Gisteren hebben L. en ik weer een uitstapje gehad. Na twee dagen in een turbulente omgeving, want hevig onweer, doorgeslagen stoppenkasten en falende wifi (overigens allemaal weer hersteld) gingen we er op uit. Saint Tropez stond als nummer 1 op mijn lijstje, dus zijn we daar naar toe gegaan als eerste.
Als ik aan St. Tropez denk, dat schieten er toch vooral zwart-wit beelden door mijn hoofd met dames in ouderwetse strandkledij en een mondaine wereld van enkele decennia geleden. Iedereen die je spreekt over St. Tropez zegt dat je daar sowieso naar toe moet gaan om de onvervalste poenerigheid van de jetset t aanschouwen die zich manifesteert in hele dure auto's en nog veeeel duurdere boten. Boten is niet het juiste woord: drijvende paleizen is beter. Daar heb ik me in ieder geval door laten inspireren. En route!
Er was door iedereen gewaarschuwd voor de drukte op de weg naar St. Tropez en die beloften kwamen uit. Hoewel het achteraf toch reuze meeviel en de tocht zeker niet te lang duurde vanuit onze startpositie bij Saint Antonin du Var. Parkeren zou ook een probleem zijn. Niets is minder waar, er waren genoeg parkeerplaatsen en we waren de auto zo kwijt heel dichtbij het centrum van het stadje. We liepen zo de haven binnen.
We begonnen bij de jachten die ik in ieder geval nog nooit in de Piushaven heb zien liggen, maar die ook niet zo indrukwekkend waren dat ik er opstandig van werd. Dat kwam een stukje verder in de oude haven. Hoewel net daarvoor ook enkele kastelen te water lagen die macht en kracht uitstraalden. In de haven lagen ze op rij. De schepen met vier etages en een bemanning die druk in de weer was om op alle dekken van alles en nog wat in gereedheid te brengen. De luxe sprong van de schepen af. Groot en patserig. Ik hoorde aan tafel op een terras onze achterburen vertellen dat die schepen weliswaar een eigenaar hebben, duh, maar dat de meesten worden onderverhuurd voor wie zich een week, een maand of hoe lang dan ook de rijkdom van de happy few wil aanmeten. En het kan betalen natuurlijk. Dat zal een lieve cent kosten. Hier en daar waren er ook "huurders" aan denk. De meesten zagen er uit zoals je dat zou verwachten. Hollywood-achtig.
Na de haven het stadje in gelopen. Heel fraai plaatsje met gezellige straatjes, restaurants, winkels die je niet overal tegenkomt, maar wel heel gemoedelijk en sfeervol. Vervolgens nog even een hapje gegeten aan de haven met uitzicht op een paar van die protserige boten. Het is niet eerlijk verdeeld in de wereld, maar dat is niets nieuws. Sommigen verdienen het ook gewoon!
Volgende halte was Hyères. Dat ligt een stukje westelijker aan de kust, vlakbij de Franse marineplaats Toulon. Volgens het boekje moest het nog de uitstraling hebben van het Belle Epoque, van rond 1900 dus. Het was inderdaad een hele mooie plaats met opnieuw heel sfeervolle straten, met een aparte mediterrane uitstraling. Mooi om door heen te wandelen en even een verfrissing te gebruiken. Het weer was ronduit geweldig en leende zich voor wandelingen en buiten genieten. Dus dat hebben we aar gedaan. Vervolgens weer terug naar huis(je) over de inmiddels befaamde dodenweg die zijn naam nog meer eer aandeed na de overdadige regen van de afgelopen dagen waardoor er enkele kleine meertje moesten worden overbrugd. Allemaal overleefd!
Terug in het huisje bleek de zon nog te schijnen en hebben we heerlijk in het avondzonnetje nog zitten lezen tot de donder begon en de regen drupte. Na een fikse bui knapte het weer op en toen ik op het terras stond hoorde ik wat onder de vijgenboom/struik naast het huis. Na een kleine buiging zag ik iets bruins lopen. Geen idee wat het was. Daarna hoorde ik hevig bladergeruis en toen ik weer naar de zijkant keek zag ik een zwijn lopen met een paar jonkies. Het geruis werd veroorzaakt door vader zwijn die mij snel in de gaten had met mijn nogal opvallend rode t-shirt. Hoewel ik op een verhoogd terras stond ken ik de verhalen van een wild zwijn dat zijn kroost verdedigd, dus trok ik mij schielijk terug, ook om L. te waarschuwen en een foto te gaan scoren. Toen we terugkwamen trokken moeder en jeugd zich terug naar het bos achter het huis en stond vader, mooi zwart zwijn, opzichtig snuivend naar ons te kijken. Toch maar weer even het huis in en daarna terug. Hij was ook vertrokken maar nam nog een paar keer een dreigende houding aan om er zeker van te zijn dat wij hen niet achterna kwamen. Een foto is helaas niet gelukt. Misschien komen ze nog een keer voorbij en dan zal ik iets dapperder proberen te zijn. Het was in ieder geval een prachtige ontmoeting met echte natuur, familie zwijn met zes jonge zwijntjes. Ik hoorde Obelix al roepen: Een everzwijn bij Toutatis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten