zondag 22 juli 2012

Tony Judt – Het land is moe

Citaat: Conformeren is verleidelijk, want een gemeenschapsleven wordt een stuk eenvoudiger als iedereen het meet elkaar eens lijkt te zijn en elk afwijkend geluid door de ongeschreven regels van het compromis wordt gedempt. Met maatschappijen en gemeenschappen waar die ongeschreven regels van het compromis ontbraken of afbrokkelden, liep het niet goed af. Conformeren eist echter wel zijn tol. Een gesloten circuit van opvattingen waarin geen ruimte voor ontevredenheid en oppositie is, dan wel waarin die alleen binnen afgebakende beperkingen mogelijk zijn, raakt zijn vermogen kwijt om energiek en fantasierijk op nieuwe ontwikkelingen te reageren.
Dit raakt me persoonlijk omdat ik hiermee zelf wordt geconfronteerd, zowel in mijn werk als in mijn eigen functioneren. De potentie in denkkracht en vermogen tot afwijkende meningen in je eigen organisatie levend houden zonder dat het een ongeregeld zootje wordt. Een formidabele uitdaging die te vaak in het nadeel van de criticus eindigt.

Wat valt er over die boek in het bestek van mijn weblog te zeggen? Judt is een overtuigd sociaal-democraat die met lede ogen heeft aanschouwd hoe die groepering de afgelopen 30 jaar enorm aan zeggingskracht heeft ingeboet. Hij bepleit dat de sociaaldemocratie zichzelf snel moet heruitvinden om de belangrijke rol die hij ze toedicht in het palet van politieke groeperingen weer in te nemen. Na de afgelopen periode van neoliberalisme die ontegenzeggelijk hortend en stotend tot een eind is gekomen na de ene financiële crisis na de andere, waarbij vooral de bancaire sector een beschamende rol heeft gespeeld en in sommige gevallen nog steeds speelt.

Dat gezegd hebbende heb ik het antwoord van de sociaal-democratie in dit boek niet teruggevonden. Met andere woorden, Judt komt niet verder dan het signaleren van een behoefte. Zijn behoefte.
Hij schrijft over het verleden en de economische systemen die zich achtereenvolgens over de wereld hebben uitgerold en verliest daarbij in mijn ogen de belangrijkste conclusie uit het oog: de bestaande politieke bewegingen hebben niet langer de antwoorden op de problemen waar we mee te maken hebben. Er is inderdaad ontzettend veel veranderd en de consumptieve kracht van de nieuwe generatie is ongekend. Bovendien is ons economisch systeem nog steeds geënt op groei. Die groei vereist toenemende consumptie. Maar de constatering moet ook zijn dat de groei er voor een groot deel uit is. Misschien moeten we in het westen eens gaan nadenken over andere economische overlevingsstrategieën dan groei.

Wat ik wel een heel interessant punt in zijn betoog vindt: ongelijkheid leidt tot instabiliteit. Hij laat zien dat er al heel lang een systeem is gegroeid, met name in Noord-West-Europa, waarbij het herverdelen van de welvaart een belangrijke drijfveer is geweest. Door met name het belastingsysteem werden de gezamenlijke belangen van een samenleving gefinancierd en voor brede lagen van de bevolking bereikbaar. Het gaat dan met name om gezondheidszorg, onderwijs en mobiliteit (infrastructuur en openbaar vervoer).
Hij constateert dat de solidariteit onder de bevolking daarin aan het veranderen is. De toegenomen welvaart heeft het voor steeds meer mensen minder noodzakelijk gemaakt om van die gemeenschappelijke voordelen te profiteren. De belastingdruk wordt als hinderlijk ervaren omdat die gemeenschappelijke voorzieningen steeds minder relevant zijn. Dat wil zeggen: ze zijn het wel maar het wordt niet meer als zodanig ervaren. En dan is belasting betalen minder aantrekkelijk.
De ongelijkheid is toegenomen en dat uit zich het meest in de toegenomen inkomensverschillen waarbij een kleine groep steeds meer afstand neemt van een grote middengroep die weer afstand neemt van een kleinere groep achterblijvers. Cijfers laten zien dat in samenlevingen (landen) waar de ongelijkheid het kleinst is, geweldsdelicten minder vaak voorkomen.
Voor de Nederlandse situatie kennen we allemaal de opkomst van de PVV als voorbeeld van het kanaliseren van dit ongenoegen. Daarbij handig allerlei uitgangspunten van links tot rechts adopterend. De toenemende weerstand tegen zichzelf verrijkende directeuren en managers van bedrijven is een ander aspect dat de toegenomen ongelijkheid zichtbaar maakt.

Judts advies om na te denken stemt niet hoopvol, want dat lijkt me nogal wiedes. Denken doen we allemaal, alleen zijn er steeds meer verschillende opvattingen die samenwerken moeilijk maken.
In mijn ogen maakt de complexe werkelijkheid van economie en politiek het bijna onmogelijk om een allesomvattend antwoord te formuleren. We zullen dus opnieuw al experimenterend en ongetwijfeld pijnlijke vergissingen makend doorgaan, op zoek naar een nieuw evenwicht. Hopelijk zonder dat er een oorlog aan te pas moet komen zoals tot nu toe meestal het geval is geweest.
Werken aan vrede dus en blijkbaar is het actief streven naar gelijkheid daarbij heel belangrijk.

Daarmee vallen er in ieder geval een paar partijen af om mijn stem aan te geven op 12 september.

Geen opmerkingen: