Dit wordt een van de kortste boekverslagen van mijn hand: ik vond er niets aan.
Het kwam nergens vandaan en het ging nergens naar toe. Twee mannen die toevallig dezelfde naam hebben en die allebei een merkwaardige levensloop hebben komen bij toeval in elkaars leven terecht. Persoonsverwisseling. Einde verhaal.
Dit boek had ook niet geschreven kunnen worden.
Het won wel een prijs: Winnaar Beste Literaire Seksscène 2013.
Ter nuancering: iemand die er verstand van heeft vindt het: Een groots werk over de valkuilen van het geglobaliseerde neoliberalisme.
Ik moet iets gemist hebben...
woensdag 23 april 2014
dinsdag 22 april 2014
Bibliotheek Midden-Brabant vierde feest
Een eeuwfeest. Ik mocht daar bij zijn. Bij het afsluitende symposium Vier de Toekomst! in de Tilburgse Spoorzone. Het is al even geleden (26 maart) en ik heb lang geaarzeld of ik er een blogpost aan zou wijden. Niet omdat er niets over te zeggen valt, maar de bibliotheek is niet mijn terrein. Ik volg heel selectief wat zich in die wereld de afgelopen jaren afspeelt en ik heb er een behoorlijk uitgesproken mening over zonder over alle feiten te beschikken. Of er zelfs maar deel van uit te maken. Dat brengt een risico met zich mee.
Toch blijft er iets knagen en dus ga ik nu alsnog er over schrijven.
In het algemeen vind ik dat er bij de bibliotheek al jarenlang een beweging gaande is die, voor mijn gevoel, wild om zich heen slaand bezig is om het hoofd boven water te houden. Dat om zich heen slaan vertaalt zich grosso modo in allerlei experimenten die op het terrein van andere instellingen liggen, zoals tentoonstellingen maken, films tonen, podium bieden voor allerlei activiteiten, verhalen verzamelen, lezingen organiseren e.d. Door het grote volume bezoekers, want dat heeft de bieb natuurlijk nog steeds, profileert het instituut zich als een publiekstrekker voor van alles en nog wat. Zonder zich de vraag te stellen of de bibliotheek wel de plaats is om dat te (gaan) doen.
Tilburg heeft de Spoorzone midden in het centrum als ontwikkelgebied. De bibliotheek wil daar nieuwbouw gaan plegen. Daar verzint ze nu een rol bij. Zo kijk ik daar tegenaan. Er moeten vooral heel veel kubieke meters gebouwd en daarna gevuld worden. De bibliotheek is op zoek naar samenwerking en partners om dat voor elkaar te krijgen. De vraag blijft echter: is de bibliotheek de plaats waar dit allemaal moet gaan plaatsvinden? Als bibliotheek moet je volgens mij eerst en vooral je maatschappelijke relevantie aantonen. Die is er meer dan genoeg.
Tijdens het genoemde symposium sprak o.a. ook directeur Henriëtte de Kok en zij noemde laaggeletterdheid een probleem. Los van het onderwijs, waar je zou verwachten dat dit probleem stevig aangepakt wordt, kan de bibliotheek daar zeker ook een rol in spelen. Ook in faciliterende zin zoals bv. ruimte bieden waar immigranten taalcursussen kunnen volgen met meteen een heleboel oefenmateriaal bij de hand. Klinkt als een logische en prima combinatie.
Laagdrempelig leesmateriaal aanbieden is dan ook de hoofdreden om een bibliotheek te hebben en van harte te ondersteunen. Dat je daar ook nog tijdschriften bij doet en een bakje koffie of wat anders kunt drinken. Vooruit dan. Cd's, dvd's? Voor mijn part. Toegang tot computers met internet. Ook goed. Maar er een podium gaan maken, een ontmoetingsplaats voor hele groepen, een campusidee voor burgers en studenten...? Het gaat me allemaal veel te ver. Bovendien: heeft Tilburg dat nog niet? Is het de taak van de gemeenschap (en een gemeente) om een ontmoetingsplaats te bouwen en te onderhouden? Zijn dit geen faciliteiten waarmee je de kern van de maatschappelijke en sociale relevantie geweld aan doet? Richt je je daarmee niet veel te veel op de (culturele) elite die al zoveel mogelijkheden heeft?
Dat brengt me bij de kern van mijn knagende gevoel. De laaggeletterde burger kan in de bibliotheek een prima plaats vinden om zich te ontwikkelen. In het hele symposium is dat idee, waarvan ik denk dat het de kern van bestaan is voor een instelling als de bibliotheek, verder niet meer ter sprake gekomen.
Na Henriëtte de Kok sprak Rob Riemen van Nexus Instituut die een werkelijk schandalig betoog hield voor de verzamelde elite in de zaal. Een enorm belegen verhaal dat de oude papieren situatie ophemelde en beweerde dat alle grote auteurs gebruik maakten van de bibliotheek als werkplek. Geen enkel besef van de veranderende wereld en feitelijk een oproep tot restauratie van wat is geweest. Terug in de tijd. Geen erkenning van en waardering voor elke nieuwe generatie en hun recht (en plicht!) op hun eigen zoektocht naar de waarheid waar ze in willen geloven. Dat heet vooruitgang Rob! Daar heb jij vroeger vast ook aan meegedaan. Nog iets ter overweging: Als je praat, herhaal je vaak wat je al weet. Als je luistert, leer je vaak iets nieuws. (Dalai Lama). Misschien moet Rob Riemen eerst maar een tijdje gaan luisteren.
Esther Porcelijn veegde op heel charmante en rake wijze de vloer met hem aan in haar "Nico Dijkshoorntje" Ezelsoren. Een zin die mij ook persoonlijk aansprak was: Nu is de ‘tijden veranderen nu eenmaal’-kaart trekken een platitude, maar de ‘vroeger was alles beter, we moeten weer worden als toen’-kaart ook. Raak. Platitudes helpen je niet verder. Valkuil waar ik zelf ook regelmatig in trap.
Als het soort mensen als Rob Riemer in de denktank zitten die ideeën moet genereren over de nieuwe bibliotheek in de spoorzone, dan begrijp ik dat ze niet de goede weg aan het bewandelen zijn. De plannen voor de Bibliotheek van de Toekomst in de Spoorzone zijn geënt op het verleden en niet op de toekomst. Sluit aan bij wat er gebeurt, investeer niet in een heleboel lucht maar beteken iets voor de mensen die dat nodig hebben. In het hele verhaal waar de link hiervoor naar doorverwijst wordt met geen woord gerept over laaggeletterdheid. Veel buzzwords, die wel.
De bibliotheek is geen projectontwikkelaar. Het is ook geen instelling die vooral bezig moet zijn om zichzelf in stand te houden. De rol en functie van een bibliotheek moet opnieuw inhoud worden gegeven. Dat zal een kleinere rol zijn dan voorheen. Simpelweg omdat de samenleving is veranderd. Kleiner is ook goed! Relevantie is een betere raison d'être dan groot willen blijven ten koste van alles. Durf te kiezen!
Kiezen voor de behoefte van de mensen die een bibliotheek nodig hebben om zich te ontwikkelen, niet de groep mensen die de bibliotheek wil gaan gebruiken om iets leuks te doen te hebben. Bibliothecaris blijf bij je (virtuele) boekenkast. Zoek je betekenis in toegevoegde waarde voor de samenleving. Verkoop dat vooral goed.
Laat je niet ringeloren door stadsbestuurders die een monument voor zichzelf willen neerzetten. Kies vooral je eigen weg. Voel de tijdsgeest en beweeg mee.
Er is al zoveel te doen in deze stad! Ga niet de concurrentie aan met andere instellingen. Als je echt wilt samenwerken doe dat dan niet door iedereen in het door jou bedachte keurslijf te dwingen. Sta open voor een nieuwe toekomst die niet geworteld is in de afgelopen eeuwen. Voor de goede orde, dromen mag, maar droom vooruit en niet achteruit. De tijd die is geweest komt niet weer.
Zo, dat zijn wel even genoeg platitudes. ;)
Begrijp me goed: ik heb geen oplossing. Het is een sense of urgency die zich van mij meester maakt als het om de bibliotheek gaat. Door je te verliezen in allerlei randverschijnselen zou het zo maar kunnen dat je over vijf jaar niet meer relevant bent, maar een van de vele spelers in het culturele veld. Ben en blijf uniek en betekenisvol.
Toch blijft er iets knagen en dus ga ik nu alsnog er over schrijven.
In het algemeen vind ik dat er bij de bibliotheek al jarenlang een beweging gaande is die, voor mijn gevoel, wild om zich heen slaand bezig is om het hoofd boven water te houden. Dat om zich heen slaan vertaalt zich grosso modo in allerlei experimenten die op het terrein van andere instellingen liggen, zoals tentoonstellingen maken, films tonen, podium bieden voor allerlei activiteiten, verhalen verzamelen, lezingen organiseren e.d. Door het grote volume bezoekers, want dat heeft de bieb natuurlijk nog steeds, profileert het instituut zich als een publiekstrekker voor van alles en nog wat. Zonder zich de vraag te stellen of de bibliotheek wel de plaats is om dat te (gaan) doen.
Tilburg heeft de Spoorzone midden in het centrum als ontwikkelgebied. De bibliotheek wil daar nieuwbouw gaan plegen. Daar verzint ze nu een rol bij. Zo kijk ik daar tegenaan. Er moeten vooral heel veel kubieke meters gebouwd en daarna gevuld worden. De bibliotheek is op zoek naar samenwerking en partners om dat voor elkaar te krijgen. De vraag blijft echter: is de bibliotheek de plaats waar dit allemaal moet gaan plaatsvinden? Als bibliotheek moet je volgens mij eerst en vooral je maatschappelijke relevantie aantonen. Die is er meer dan genoeg.
Tijdens het genoemde symposium sprak o.a. ook directeur Henriëtte de Kok en zij noemde laaggeletterdheid een probleem. Los van het onderwijs, waar je zou verwachten dat dit probleem stevig aangepakt wordt, kan de bibliotheek daar zeker ook een rol in spelen. Ook in faciliterende zin zoals bv. ruimte bieden waar immigranten taalcursussen kunnen volgen met meteen een heleboel oefenmateriaal bij de hand. Klinkt als een logische en prima combinatie.
Laagdrempelig leesmateriaal aanbieden is dan ook de hoofdreden om een bibliotheek te hebben en van harte te ondersteunen. Dat je daar ook nog tijdschriften bij doet en een bakje koffie of wat anders kunt drinken. Vooruit dan. Cd's, dvd's? Voor mijn part. Toegang tot computers met internet. Ook goed. Maar er een podium gaan maken, een ontmoetingsplaats voor hele groepen, een campusidee voor burgers en studenten...? Het gaat me allemaal veel te ver. Bovendien: heeft Tilburg dat nog niet? Is het de taak van de gemeenschap (en een gemeente) om een ontmoetingsplaats te bouwen en te onderhouden? Zijn dit geen faciliteiten waarmee je de kern van de maatschappelijke en sociale relevantie geweld aan doet? Richt je je daarmee niet veel te veel op de (culturele) elite die al zoveel mogelijkheden heeft?
Dat brengt me bij de kern van mijn knagende gevoel. De laaggeletterde burger kan in de bibliotheek een prima plaats vinden om zich te ontwikkelen. In het hele symposium is dat idee, waarvan ik denk dat het de kern van bestaan is voor een instelling als de bibliotheek, verder niet meer ter sprake gekomen.
Na Henriëtte de Kok sprak Rob Riemen van Nexus Instituut die een werkelijk schandalig betoog hield voor de verzamelde elite in de zaal. Een enorm belegen verhaal dat de oude papieren situatie ophemelde en beweerde dat alle grote auteurs gebruik maakten van de bibliotheek als werkplek. Geen enkel besef van de veranderende wereld en feitelijk een oproep tot restauratie van wat is geweest. Terug in de tijd. Geen erkenning van en waardering voor elke nieuwe generatie en hun recht (en plicht!) op hun eigen zoektocht naar de waarheid waar ze in willen geloven. Dat heet vooruitgang Rob! Daar heb jij vroeger vast ook aan meegedaan. Nog iets ter overweging: Als je praat, herhaal je vaak wat je al weet. Als je luistert, leer je vaak iets nieuws. (Dalai Lama). Misschien moet Rob Riemen eerst maar een tijdje gaan luisteren.
Esther Porcelijn veegde op heel charmante en rake wijze de vloer met hem aan in haar "Nico Dijkshoorntje" Ezelsoren. Een zin die mij ook persoonlijk aansprak was: Nu is de ‘tijden veranderen nu eenmaal’-kaart trekken een platitude, maar de ‘vroeger was alles beter, we moeten weer worden als toen’-kaart ook. Raak. Platitudes helpen je niet verder. Valkuil waar ik zelf ook regelmatig in trap.
Als het soort mensen als Rob Riemer in de denktank zitten die ideeën moet genereren over de nieuwe bibliotheek in de spoorzone, dan begrijp ik dat ze niet de goede weg aan het bewandelen zijn. De plannen voor de Bibliotheek van de Toekomst in de Spoorzone zijn geënt op het verleden en niet op de toekomst. Sluit aan bij wat er gebeurt, investeer niet in een heleboel lucht maar beteken iets voor de mensen die dat nodig hebben. In het hele verhaal waar de link hiervoor naar doorverwijst wordt met geen woord gerept over laaggeletterdheid. Veel buzzwords, die wel.
De bibliotheek is geen projectontwikkelaar. Het is ook geen instelling die vooral bezig moet zijn om zichzelf in stand te houden. De rol en functie van een bibliotheek moet opnieuw inhoud worden gegeven. Dat zal een kleinere rol zijn dan voorheen. Simpelweg omdat de samenleving is veranderd. Kleiner is ook goed! Relevantie is een betere raison d'être dan groot willen blijven ten koste van alles. Durf te kiezen!
Kiezen voor de behoefte van de mensen die een bibliotheek nodig hebben om zich te ontwikkelen, niet de groep mensen die de bibliotheek wil gaan gebruiken om iets leuks te doen te hebben. Bibliothecaris blijf bij je (virtuele) boekenkast. Zoek je betekenis in toegevoegde waarde voor de samenleving. Verkoop dat vooral goed.
Laat je niet ringeloren door stadsbestuurders die een monument voor zichzelf willen neerzetten. Kies vooral je eigen weg. Voel de tijdsgeest en beweeg mee.
Er is al zoveel te doen in deze stad! Ga niet de concurrentie aan met andere instellingen. Als je echt wilt samenwerken doe dat dan niet door iedereen in het door jou bedachte keurslijf te dwingen. Sta open voor een nieuwe toekomst die niet geworteld is in de afgelopen eeuwen. Voor de goede orde, dromen mag, maar droom vooruit en niet achteruit. De tijd die is geweest komt niet weer.
Zo, dat zijn wel even genoeg platitudes. ;)
Begrijp me goed: ik heb geen oplossing. Het is een sense of urgency die zich van mij meester maakt als het om de bibliotheek gaat. Door je te verliezen in allerlei randverschijnselen zou het zo maar kunnen dat je over vijf jaar niet meer relevant bent, maar een van de vele spelers in het culturele veld. Ben en blijf uniek en betekenisvol.
Labels:
bibliotheek,
gebouw,
laaggeletterdheid,
Spoorzone,
toekomst
maandag 21 april 2014
De Bekerfinale PEC - Ajax
Gisteren was ik bij mijn allereerste finale van de KNVB Beker. De wedstrijd had plaats in De Kuip in Rotterdam waar sinds 1989 de finale gespeeld wordt. Prachtig stadion waar ik vele jaren geleden ook al eens een de wedstrijd Feijenoord - Willem II bijwoonde. Vriend P. had me uitgenodigd en hij was op zij beurt uitgenodigd door de KNVB. We mochten binnen in de KNVB-lounge met hapjes, drankjes en menig bobo. We hebben er een stuk of 10 gespot. Wel bijzonder om na vorige week in de Arena te hebben gegeten nu een vorkje te prikken in de De Kuip. Het kan verkeren.
Op voorhand beloofde het geen enerverende wedstrijd te worden. Ajax is normaliter te sterk voor PEC, maar in een bekerfinale weet je het maar nooit. PEC stond per slot van rekening ook in de finale!
Na wat hapjes en drankjes onze plaatsen opgezocht in de Kuip. Wat een enorme bak herrie komt er op je af in zo'n stadion! Muziek schetterde door de speakers en de supportersgroepen van beide zijden deden daar nog een schepje bovenop. Sfeer genoeg, daar lag het niet aan.
Nu is bij de meesten wel bekend dat de wedstrijd niet verliep in een gemoedelijke sfeer. Enkele zwarthemden uit Amsterdam, getooid met bescherming voor mond en neus, hadden besloten om de autoriteiten te testen. Waar ze misschien geen rekening mee hadden gehouden was dat hun eigen doelman voor hun neus stond. Dat was blijkbaar geen reden om het plan te veranderen. Na een start waarbij beide kampen de nodige rookverwekkers in actie brachten begon de eerste vuurwerkregen in het doelgebied van Kenneth Vermeer die zichzelf in veiligheid bracht. Verstandige keuze.
De wedstrijd begon, Ajax kwam op voorsprong door een fantastisch schot van Van Rhijn. Daarna brak pas echt de pleuris los. Tientallen stuks vuurwerk, geen knallers maar rookverwekkers, kwamen terecht in het doelgebied van Ajax en er zat niets anders op dan de wedstrijd te staken. Het veld werd geïnspecteerd, de televisie verplaatste wat kabels en apparatuur en het wachten was op wat komen ging.
Na de hervatting van de wedstrijd hielden de Ajax-fans zich fatsoenlijk. Maar hun voetballers kwamen als makke schapen terug op het veld. Het was ronduit bedroevend wat de spelers van Ajax op de mat legden. Zelden zoveel verkeerde passes gezien. PEC was effectief en rekende snel af met de hoofdstedelijke trots.
Uiteindelijk mocht Ajax blij zijn dat het bij 5-1 bleef, want het hadden dubbele cijfers kunnen zijn als PEC bij de les was gebleven. De Zwolse fans lieten geen gelegenheid onbenut om de overzijde te overstemmen met gezang. De meeste spreekkoren waren provocerend op een goede manier of gewoon komisch. En laten we wel wezen, na wat die groep Ajax-supporters had laten zien, was dit bijzonder vredelievend.
PEC gaat Europa in. Dat is nog niet helemaal te bevatten, maar hetzelfde overkwam Willem II onder Co Adriaanse toen het zelfs Champions League mocht voetballen.
Zo werd het een enerverende vooravond in Rotterdam. Prachtig weer, een heleboel doelpunten, spektakel en sensatie. Een mooie herinnering.
Op voorhand beloofde het geen enerverende wedstrijd te worden. Ajax is normaliter te sterk voor PEC, maar in een bekerfinale weet je het maar nooit. PEC stond per slot van rekening ook in de finale!
Na wat hapjes en drankjes onze plaatsen opgezocht in de Kuip. Wat een enorme bak herrie komt er op je af in zo'n stadion! Muziek schetterde door de speakers en de supportersgroepen van beide zijden deden daar nog een schepje bovenop. Sfeer genoeg, daar lag het niet aan.
Nu is bij de meesten wel bekend dat de wedstrijd niet verliep in een gemoedelijke sfeer. Enkele zwarthemden uit Amsterdam, getooid met bescherming voor mond en neus, hadden besloten om de autoriteiten te testen. Waar ze misschien geen rekening mee hadden gehouden was dat hun eigen doelman voor hun neus stond. Dat was blijkbaar geen reden om het plan te veranderen. Na een start waarbij beide kampen de nodige rookverwekkers in actie brachten begon de eerste vuurwerkregen in het doelgebied van Kenneth Vermeer die zichzelf in veiligheid bracht. Verstandige keuze.
De wedstrijd begon, Ajax kwam op voorsprong door een fantastisch schot van Van Rhijn. Daarna brak pas echt de pleuris los. Tientallen stuks vuurwerk, geen knallers maar rookverwekkers, kwamen terecht in het doelgebied van Ajax en er zat niets anders op dan de wedstrijd te staken. Het veld werd geïnspecteerd, de televisie verplaatste wat kabels en apparatuur en het wachten was op wat komen ging.
Na de hervatting van de wedstrijd hielden de Ajax-fans zich fatsoenlijk. Maar hun voetballers kwamen als makke schapen terug op het veld. Het was ronduit bedroevend wat de spelers van Ajax op de mat legden. Zelden zoveel verkeerde passes gezien. PEC was effectief en rekende snel af met de hoofdstedelijke trots.
Uiteindelijk mocht Ajax blij zijn dat het bij 5-1 bleef, want het hadden dubbele cijfers kunnen zijn als PEC bij de les was gebleven. De Zwolse fans lieten geen gelegenheid onbenut om de overzijde te overstemmen met gezang. De meeste spreekkoren waren provocerend op een goede manier of gewoon komisch. En laten we wel wezen, na wat die groep Ajax-supporters had laten zien, was dit bijzonder vredelievend.
PEC gaat Europa in. Dat is nog niet helemaal te bevatten, maar hetzelfde overkwam Willem II onder Co Adriaanse toen het zelfs Champions League mocht voetballen.
Zo werd het een enerverende vooravond in Rotterdam. Prachtig weer, een heleboel doelpunten, spektakel en sensatie. Een mooie herinnering.
zondag 13 april 2014
Cirque du Soleil Kooza
Na zorgvuldig nadenken kwamen we er gisteren gezamenlijk achter dat het de 8ste keer was sinds 2005 dat we als vriendengroep, mét partners, bijeen kwamen op uitnodiging van Pieter. Zo begon mijn blogpost over de "oratieviering" vorig jaar. Dit jaar kwamen we er achter, weer wat ouder en wijzer blijkbaar, dat het deze keer pas de 8ste keer was, omdat de oratie in 2005 plaatshad en de eerste bijeenkomst pas in 2007. Bij deze dus een rectificatie.
Dit jaar voerde de reis opnieuw naar Amsterdam. Dat wordt als locatie eigenlijk een beetje saai. Maar goed dat het een grote stad is. De avond begon om een uurtje of vijf, niet iedereen was op tijd, in Brasserie Ajax in de Amsterdam ArenA. Wij waren erg op tijd dus hebben we even heerlijk gelounged in een bank waar zitten eigenlijk niet mogelijk was. Loungen gelukkig wel! Al keuvelend kwam geleidelijk aan de hele groep binnendruppelen en uiteindelijk waren alle acht personen aanwezig.
We gingen aan tafel om te genieten van een 3-gangen diner dat voortreffelijk smaakte. De gebruikelijk zin en onzin kwam voorbij in de tafelgesprekken waarbij het kameel dan wel dromedaris knuffelen een hoogtepunt vormde. De running gag. Toen het tafelen voorbij was gingen we op pad. Op een minuut of tien lopen van de Amsterdam ArenA stond namelijk een enorm tentencomplex opgesteld van het Cirque du Soleil. Daar gingen we de rest van de avond doorbrengen. Gelukkig geen (wilde) dieren in dit circus en dus ook geen kameel/dromedaris. Dat was dan wel weer jammer.
Officieel heette deze versie Cirque du Soleil Kooza. In een prachtige tent die nagenoeg vol zat was het anderhalf uur circus. Mijn vader was een liefhebber van het circus, maar dan het klassieke, met (wilde) dieren en zo. Zelf heb ik dat niet in mijn genen zitten. Maar dit is natuurlijk niet zomaar een circus. Het is een show met allerlei entertainment, performance, live zang en muziek, dans en veel acrobatiek. Er waren een paar heel spectaculaire acts bij. We zaten heel dicht bij de circusvloer en konden alle gezichtsuitdrukkingen, het trillen van de spieren, de prachtige kostuums en grime heel goed zien.
De drie Aziatische dames die lichamen hadden zonder botten vond ik het meest spectaculair. Die wrongen zich in de meest onmogelijke bochten, posities en houdingen met een vanzelfsprekendheid dat je bijna mee wilde gaan doen. Wat een souplesse en beheersing van elk spiertje in hun lichaam. Sensationeel!
Een andere hoogtepunt wat mij betreft waren de koorddansers. Wat mensen bezielt om op een koord op flink wat meters van de grond te stunten blijft voor mij altijd een raadsel gezien mijn hoogtevrees. Maar wat ze lieten zien was meer dan de moeite waard. Hoog niveau zal ik maar zeggen. Opmerkelijk: hun installatie werd als onderdeel van de show opgebouwd voor onze ogen. Knap staaltje techniek.
Er was een vrouw met een act met hoepels die ook een enorme beheersing van haar lichaam bezat. Op zich niet bijzonder, want al vaker gezien links en rechts op televisie, maar ze was uitzonderlijk goed in wat ze deed. Dikke voldoende.
Dan was een duivelse meneer met een heel grote hoepel die er een geweldige show van maakte. Ik had zoiets nog nooit gezien, opzwepend, energiek, krachtig en tegelijk heel elegant en kunstig.
Als laatste noem ik nog met bijzondere aandacht een groep acrobaten die werkelijk duizelingwekkende sprongkracht toonden en weinig angst. Het was een act met gooi- en smijtwerk waarbij de sprongkracht versterkt door een soort wippen waar dan de springer op de ene kant staat en twee mannen op de andere kant springen waardoor de springer een enorme vaart krijgt. Vooral de uitvoering met stelten was spectaculair. Het liep allemaal goed af. Geoliede machine.
Verder was er nog een act met een eenwieler, man en vrouw in mooi samenspel, een vrouw aan een rekstok ook knap, maar "gewoontjes". Tja. Dat klinkt nogal blasé, ik erken dat van harte, maar het is wat het is. De clownsact kreeg gaandeweg de avond een steeds langere baard. Niet leuk meer eigenlijk. Er was goede live muziek ter begeleiding en goede dans intermezzo's. Al met al een heel bijzonder avond in Amsterdam die meer dan de moeite waard is.
Hieronder een link naar de trailer van Cirque du Soleil. Je mocht niet filmen of fotograferen. Ik heb toch een foto gemaakt, maar veel soeps is het niet! https://www.youtube.com/watch?v=DQoyuLsidJI
Dit jaar voerde de reis opnieuw naar Amsterdam. Dat wordt als locatie eigenlijk een beetje saai. Maar goed dat het een grote stad is. De avond begon om een uurtje of vijf, niet iedereen was op tijd, in Brasserie Ajax in de Amsterdam ArenA. Wij waren erg op tijd dus hebben we even heerlijk gelounged in een bank waar zitten eigenlijk niet mogelijk was. Loungen gelukkig wel! Al keuvelend kwam geleidelijk aan de hele groep binnendruppelen en uiteindelijk waren alle acht personen aanwezig.
We gingen aan tafel om te genieten van een 3-gangen diner dat voortreffelijk smaakte. De gebruikelijk zin en onzin kwam voorbij in de tafelgesprekken waarbij het kameel dan wel dromedaris knuffelen een hoogtepunt vormde. De running gag. Toen het tafelen voorbij was gingen we op pad. Op een minuut of tien lopen van de Amsterdam ArenA stond namelijk een enorm tentencomplex opgesteld van het Cirque du Soleil. Daar gingen we de rest van de avond doorbrengen. Gelukkig geen (wilde) dieren in dit circus en dus ook geen kameel/dromedaris. Dat was dan wel weer jammer.
Officieel heette deze versie Cirque du Soleil Kooza. In een prachtige tent die nagenoeg vol zat was het anderhalf uur circus. Mijn vader was een liefhebber van het circus, maar dan het klassieke, met (wilde) dieren en zo. Zelf heb ik dat niet in mijn genen zitten. Maar dit is natuurlijk niet zomaar een circus. Het is een show met allerlei entertainment, performance, live zang en muziek, dans en veel acrobatiek. Er waren een paar heel spectaculaire acts bij. We zaten heel dicht bij de circusvloer en konden alle gezichtsuitdrukkingen, het trillen van de spieren, de prachtige kostuums en grime heel goed zien.
De drie Aziatische dames die lichamen hadden zonder botten vond ik het meest spectaculair. Die wrongen zich in de meest onmogelijke bochten, posities en houdingen met een vanzelfsprekendheid dat je bijna mee wilde gaan doen. Wat een souplesse en beheersing van elk spiertje in hun lichaam. Sensationeel!
Een andere hoogtepunt wat mij betreft waren de koorddansers. Wat mensen bezielt om op een koord op flink wat meters van de grond te stunten blijft voor mij altijd een raadsel gezien mijn hoogtevrees. Maar wat ze lieten zien was meer dan de moeite waard. Hoog niveau zal ik maar zeggen. Opmerkelijk: hun installatie werd als onderdeel van de show opgebouwd voor onze ogen. Knap staaltje techniek.
Er was een vrouw met een act met hoepels die ook een enorme beheersing van haar lichaam bezat. Op zich niet bijzonder, want al vaker gezien links en rechts op televisie, maar ze was uitzonderlijk goed in wat ze deed. Dikke voldoende.
Dan was een duivelse meneer met een heel grote hoepel die er een geweldige show van maakte. Ik had zoiets nog nooit gezien, opzwepend, energiek, krachtig en tegelijk heel elegant en kunstig.
Als laatste noem ik nog met bijzondere aandacht een groep acrobaten die werkelijk duizelingwekkende sprongkracht toonden en weinig angst. Het was een act met gooi- en smijtwerk waarbij de sprongkracht versterkt door een soort wippen waar dan de springer op de ene kant staat en twee mannen op de andere kant springen waardoor de springer een enorme vaart krijgt. Vooral de uitvoering met stelten was spectaculair. Het liep allemaal goed af. Geoliede machine.
Verder was er nog een act met een eenwieler, man en vrouw in mooi samenspel, een vrouw aan een rekstok ook knap, maar "gewoontjes". Tja. Dat klinkt nogal blasé, ik erken dat van harte, maar het is wat het is. De clownsact kreeg gaandeweg de avond een steeds langere baard. Niet leuk meer eigenlijk. Er was goede live muziek ter begeleiding en goede dans intermezzo's. Al met al een heel bijzonder avond in Amsterdam die meer dan de moeite waard is.
Hieronder een link naar de trailer van Cirque du Soleil. Je mocht niet filmen of fotograferen. Ik heb toch een foto gemaakt, maar veel soeps is het niet! https://www.youtube.com/watch?v=DQoyuLsidJI
zaterdag 12 april 2014
Tante Riet en de liefde
Een paar dagen geleden ervoer ik weer eens een historische sensatie. Via een verhaal op Het Geheugen van Tilburg kwam ik er achter hoe de man heette op wie mijn tante Riet verliefd was geweest.
Het verhaal over de motorrijder die verongelukt was had ik wel eens gehoord. De foto's in de nalatenschap van mijn tantes bewezen dat het verhaal op waarheid berustte. Alleen had ik geen naam. Nu wel.
Hoe tragisch is het als twee zussen allebei hun verloofdes verliezen doordat ze jong overlijden. Zus Regine verloor haar verloofde aan tuberculose en mijn tante Riet haar verloofde door een motorongeluk. Beiden bleven daarna hun hele leven vrijgezel.
Mijn tante Riet is geboren op 24 april 1909. Zij was een vrolijke tante. Letterlijk. Ze kon meedoen en ze bezat een sympathieke vrijheid van denken. Ze was geen denker, maar ze genoot waar ze van kon. Voor zover ik haar kende. Kwa opleiding is ze niet zo ver gekomen. Ik heb alleen een diploma machineschrijven in mijn bezit. Ze was wel een vakvrouw die het vak van slager via haar vader had meegekregen. Jarenlang ging ik op vrijdag vlees halen bij slagerij Heldens in de Heuvelstraat waar tante Riet werkte. Ze heeft ook bij slager Lejeune in de Willem II-straat gewerkt. Daar ben ik ook wel eens geweest. Verder was ze actief met haar zuster Regine in de missienaaikring. Regionaal Archief Tilburg bezit een film van een fancy fair (vanaf 9:54 een paar seconden, de vrouw in de zwart-witte jurk die lachend in beeld komt) waar ze op te zien is.
Tante Riet woonde samen met haar zus Regine. Eerst in het ouderlijk huis aan de Enschotse straat, later in Residence De Noordhoek. Ik heb nooit met haar gesproken over relaties of waarom ze niet was getrouwd, Dat deed je niet. Ze had een vrolijke optimistische houding. Ze dronk graag een biertje of borreltje en heeft volgens mij haar hele leven een hondje gehad. In mijn tijd was dat een pinkstertje (in mijn herinnering maar officieel is het geloof ik een pinscher) dat ik niet bepaald een aantrekkelijk beest vond. De kanarie in de kooi hoorde ook bij de huisdieren. Ik heb meerdere foto's waarop zij te zien is met een hond op schoot of in de directe nabijheid. Wat ik me nog aan uitdrukkingen kan herinneren is eigenlijk alleen nog maar een waar het over "dè manvolk" ging. Alsof je daar maar beter uit de buurt kon blijven. Dat pastte wel in mijn beeld van een vrijgezelle dame.
Nu ben ik er achter gekomen dat zij 18 dagen voor haar 30ste verjaardag haar verloofde is kwijtgeraakt, een jaar voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Misschien is dat de reden dat er nooit meer een andere man in haar leven is gekomen die ook is blijven hangen. Hij heette Wim de Bakker en was eigenaar van de Motorhut in de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring). Ik heb meerdere foto's van hem op zijn motor en portretten van hem. Ze staan in deze blogpost. De overledene was verloofd met mej. de Br. uit de Tuinstraat volgens een uitgebreid artikel met een ooggetuigenverslag van het ongeluk en zijn overlijden. Eigenlijk schokkend dat 75 jaar na dato, want het gebeurde op 6 april 1939, de toedracht duidelijk wordt en ik de naam vind van deze man.
Ik heb nog het persoonsbewijs van tante Riet met daarop een vier- of vijftal namen waarvan er twee nog goed te lezen zijn: Duffy, Macklay. Waarschijnlijk bevrijders die in de slagerij in de Tuinstraat ingekwartierd waren. Dus helemaal afkerig van mannen was ze blijkbaar niet... :)
Twee zussen met een gedeeld verdriet. Dat kan niet anders. Het verklaart in ieder geval waarom ze het goed met elkaar konden vinden en zo ontzettend lang bij elkaar zijn blijven wonen. De derde vrijgezelle zuster was van een ander kaliber. Dat botste, zeker met tante Riet.
Mijn tantes Riet en Regine waren allebei aardig, zachtaardig. Nooit geweten wat hun leed was, ze hadden het er nooit over, zeker niet met mij, veruit de jongste neef die ze hadden.
Ik ben blij dat ik dit verhaal alsnog heb kunnen vastleggen. Dat schept, zelfs vele jaren na haar dood (ze overleed op 11 september 1989), nog een band.
Het verhaal over de motorrijder die verongelukt was had ik wel eens gehoord. De foto's in de nalatenschap van mijn tantes bewezen dat het verhaal op waarheid berustte. Alleen had ik geen naam. Nu wel.
Hoe tragisch is het als twee zussen allebei hun verloofdes verliezen doordat ze jong overlijden. Zus Regine verloor haar verloofde aan tuberculose en mijn tante Riet haar verloofde door een motorongeluk. Beiden bleven daarna hun hele leven vrijgezel.
Mijn tante Riet is geboren op 24 april 1909. Zij was een vrolijke tante. Letterlijk. Ze kon meedoen en ze bezat een sympathieke vrijheid van denken. Ze was geen denker, maar ze genoot waar ze van kon. Voor zover ik haar kende. Kwa opleiding is ze niet zo ver gekomen. Ik heb alleen een diploma machineschrijven in mijn bezit. Ze was wel een vakvrouw die het vak van slager via haar vader had meegekregen. Jarenlang ging ik op vrijdag vlees halen bij slagerij Heldens in de Heuvelstraat waar tante Riet werkte. Ze heeft ook bij slager Lejeune in de Willem II-straat gewerkt. Daar ben ik ook wel eens geweest. Verder was ze actief met haar zuster Regine in de missienaaikring. Regionaal Archief Tilburg bezit een film van een fancy fair (vanaf 9:54 een paar seconden, de vrouw in de zwart-witte jurk die lachend in beeld komt) waar ze op te zien is.
Tante Riet woonde samen met haar zus Regine. Eerst in het ouderlijk huis aan de Enschotse straat, later in Residence De Noordhoek. Ik heb nooit met haar gesproken over relaties of waarom ze niet was getrouwd, Dat deed je niet. Ze had een vrolijke optimistische houding. Ze dronk graag een biertje of borreltje en heeft volgens mij haar hele leven een hondje gehad. In mijn tijd was dat een pinkstertje (in mijn herinnering maar officieel is het geloof ik een pinscher) dat ik niet bepaald een aantrekkelijk beest vond. De kanarie in de kooi hoorde ook bij de huisdieren. Ik heb meerdere foto's waarop zij te zien is met een hond op schoot of in de directe nabijheid. Wat ik me nog aan uitdrukkingen kan herinneren is eigenlijk alleen nog maar een waar het over "dè manvolk" ging. Alsof je daar maar beter uit de buurt kon blijven. Dat pastte wel in mijn beeld van een vrijgezelle dame.
Nu ben ik er achter gekomen dat zij 18 dagen voor haar 30ste verjaardag haar verloofde is kwijtgeraakt, een jaar voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog. Misschien is dat de reden dat er nooit meer een andere man in haar leven is gekomen die ook is blijven hangen. Hij heette Wim de Bakker en was eigenaar van de Motorhut in de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring). Ik heb meerdere foto's van hem op zijn motor en portretten van hem. Ze staan in deze blogpost. De overledene was verloofd met mej. de Br. uit de Tuinstraat volgens een uitgebreid artikel met een ooggetuigenverslag van het ongeluk en zijn overlijden. Eigenlijk schokkend dat 75 jaar na dato, want het gebeurde op 6 april 1939, de toedracht duidelijk wordt en ik de naam vind van deze man.
Ik heb nog het persoonsbewijs van tante Riet met daarop een vier- of vijftal namen waarvan er twee nog goed te lezen zijn: Duffy, Macklay. Waarschijnlijk bevrijders die in de slagerij in de Tuinstraat ingekwartierd waren. Dus helemaal afkerig van mannen was ze blijkbaar niet... :)
Twee zussen met een gedeeld verdriet. Dat kan niet anders. Het verklaart in ieder geval waarom ze het goed met elkaar konden vinden en zo ontzettend lang bij elkaar zijn blijven wonen. De derde vrijgezelle zuster was van een ander kaliber. Dat botste, zeker met tante Riet.
Mijn tantes Riet en Regine waren allebei aardig, zachtaardig. Nooit geweten wat hun leed was, ze hadden het er nooit over, zeker niet met mij, veruit de jongste neef die ze hadden.
Ik ben blij dat ik dit verhaal alsnog heb kunnen vastleggen. Dat schept, zelfs vele jaren na haar dood (ze overleed op 11 september 1989), nog een band.
Labels:
de brouwer,
familie,
leed,
liefde,
motorrijder,
Regine,
Riet,
slager,
tantes,
Wim de Bakker
Abonneren op:
Posts (Atom)