwam er het een en ander op ons af. Ik begreep dat een aantal van die intermezzo's en figuren in beeld ook bij de oorspronkelijke show van 1972 hoorden. Mooi. Het waren komische beelden en intermezzo's die in de traditie van Tommy Cooper en Monty Python horen. Ik houd van beide dus dat komt goed uit.
De uitvoering van Thick as a Brick was fenomenaal goed. Ik kan er eigenlijk niets op aanmerken. Sinds 1972 doe ik het met de excerpten van een minuut of 10 en die waren ook steeds van prima kwaliteit, maar nu het hele werk integraal uitgevoerd te horen worden, ik heb er gewoon geen woorden voor. Once in a lifetime experience. Het klonk als een klok. Muzikaal in beton gegoten. Strak en ongelofelijk minitieus uitgevoerd. Natuurlijk moest er bij sommige passages geïmproviseerd worden. Een tape die even meeliep, of een Skypefilm met Anna Phoebe die een stukje viool meespeelde, alles werd uit de kast gehaald. Anderson is nooit wars geweest van innovaties en heeft zijn hele muziale carrière daar dankbaar en meestal als een van de eersten gebruik van gemaakt.
De drumpartij van dit nummer heeft me altijd geïmponeerd, al die riedeltjes, versterking van ritmes, variatie in tempi, het moet een genot zijn voor de man.
De tweede helft van Thick as a Brick was eigenlijk het hoogtepunt omdat daar zoveel gebeurt aan vreemde fratsen muzikaal gezien dat je niet weet waar je moet luisteren. Ongehoord.
Na de pauze volgde Thick as a Brick 2, even virtuoos neergezet. Hoogtepunten blijven Banker Bets, Banker Wins en Kismet in Suburbia. Maar ook het ontroerende Wootton Bassett Town. En de rest natuurlijk!. Toetje was Locomotive Breath met een uitgerekt einde. Prachtig.
Daarna nog even wat merchandise ingeslagen. Opmerkelijk en zorgelijk feit: het t-shirt dat ik wilde was er alleen in XXL. Nou ben ik niet fijngebouwd, toegegeven, maar XXL is toch echt aan de ruime kant. Blijkbaar is de doelgroep twee XX toegenomen in de loop der jaren.
Ik heb geprobeerd het een en ander op video vast te leggen. De beeldkwaliteit is pover, to say the least, maar het geluid valt alles mee. Ik had een prima plaats vlak bij het mengpaneel, op een goede hoogt in de zaal. De stoel naast me was leeg waardoor ik eenvoudig een vast camerapunt kon handhaven zonder al te veel pijn in de armen. Helemaal stil houd je het nooit natuurlijk in zo'n ambiance. De filmpjes staan op mijn YouTubekanaal.
Het was een onvergetelijk avond, indrukwekkend en uniek. Het zoveelste hoogtepunt die deze man en zijn muziek me heeft gegeven in de afgelopen 36 jaar.
I'm a happy man!
In die maanden heb ik veel naar het vervolg Thick as a Brick 2 geluisterd, bijna dagelijks een of meerder keren. Een fantastische cd die niet het niveau van de eerste haalt, maar wel, opnieuw, prachtige muziek laat horen.
Thick as a Brick is in 1972 verschenen en het is eigenlijk één nummer dat op twee zijden van een ouderwetse vinyl langspeelplaat past. Bijna 45 minuten muziek. Dat noodzaakte een band toen om het eind van kant 1 met een intermezzo af te sluiten dat dan op kant 2 weer kon worden opgepikt. Klinkt allemaal als een klok en het is een caleidoscoop aan ritmes en muzikale vondsten aaneengeschakeld tot een episch werk. Ian Anderson schrijft in het programmaboekje dat de oorspronkelijke muziek op ongeveer 10 achtereenvolgende dagen is ontstaan, soms voortbordurend of teruggrijpend op het vorige en vaker iets totaal anders. Thick as a Brick was de eerste LP die ik kocht van Jethro Tull en ik had meteen een meesterwerk in handen. The rest is history.
Als je in de zaal zit en probeert je voor te stellen wat de avond gaat brengen komt natuurlijk toch de gebrekkige stem van Ian Anderson naar voren. De man kan al vele jaren eigenljk niet meer goed zingen en dat wreekt zich nogal eens bij de uitvoering van de nummers. Hoewel de teksten vaak erg geestig en prachtig geconstrueerd zijn biedt de muziek gelukkig meer dan voldoende kwaliteit om een zeer genoeglijke avond te hebben. But still, you wonder...
Dit keer had Anderson een list bedacht en een hulpstem (Ryan O'Donnell) ingeschakeld die een groot deel van de zang op zich nam zodat er ruimte voor rust kwam, maar ook ruimte om ondersteunende gitaar- of fluitpartijen te spelen. De stem was niet beter dan anders en soms zelf een beetje vals. Ach, als Tullfan ben je niet meer zo kritisch daarop :).
Anderson is niet gespeend van humor, English style, en ook deze avond kwam er het een en ander op ons af. Ik begreep dat een aantal van die intermezzo's en figuren in beeld ook bij de oorspronkelijke show van 1972 hoorden. Mooi. Het waren komische beelden en intermezzo's die in de traditie van Tommy Cooper en Monty Python horen. Ik houd van beide dus dat komt goed uit.
De uitvoering van Thick as a Brick was fenomenaal goed. Ik kan er eigenlijk niets op aanmerken. Sinds 1972 doe ik het met de excerpten van een minuut of 10 en die waren ook steeds van prima kwaliteit, maar nu het hele werk integraal uitgevoerd te horen worden, ik heb er gewoon geen woorden voor. Once in a lifetime experience. Het klonk als een klok. Muzikaal in beton gegoten. Strak en ongelofelijk minitieus uitgevoerd. Natuurlijk moest er bij sommige passages geïmproviseerd worden. Een tape die even meeliep, of een Skypefilm met Anna Phoebe die een stukje viool meespeelde, alles werd uit de kast gehaald. Anderson is nooit wars geweest van innovaties en heeft zijn hele muziale carrière daar dankbaar en meestal als een van de eersten gebruik van gemaakt.
De drumpartij van dit nummer heeft me altijd geïmponeerd, al die riedeltjes, versterking van ritmes, variatie in tempi, het moet een genot zijn voor de man.
De tweede helft van Thick as a Brick was eigenlijk het hoogtepunt omdat daar zoveel gebeurt aan vreemde fratsen muzikaal gezien dat je niet weet waar je moet luisteren. Ongehoord.
Na de pauze volgde Thick as a Brick 2, even virtuoos neergezet. Hoogtepunten blijven Banker Bets, Banker Wins en Kismet in Suburbia. Maar ook het ontroerende Wootton Bassett Town. En de rest natuurlijk!. Toetje was Locomotive Breath met een uitgerekt einde. Prachtig.
Daarna nog even wat merchandise ingeslagen. Opmerkelijk en zorgelijk feit: het t-shirt dat ik wilde was er alleen in XXL. Nou ben ik niet fijngebouwd, toegegeven, maar XXL is toch echt aan de ruime kant. Blijkbaar is de doelgroep twee XX toegenomen in de loop der jaren.
Ik heb geprobeerd het een en ander op video vast te leggen. De beeldkwaliteit is pover, to say the least, maar het geluid valt alles mee. Ik had een prima plaats vlak bij het mengpaneel, op een goede hoogt in de zaal. De stoel naast me was leeg waardoor ik eenvoudig een vast camerapunt kon handhaven zonder al te veel pijn in de armen. Helemaal stil houd je het nooit natuurlijk in zo'n ambiance. De filmpjes staan op mijn YouTubekanaal.
Het was een onvergetelijk avond, indrukwekkend en uniek. Het zoveelste hoogtepunt die deze man en zijn muziek me heeft gegeven in de afgelopen 36 jaar.
I'm a happy man!
Labels:
2012,
amsterdam,
concert,
Ian Anderson,
Jethro Tull,
Melkweg,
Muziek,
november,
rock,
Thick as a Brick
maandag 19 november 2012
Hilary Mantel - Het boek Henry
Dit boek is het vervolg van Wolf Hall waarover ik al eerder schreef. Deze opvolger is een stuk dunner dan Wolf Hall was. Met iets meer dan 400 pagina's een lekker behapbaar boek.
Dit boek beschrijft de opkomst en vooral de ondergang van Anne Boleyn, de tweede vrouw van Henry de 8ste. Opnieuw vanuit het perspectief van Thomas Cromwell, de vertrouweling van de koning. Hij is ook archiefmeester in het boek en dat is voor mij als archivaris natuurlijk een enorme pré!
Opnieuw is het de stijl van Mantel die me makkelijk voor haar boek wint. Los van het buitengewoon interessante inkijkje in het gekonkel en de achterkamertjes van het vroeg 16de eeuws Engelse hof. Zij schrijft in een vloeiende stijl en dat maakt de complexiteit van het verhaal goed te verteren.
Ingewikkeld is het namelijk wel. Een keur aan personages komt voorbij met ieder hun eigen belang of belangetje. En dan lees je in het nawoord dat ze voor de overzichtelijkheid er nog een aantal niet heeft opgenomen in het boek. Dank je Hilary! De lijst met belangrijkste personages achterin het boek kan dan ook soelaas bieden voor wie de draad even kwijt is geraakt.
Het boek beschrijft dus de wisseling van de wacht aan het hof. Het begint in Wolf Hall (de plaats, niet het boek!) bij de familie Seymour die de volgende vrouw van koning Henry VIII gaat leveren. Het is die wisseling van de wacht die het aantal personages ineens verdubbeld omdat de Seymours langzaam in het boek opkomen terwijl de Boleynen het noodlot niet kan ontgaan. Maar ze spelen nog wel een rol. Het overlijden van Henry's eerste vrouw, Catharina van Aragon, maakt weer een heel ander scala aan belangen en intriges mogelijk.
Boeiend is en blijft de rol van Cromwell. In beide boeken is zijn invloed en macht voelbaar, maar in die staatsvorm met een bijna absoluut vorst en een heleboel gegadigden om het stokje over te nemen als het om het verdelen van de buit gaat, loop je eigenlijk voortdurend spitsroeden.
Cromwell heeft de koning in dit boek steeds aan zijn zijde, voornamelijk omdat hij er steeds opnieuw in slaagt om de wensen van de koning aan te voelen en te begrijpen uit de hints en zinspelingen die hij krijgt. Zolang je daarin maar slaagt en de knopen voor de koning doorhakt zonder dat er teveel spetters op hem terechtkomen, ben je in genade. Dan is the sky the limit. Die machinaties, met op de achtergrond een groeiende onvrede onder de edelen aan het hof dat hij, Cromwell, zo'n vooraanstaande rol vervult zonder zelf van adel te zijn, zijn intrigerend en boeiend beschreven.
Het derde en laatste deel is in voorbereiding en heeft als titel: The Mirror and the Light. Daarin zal Cromwell ongetwijfeld het onderspit delven. Tegen sommige krachten is niemand opgewassen.
Ik ga het lezen!
Dit boek beschrijft de opkomst en vooral de ondergang van Anne Boleyn, de tweede vrouw van Henry de 8ste. Opnieuw vanuit het perspectief van Thomas Cromwell, de vertrouweling van de koning. Hij is ook archiefmeester in het boek en dat is voor mij als archivaris natuurlijk een enorme pré!
Opnieuw is het de stijl van Mantel die me makkelijk voor haar boek wint. Los van het buitengewoon interessante inkijkje in het gekonkel en de achterkamertjes van het vroeg 16de eeuws Engelse hof. Zij schrijft in een vloeiende stijl en dat maakt de complexiteit van het verhaal goed te verteren.
Ingewikkeld is het namelijk wel. Een keur aan personages komt voorbij met ieder hun eigen belang of belangetje. En dan lees je in het nawoord dat ze voor de overzichtelijkheid er nog een aantal niet heeft opgenomen in het boek. Dank je Hilary! De lijst met belangrijkste personages achterin het boek kan dan ook soelaas bieden voor wie de draad even kwijt is geraakt.
Het boek beschrijft dus de wisseling van de wacht aan het hof. Het begint in Wolf Hall (de plaats, niet het boek!) bij de familie Seymour die de volgende vrouw van koning Henry VIII gaat leveren. Het is die wisseling van de wacht die het aantal personages ineens verdubbeld omdat de Seymours langzaam in het boek opkomen terwijl de Boleynen het noodlot niet kan ontgaan. Maar ze spelen nog wel een rol. Het overlijden van Henry's eerste vrouw, Catharina van Aragon, maakt weer een heel ander scala aan belangen en intriges mogelijk.
Boeiend is en blijft de rol van Cromwell. In beide boeken is zijn invloed en macht voelbaar, maar in die staatsvorm met een bijna absoluut vorst en een heleboel gegadigden om het stokje over te nemen als het om het verdelen van de buit gaat, loop je eigenlijk voortdurend spitsroeden.
Cromwell heeft de koning in dit boek steeds aan zijn zijde, voornamelijk omdat hij er steeds opnieuw in slaagt om de wensen van de koning aan te voelen en te begrijpen uit de hints en zinspelingen die hij krijgt. Zolang je daarin maar slaagt en de knopen voor de koning doorhakt zonder dat er teveel spetters op hem terechtkomen, ben je in genade. Dan is the sky the limit. Die machinaties, met op de achtergrond een groeiende onvrede onder de edelen aan het hof dat hij, Cromwell, zo'n vooraanstaande rol vervult zonder zelf van adel te zijn, zijn intrigerend en boeiend beschreven.
Het derde en laatste deel is in voorbereiding en heeft als titel: The Mirror and the Light. Daarin zal Cromwell ongetwijfeld het onderspit delven. Tegen sommige krachten is niemand opgewassen.
Ik ga het lezen!
Labels:
2012,
Boeken,
Henry VIII,
lezen,
Tudors
zondag 18 november 2012
Relikwie (6): Franciscus van Assisi
Het zijn niet alleen maar onbekenden waarvan ik relikwieën bezit. Wat te denken van de wereldberoemde Franciscus van Assisi! Daarvan bezit ik een prachtig prentje met gebed van Paus Pius IX, gedrukt in 1900. Het is in het Italiaans, dus ik ga me er verder niet aan wagen. Flink wat jaren geleden waren we op vakantie in Toscane en hebben toen Assisië bezocht en het is een bezoek meer dan waard.
Een ander relikwie is een prachtig kleurig prentje dat een souvenir is van de Notre Dame des Anges in Umbrië. In het Italiaans is dat Basilica di Santa Maria degli Angeli. Klinkt alweer beter. In het prentje zitten enkele wonderbaarlijke rozenbladeren uit de rozentuin van de basiliek, fragmentjes van de deur van de cel waarin hij is overleden en van een stoel waarin hij gewerkt heeft en de kapel waar hij is overleden. Dat is meteen een heel arsenaal aan hulpmiddelen in de strijd van het bestaan. Helaas is het prentje niet gedateerd.
Een ander relikwie is een prachtig kleurig prentje dat een souvenir is van de Notre Dame des Anges in Umbrië. In het Italiaans is dat Basilica di Santa Maria degli Angeli. Klinkt alweer beter. In het prentje zitten enkele wonderbaarlijke rozenbladeren uit de rozentuin van de basiliek, fragmentjes van de deur van de cel waarin hij is overleden en van een stoel waarin hij gewerkt heeft en de kapel waar hij is overleden. Dat is meteen een heel arsenaal aan hulpmiddelen in de strijd van het bestaan. Helaas is het prentje niet gedateerd.
donderdag 15 november 2012
Relikwie (5): Frère Mutien-Marie
Opnieuw, wat mij betreft, een exoot uit het grote rijk der heiligen. Een Belg, die leefde rond 1900. Hij overleed in 1917 en werd in 1989 heilig verklaard. Hij is geboren als Louis Joseph Wiaux in Mellet (B). Hij trad in bij de Broeders van de Christelijke Scholen, vergelijkbaar met de Fraters van Tilburg. Over zijn leven is heel weinig te vertellen. Hij leefde vroom en had als bijnaam de biddende broeder. Dat zegt genoeg. Op één van de prentjes die ik van hem heb staat letterlijk "Heel zijn kloosterleven lang was hij slaaf van plicht en regels." En daar houdt de katholieke kerk van: gehoorzaamheid en het slaafs volgen van bevelen.
Zijn graf werd meteen na zijn dood een pelgrimsplaats waar gelovingen baden om genezing van allerlei kwalen. Hij heeft meerdere genezingen op zijn naam staan.
Ik heb drie prentjes van hem in bezit, één franstalig en twee (identiek) Nederlandstalig. De prentjes bevatten een stukje van zijn doodskist. Daarbij heb ik nog een soort medaille met aan beide zijden bloemmotieven. Je kunt die medaille openschuiven en dan verschijnt een afbeelding van Frère Mutien-Marie. Bijzonder.
Zijn graf werd meteen na zijn dood een pelgrimsplaats waar gelovingen baden om genezing van allerlei kwalen. Hij heeft meerdere genezingen op zijn naam staan.
Ik heb drie prentjes van hem in bezit, één franstalig en twee (identiek) Nederlandstalig. De prentjes bevatten een stukje van zijn doodskist. Daarbij heb ik nog een soort medaille met aan beide zijden bloemmotieven. Je kunt die medaille openschuiven en dan verschijnt een afbeelding van Frère Mutien-Marie. Bijzonder.
zondag 11 november 2012
Relikwie (4): De heilige Gerardus Majella
Gerardus Majella is een volksheilige. Hij leefde in het Italië van de 18de eeuw. Hij werd maar 29 jaar oud en overleed in 1755. In die korte tijd heeft hij zoveel indruk gemaakt dat hij in 1904 heilig werd verklaard. Hij was de patroonheilige van de kleermakers, portiers en zwangere vrouwen.
Waarom mijn tantes in ieder geval drie relikwieën van hem in bezit hadden is mij onduidelijk. Zij zijn namelijk nooit getrouwd en zeker niet zwanger geweest. De twee beroepen waarvan Gerardus Majella patroonheilige was hebben ze nooit uitgevoerd.
In Nederland is er een bedevaartsoord in het klooster van Wittem. Ik weet uit de familiealbums dat mijn grootouders met in ieder geval enkele van hun kinderen daar zijn geweest. Mogelijk in de periode dat hun broer Mathieu studeerde in het klooster in Steijl. Meerdere prentjes met religieuze teksten in deze verzameling devotionalia zijn uit dat klooster afkomstig.
Misschien dat dat de enige link is naar deze relikwieén: beschikbaarheid via hun heerbroer. En mogelijk met de gedachte in het hoofd: baat het niet dan schaadt het niet.
Van één relikwie heb ik alleen nog een verpakkingspapiertje en de andere twee zijn stukjes stof, gestempeld met het logo van de Redemptoristen. Gerardus Majella was lid van die orde, net als Peerke Donders.
Het gaat in alle gevallen om stoffen die in aanraking zijn geweest met zijn botten of vocht van zijn botten. Je had allerlei gradaties in relikwieën en daar hoorde vanzelfsprekend ook een sterkere of zwakkere werking bij.
Waarom mijn tantes in ieder geval drie relikwieën van hem in bezit hadden is mij onduidelijk. Zij zijn namelijk nooit getrouwd en zeker niet zwanger geweest. De twee beroepen waarvan Gerardus Majella patroonheilige was hebben ze nooit uitgevoerd.
In Nederland is er een bedevaartsoord in het klooster van Wittem. Ik weet uit de familiealbums dat mijn grootouders met in ieder geval enkele van hun kinderen daar zijn geweest. Mogelijk in de periode dat hun broer Mathieu studeerde in het klooster in Steijl. Meerdere prentjes met religieuze teksten in deze verzameling devotionalia zijn uit dat klooster afkomstig.
Misschien dat dat de enige link is naar deze relikwieén: beschikbaarheid via hun heerbroer. En mogelijk met de gedachte in het hoofd: baat het niet dan schaadt het niet.
Van één relikwie heb ik alleen nog een verpakkingspapiertje en de andere twee zijn stukjes stof, gestempeld met het logo van de Redemptoristen. Gerardus Majella was lid van die orde, net als Peerke Donders.
Het gaat in alle gevallen om stoffen die in aanraking zijn geweest met zijn botten of vocht van zijn botten. Je had allerlei gradaties in relikwieën en daar hoorde vanzelfsprekend ook een sterkere of zwakkere werking bij.
woensdag 7 november 2012
Relikwie (3): St. Willibrordus
Dit is niet zozeer een relikwie alswel een gedenkpenning, of bewijs van deelname in Echternach aan de viering dat het 1200 jaar geleden was dat Sint Willibrord stierf.
Willibrord was een missionaris die vanuit het huidige Engeland naar het Europese vasteland kwam en in de Nederlanden actief is geweest. Hij was de eerste bisschop van Utrecht en heeft veel zendingswerk gedaan in de noordelijke Nederlanden waarbij het het herhaaldelijk aan de stok kreeg met de weerbarstige Friezen. Hij kreeg dan ook de eretitel Apostel der Friezen en Beschermheilige van de Nederlanden.
Het oudst bewaarde bewijsstuk van het bestaan van de naam Tilburg uit 709 is direct aan hem gelieerd en het bewaarde afschrift daarvan ligt heden ten dage in de abdij in Echternach.
In 1939 vond de viering plaats van de 12e centenaire van zijn overlijden in 739. Wie van mijn familieleden daaraan heeft deelgenomen is mij helaas onbekend, maar er is in ieder geval een medaille in mijn bezit. Het is een heel klein ding waar ik met een loep naar moest kijken om goed te kunnen zien wat er precies opstond.
Er zijn meerdere soorten herdenkingsmedailles geslagen zo blijkt uit het exemplaar dat in de collectie van het Centraal Museum in Utrecht ligt.
Willibrord was een missionaris die vanuit het huidige Engeland naar het Europese vasteland kwam en in de Nederlanden actief is geweest. Hij was de eerste bisschop van Utrecht en heeft veel zendingswerk gedaan in de noordelijke Nederlanden waarbij het het herhaaldelijk aan de stok kreeg met de weerbarstige Friezen. Hij kreeg dan ook de eretitel Apostel der Friezen en Beschermheilige van de Nederlanden.
Het oudst bewaarde bewijsstuk van het bestaan van de naam Tilburg uit 709 is direct aan hem gelieerd en het bewaarde afschrift daarvan ligt heden ten dage in de abdij in Echternach.
In 1939 vond de viering plaats van de 12e centenaire van zijn overlijden in 739. Wie van mijn familieleden daaraan heeft deelgenomen is mij helaas onbekend, maar er is in ieder geval een medaille in mijn bezit. Het is een heel klein ding waar ik met een loep naar moest kijken om goed te kunnen zien wat er precies opstond.
Er zijn meerdere soorten herdenkingsmedailles geslagen zo blijkt uit het exemplaar dat in de collectie van het Centraal Museum in Utrecht ligt.
zondag 4 november 2012
Relikwie (2): het Scheyerer kruisje
Een voor mij volkomen onbekend relikwie, het Scheyerer kruisje. De informatie op het begeleidende prentje leert me dat het Byzantijnse kruis in de 12de eeuw naar Beieren is gekomen door een niet met naam genoemde priester uit Jeruzalem. Het zou daarbij gaan om een kruis dat afkomstig is van het Heilig Kruishout waar Jezus aan is gekruisigd.
Het verhaal op de webslite van de Benedictijner abdij in het Beierse Scheyern geeft meer details prijs die ik hier niet hoef te herhalen.
Metalen kruisje in karton gestoken en een begeleidend prentje met informatie over herkomst en betekenis. Wat kun je als goed katholiek met dit kruisje?
Als je het bij je draagt of bewaard én tenminste een keer in de week een mis bijwoont of een rozenhoedje bidt, dan kun je op een genoemde rij kerkelijke feestdagen (Kerstmis, Driekoningen, Pasen, etc.) een volle aflaat verdienen! Kom daar nog eens om.
Het verhaal op de webslite van de Benedictijner abdij in het Beierse Scheyern geeft meer details prijs die ik hier niet hoef te herhalen.
Metalen kruisje in karton gestoken en een begeleidend prentje met informatie over herkomst en betekenis. Wat kun je als goed katholiek met dit kruisje?
Als je het bij je draagt of bewaard én tenminste een keer in de week een mis bijwoont of een rozenhoedje bidt, dan kun je op een genoemde rij kerkelijke feestdagen (Kerstmis, Driekoningen, Pasen, etc.) een volle aflaat verdienen! Kom daar nog eens om.
vrijdag 2 november 2012
Nieuwe serie: Relikwieën
Afgelopen dinsdag bracht mijn zwager een doosje mee dat uit de erfenis van mijn tantes komt. Ik schreef al eerder over hen.
In het huishouden van mijn grootvader speelde het geloof een belangrijke rol. De oudste zoon werd priester en missionaris, een echte Heeroom dus. Drie dochters, tantes van mij, bleven ongetrouwd. Zij waren actief in diverse religieuze verenigingen zoals de missienaaikring, werkte mee aan Fancy Fairs en op hun verjaardagen zaten altijd enkele paters uit dat religieuze netwerk. Geen wonder dat ze gedurende hun lange leven een heel arsenaal aan relikwieën verzamelden die uiteindelijk voor een groot deel nu bij mij terecht zijn gekomen. Er zitten ook heiligenbeeldjes, rozenkransen en kruisbeeldjes bij. Ze komen allemaal aan de beurt. Het is eigenlijk ook een soort van bijgeloof, die relikwieënmanie.
Dat lijkt me een mooi onderwerp om een serie aan te wijden op mijn weblog. Het is weer eens wat anders en voor sommigen misschien herkenbaar. Ik ga geen uitgebreid onderzoek naar elke medaillon of foudraaltje, maar voor zover mogelijk zal ik de betekenis proberen te achterhalen.
Als eerste de mij volkomen onbekende Henri Belletable. Het is niet zozeer een relikwie als wel een boekje met een soort van bidprentje van deze man. In het boeje staat zijn betekenis voor de kerk en zijn levensgeschiedenis beschreven. Er staat ook in uitgelegd waar je hem voor kunt aanroepen.
Geboren in 1813 in Venlo diende hij als militair in het Nederlandse leger tijdens de Belgische opstand en nam deel aan de Tiendaagse veldtocht. Iets later liep hij over naar het Belgische leger en diende daar ook. Hij overleed in 1855 in Hoei (B).
Zijn verdienste is de oprichting van de Aartsbroederschap der H. Familie in 1844 in Luik. Deze lekenorde groeide hard, ook in Nederland, en je ziet op veel bidprentjes staan dat de overledene lid was van deze H. Familie. Zonder twijfel waren de mannelijke leden van het gezin de Brouwer allemaal lid van deze lekenorde.
In het noveenboekje (1949) staan ook voorbeelden van gebedsverhoringen.
C. O. te A. had veel verdriet, dat haar dochter al een paar jaar kennis had aan een protestantse jongen en sedert 1 1/2 jaar niet meer ter H. Tafel ging. Wat haar ouders ook zeiden, het hielp niets. Toen las moeder in het Zondagsblad de H. Familie, hoe een soortgelijk geval door voorspraak van Belletable tot een goede oplossing was gekomen. Ze begon met een noveen. Dat was Woensdagmorgen. Diezelfde avond schenen de verloofden woorden gehad te hebben, want het meisje kwam wel een half uur later thuis en was nadien erg stil. Zondagmorgen, moeder kon haar ogen niet geloven, ging het meisje naar de Communiebank. Nu schreef moeder dankbaar: O, wat ben ik O.L. Heer, maar ook Belletable dankbaar voor deze zichtbare gebedsverhoring.
In het huishouden van mijn grootvader speelde het geloof een belangrijke rol. De oudste zoon werd priester en missionaris, een echte Heeroom dus. Drie dochters, tantes van mij, bleven ongetrouwd. Zij waren actief in diverse religieuze verenigingen zoals de missienaaikring, werkte mee aan Fancy Fairs en op hun verjaardagen zaten altijd enkele paters uit dat religieuze netwerk. Geen wonder dat ze gedurende hun lange leven een heel arsenaal aan relikwieën verzamelden die uiteindelijk voor een groot deel nu bij mij terecht zijn gekomen. Er zitten ook heiligenbeeldjes, rozenkransen en kruisbeeldjes bij. Ze komen allemaal aan de beurt. Het is eigenlijk ook een soort van bijgeloof, die relikwieënmanie.
Dat lijkt me een mooi onderwerp om een serie aan te wijden op mijn weblog. Het is weer eens wat anders en voor sommigen misschien herkenbaar. Ik ga geen uitgebreid onderzoek naar elke medaillon of foudraaltje, maar voor zover mogelijk zal ik de betekenis proberen te achterhalen.
Als eerste de mij volkomen onbekende Henri Belletable. Het is niet zozeer een relikwie als wel een boekje met een soort van bidprentje van deze man. In het boeje staat zijn betekenis voor de kerk en zijn levensgeschiedenis beschreven. Er staat ook in uitgelegd waar je hem voor kunt aanroepen.
Geboren in 1813 in Venlo diende hij als militair in het Nederlandse leger tijdens de Belgische opstand en nam deel aan de Tiendaagse veldtocht. Iets later liep hij over naar het Belgische leger en diende daar ook. Hij overleed in 1855 in Hoei (B).
Zijn verdienste is de oprichting van de Aartsbroederschap der H. Familie in 1844 in Luik. Deze lekenorde groeide hard, ook in Nederland, en je ziet op veel bidprentjes staan dat de overledene lid was van deze H. Familie. Zonder twijfel waren de mannelijke leden van het gezin de Brouwer allemaal lid van deze lekenorde.
In het noveenboekje (1949) staan ook voorbeelden van gebedsverhoringen.
C. O. te A. had veel verdriet, dat haar dochter al een paar jaar kennis had aan een protestantse jongen en sedert 1 1/2 jaar niet meer ter H. Tafel ging. Wat haar ouders ook zeiden, het hielp niets. Toen las moeder in het Zondagsblad de H. Familie, hoe een soortgelijk geval door voorspraak van Belletable tot een goede oplossing was gekomen. Ze begon met een noveen. Dat was Woensdagmorgen. Diezelfde avond schenen de verloofden woorden gehad te hebben, want het meisje kwam wel een half uur later thuis en was nadien erg stil. Zondagmorgen, moeder kon haar ogen niet geloven, ging het meisje naar de Communiebank. Nu schreef moeder dankbaar: O, wat ben ik O.L. Heer, maar ook Belletable dankbaar voor deze zichtbare gebedsverhoring.
donderdag 1 november 2012
Activatie als vervolg of aanvulling op participatie?
Afgelopen dinsdag zat ik aan de lunch met @Bieblies en bespraken we het wel en wee op social media en ander gebied van de instellingen waar we voor werken. Toen bracht ze, volgens mij voor de tweede keer, het onderzoek aan de orde van Suzanne Keurntjes. Zij deed onderzoek tijdens het succesvolle Incubate festival. Geen wonder dat ze in die snelkookpan van bruisende activiteit en nieuwe media bombardement een broedplaats vond om het begrip participatie te ontstijgen en een trap hoger op de ladder (of is het beter om het lager op de trap te noemen?) te kijken naar activatie.
Zoals ik het begrijp, de afstudeerscriptie heb ik niet gelezen..., leidt participatie tot een prachtig product dat duidelijke vormen heeft en in een behoorlijk gestructureerd proces tot stand komt.
Activatie leidt tot een meer diffuus product en kent ook niet echt een einddatum. Als activatie goed wordt toegepast dan loopt het proces door, zichzelf vernieuwend of past zich aan aan gewijzigde omstandigheden. Deelnemers aan activatie blijven vooral ook met elkaar in gesprek om het product beter te maken. Of een ander product te maken.
Het is een heel interessante kijk op participatie en verder. Ik herken het verschil wel. Ik heb het idee dat sommige van de participatieprojecten van Regionaal Archief Tilburg soms ook activatie-elementen in zich herbergen. Met name bij Kermisplaatjes en nu bij Kijk op Tilburg is luisteren naar de deelnemers en hun eigen inbreng op waarde schatten een belangrijk element.
Interessant voor wie zich verder wil verdiepen in het inzetten van vrijwilligers of deelnemers of participanten. Of activisten.
Hoe Suzanne de organisatie van Incubate beschrijft, dat vind ik ook heel inspirerend. Next generation participation?:
Incubate is een organisatie waarin iedereen meedenkt, ongeacht opleiding of functie en waar nieuwe ideeën direct in praktijk worden gebracht. Het is een plek waar ik kennismaakte met kunstvormen die tijdens mijn opleiding niet of nauwelijks ter sprake kwamen en waar ik steeds weer ogen en oren tekort kwam. Een plek waar een artiest nooit opnieuw wordt geboekt, tenzij deze een totaal nieuwe opzet presenteert. Waar sociale media worden ingezet om 24 uur per dag in gesprek te blijven met iedereen die dat wat zij doen interessant vindt. Een plek waar, na afloop van het festival, heel Tilburg wordt bedankt door de hele stad vol te hangen met posters waar de tekst ‘thank you!’ op staat.
-> Meer lezen
Zoals ik het begrijp, de afstudeerscriptie heb ik niet gelezen..., leidt participatie tot een prachtig product dat duidelijke vormen heeft en in een behoorlijk gestructureerd proces tot stand komt.
Activatie leidt tot een meer diffuus product en kent ook niet echt een einddatum. Als activatie goed wordt toegepast dan loopt het proces door, zichzelf vernieuwend of past zich aan aan gewijzigde omstandigheden. Deelnemers aan activatie blijven vooral ook met elkaar in gesprek om het product beter te maken. Of een ander product te maken.
Het is een heel interessante kijk op participatie en verder. Ik herken het verschil wel. Ik heb het idee dat sommige van de participatieprojecten van Regionaal Archief Tilburg soms ook activatie-elementen in zich herbergen. Met name bij Kermisplaatjes en nu bij Kijk op Tilburg is luisteren naar de deelnemers en hun eigen inbreng op waarde schatten een belangrijk element.
Interessant voor wie zich verder wil verdiepen in het inzetten van vrijwilligers of deelnemers of participanten. Of activisten.
Hoe Suzanne de organisatie van Incubate beschrijft, dat vind ik ook heel inspirerend. Next generation participation?:
Incubate is een organisatie waarin iedereen meedenkt, ongeacht opleiding of functie en waar nieuwe ideeën direct in praktijk worden gebracht. Het is een plek waar ik kennismaakte met kunstvormen die tijdens mijn opleiding niet of nauwelijks ter sprake kwamen en waar ik steeds weer ogen en oren tekort kwam. Een plek waar een artiest nooit opnieuw wordt geboekt, tenzij deze een totaal nieuwe opzet presenteert. Waar sociale media worden ingezet om 24 uur per dag in gesprek te blijven met iedereen die dat wat zij doen interessant vindt. Een plek waar, na afloop van het festival, heel Tilburg wordt bedankt door de hele stad vol te hangen met posters waar de tekst ‘thank you!’ op staat.
-> Meer lezen
Labels:
activatie,
Incubate,
participatie,
Regionaal Archief Tilburg,
scriptie,
Tilburg
Abonneren op:
Posts (Atom)