Gisteren zijn we gaan kijken neer een natuurfenomeen van de bovenste plank, de Gorges du Verdon.
Dit geologisch wonder ligt een kilometer of 50 van ons huisje. De rit er naar toe ging eindelijk over andere wegen dan we tot dusver hebben bereden. Dat liet al een mooi stukje Frankrijk zien. Toen we in de buurt kwamen kregen we uitzicht op het omvangrijke Lac de Sainte-Croix. Onze tocht leidde vanuit Aiguines langs de gorges. Elke keer dat ik dit soort landschappen en vooral de krachten die ertoe geleid hebben dat ze ontstaan beschouw, blijft dat mijn liefde voor de geografie voeden. Wat een geweld is nodig om tot dergelijke prachtige natuur te komen. Je ziet het voor je: een rivier (de Verdon) die zich inslijpt in een oprijzend gebergte, jaar na jaar, eeuw na eeuw, millenium na millenium.
De gorges is ca 25 km lang. We hebben alleen langs de zuidelijk kant gereden. De weg is prima te berijden ondanks de vele slingers en enkele haarspelden. Het is opvallend hoe rustig er gereden wordt. Iedere chauffeur wil ook zien door welk magnifiek landschap hij of zij rijdt en dat matigt de snelheid behoorlijk. Plus dat de bochten nogal onoverzichtelijk zijn en de enkele tunnels te smal voor twee normale auto's. Daarnaast zijn veel automobilisten steeds op zoek naar een hoekje waar ze de auto even langs de kant kunnen zetten, uitstappen en zich vergapen aan het fenomenale landschap dat zich voor hun ogen uitstrekt. Het is meer dan imposant en doet me meer dan St. Tropez, Monte Carlo en Parijs bij elkaar. Steden zijn ook geografische pronkstukken, maar landschap laat meer oorspronkelijkheid zien terwijl de stad vooral handmade en manmade is.
Aangezien ik een langzaam toenemende last van hoogtevrees heb, was ik wel lichtelijk gespannen voor de tocht. Uiteindelijk valt het altijd mee, dat heeft de ervaring mij intussen geleerd en dat was ook dit keer zo. Maar als ik echt de afgrond in moet kijken, dan houdt ik me toch erg goed vast. Je weet maar nooit :)
Onderweg legden we aan in een hotel-restaurant dat aan de klif lag. Vanaf ons tafeltje ging het ravijn een paar honderd meter de diepte in. Mocht ik suicidaal zijn geweest, dan was dat mijn kans geweest. Ik heb toch genoten van mijn lamsvlees met frietjes en L. van een chèvre chaud. Heel smakelijk. Living (and eating) on the edge! Magnifiek uitzicht.
De koek is dan nog steeds niet op. Het ene fenomenale uitzicht na het andere volgt en je raakt nauwelijks uitgekeken. Een stuk verderop volgde er nog een brug over de kloof op 250 meter hoogte. De kloof is maximaal 700 meter diep. En dat is diep. Bij de brug zijn natuurlijk parkeerplaatsen. Ik heb al mijn moed bijeengeraapt en ben over de brug gelopen om foto's te maken en over de rand te kijken. Wauw. Dat was prachtig. Helaas bevatte de rivier niet al te veel water, dat was weer jammer. Het kan er overigens spoken daar beneden.
Weer een stukje verder waren er twee balkons, balcons de mescla, uitkijkposten die aan de rotsen hangen, met bijzondere vergezichten. We zagen daar ook een groep die op voettocht was in de kloof. Nu ja, voettocht, Daar moet je regelmatig door ondiep en diep water waden om verder te komen. Voor die voettochten wordt ook gewaarschuwd. Door de kloof kan het door regenwater ineens snel hoog water worden en dan zit je als een rat in de val. Maar deze groep amuseerde zich kostelijk en je hoorde hen joelen en genieten van hun tocht.
Hierna verlieten we de route met het mooi uitzicht en trokken weer huiswaarts. Prachtig uitstapje en een aanrader voor iedereen zich aan uitbundige natuurkrachten wil vergapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten