Eergisteren liep ik met B. over de kermis. Een van onze jaarlijkse uitstapjes als we tenminste in Nederland zijn. De Tilburgse Kermis is da bomb, maar ik blijf er niet voor thuis. A. moest werken en kon niet meelopen deze keer.
Het was heerlijk weer, aan het eind van de middag, de zon scheen maar het was niet te warm. Een gezellige drukte, je kon behoorlijk doorlopen en bij de attracties hoefden de mensen niet te lang te wachten voordat hun rit begon. Ideale situatie als je kermisbezoeker en kermisexploitant bent. Een volledige doorsnede van Tilburgers en andere kermisliefhebbers loopt er rond. Je kijkt er je ogen uit. Kleurrijk en sfeervol. In alle opzichten.
B. en ik doen meestal een paar van dezelfde dingen. Ik ben niet van het hard ronddraaien en gevaarlijke capriolen, dus in de attracties zie je me niet. Gokken, dat kost te veel tijd (en geld). Een behendigheidsspelletje (met een gokelement er altijd in, het is tenslotte kermis) daar gaan we voor. Elke jaar opnieuw naar "knallen met die ballen". Euro ball, waar je telkens 10 ballen mag wegschieten in gaten met verschillende waarden. Punten verzamelen die resulteren in plastic fiches die leiden naar de prijzenkast van ongekende prullaria. Dat is kermis!
Als tweede natuurlijk schieten met het geweer. Deze keer niet op foto's, maar ik op roosjes op gipsen pijpjes en B. op sterretjes. De roosjes gaan steevast mee voor L. en B. koos opnieuw wat prullaria uit.
Sinds vorig jaar, toen het hem extreem goed afging, wil hij ook met de handboog aan de slag. Met zes pijlen schieten op vier ballonnen. Vorig jaar kwam hij daarvan terug met een enorme pluche tijger, deze keer schoot hij de eerste twee pijlen raak. Ik verdenk de exploitant er van dat die enkele van de ballonnen had gevuld met een soort rotte eieren gas. Het begon ineens enorm te stinken. Vervolgens schoot B. de resterende vier pijlen mis. Denk ik te slecht of werkt deze exploitant echt zo? Wat doet het er ook toe. Zonder prijs verder lopen deze keer.
Maar waarom ik dit nou eigenlijk op schrijf: B. keek op zijn telefoon en zei toen: Pap, weet je, het is vandaag 24/7. Ik vond um grappig.
maandag 26 juli 2010
donderdag 22 juli 2010
Atelierconcert in Venlo
Op zondag 4 juli jl. was ik met L. aanwezig bij ons eerste atelierconcert. Vriend Peter en zijn vrouw Hélène organiseerden dat voor het eerst in hun mooie pand in Venlo.
Hélène is vormgeefster en daarnaast schildert ze veel. Peter is docent muziek op een middelbare school en daarnaast klassiek geschoold gitarist. Hij had kennis gemaakt met een strijkkwartet en zij besloten samen een programma in elkaar te zetten voor een strijkkwartet met gitaar, een quintet dus.
Het optreden vond plaats in het atelier van Hélène en daar was het atelierconcert geboren! Vooraf was het goed toeven in de zonnige tuin, tussen buxus en hortensias. Toen het tijd was namen de genodigden plaats tussen de schilderijen en genoten van twee prachtige muziekstukken van de componist Luigi Boccherini, met in de pauze een drankje. Het klonk heel goed in een ruimte die er natuurlijk niet voor gemaakt is. Van de andere kant is dat soort muziek wel geschreven om in huis te vertolken.
Het was de eerste keer dat P. en H. dit zo organiseerden en de reacties waren erg positief. Na het concert bekeken de bezoekers de schilderijen die links en recht hingen. Ook dat onderdeel verliep naar wens en er waren potentiële kopers. Het kersverse quintet hield er ook een paar nieuwe optredens aan over. Een groot succes dus!
Een bijzondere manier om de zondag te beginnen. We eindigden in de zon aan tafel, met wederom een drankje en wat te snacken. Heerlijke zondag!
[foto genomen door H.]
Hélène is vormgeefster en daarnaast schildert ze veel. Peter is docent muziek op een middelbare school en daarnaast klassiek geschoold gitarist. Hij had kennis gemaakt met een strijkkwartet en zij besloten samen een programma in elkaar te zetten voor een strijkkwartet met gitaar, een quintet dus.
Het optreden vond plaats in het atelier van Hélène en daar was het atelierconcert geboren! Vooraf was het goed toeven in de zonnige tuin, tussen buxus en hortensias. Toen het tijd was namen de genodigden plaats tussen de schilderijen en genoten van twee prachtige muziekstukken van de componist Luigi Boccherini, met in de pauze een drankje. Het klonk heel goed in een ruimte die er natuurlijk niet voor gemaakt is. Van de andere kant is dat soort muziek wel geschreven om in huis te vertolken.
Het was de eerste keer dat P. en H. dit zo organiseerden en de reacties waren erg positief. Na het concert bekeken de bezoekers de schilderijen die links en recht hingen. Ook dat onderdeel verliep naar wens en er waren potentiële kopers. Het kersverse quintet hield er ook een paar nieuwe optredens aan over. Een groot succes dus!
Een bijzondere manier om de zondag te beginnen. We eindigden in de zon aan tafel, met wederom een drankje en wat te snacken. Heerlijke zondag!
[foto genomen door H.]
Labels:
atelierconcert,
gitaar,
kwintet,
luigi boccherini,
quintet,
Venlo
maandag 12 juli 2010
Oranje (2)
Maandagmorgen, de regen tikt op de koepel in het dak, de koffie geurt naast mijn laptop. Wat een prachtige setting om over een verloren finale te schrijven.
Hoewel. Zo dramatisch was het nou ook weer niet. Tweede worden went waarschijnlijk. Voor de mensen die 1974 en 1978 ook meegemaakt hebben dan. Voor de nieuwe generatie is het lastiger. Die geloofden nog echt dat als je iets echt wilt, dat het dan ook lukt. Niet altijd. Mijn zoon B. en dochter A. hadden er dan ook meer moeite mee dan wijze vader L. Laat dat nou samen BAL spellen.
Ik heb de wedstrijd gezien in Utrecht bij mijn vriend P. en zijn vriendin Y. De weg naar Utrecht voerde langs een aantal gezellige Oranje plaatsen in Biezenmortel (de bbq rookte bij het Gommelen met een meute Oranjefans) en in Helvoirt bij de diverse kroegen was alles Oranje.
Op de snelweg passeerden mij, of ik passeerde hen, diverse auto's met mensen in oranje en nauwelijks een auto zonder een vleugje oranje. In Utrecht aangekomen was het een bonte stoet Oranjefans die zich per fiets, bus of te voet verplaatsten naar het centrum of een andere plek waar ze de finale gingen bekijken. Net als ik.
Op de radio kwamen de berichten van diverse plaatsen waar grote groepen zich op terrassen of pleinen hadden verzameld om samen kracht te zoeken voor de goede afloop.
Toen begon de wedstrijd. De neutrale toeschouwer (we keken naar de Vlaamse tv omdat Frank Snoecks zo beroerd commentaar geeft) had het al snel gezien, eigenlijk al van te voren: Spanje was beter. Nederland daarentegen vocht zich letterlijk in de wedstrijd. De Vlaamse commentator zag dat het nodig was maar kon er weinig waardering voor opbrengen.
Toch was het de enige methode om de Spanjaarden niet in hun spel te laten komen. En toen gebeurde het. Onze ambassadeur bij elke voorgaande scheidsrechter in het toernooi, ging opzichtig meerdere keren over de schreef en kreeg geel. Mark van Bommel was er tot nu toe zonder kaarten vanaf gekomen. Maar wat veel belangrijker was: hij speelde in vorige wedstrijden menig maal mediator als Nederland weer eens een overtreding nodig had. Die rol kon hij nu niet meer vervullen. De scheidsrechter ging steeds meer op de hand van Spanje fluiten en daar ging het mis. Al die kleine dingen bij elkaar brachten ons een nederlaag. De Spanjaarden behielden de rust, hoewel met name Iniesta en Xavi bijna hun zelfbeheersing verloren.
Van Bommel slaagde er na zijn gele kaart in om voor te blijven gaan in de strijd, maar nu zonder enige overtreding van formaat. Zoals hij in vorige wedstrijden begon.
Natuurlijk had Robben moeten scoren! Natuurlijk had Robben moeten gaan liggen toen Puyol hem vastgreep: exit Puyol! Natuurlijk was het een hoekschop na de vrije trap van Sneijder!
Allemaal waar. Daar staat tegenover dat de Spanjaarden ook hun kansen kregen en dat Stekelenburg weer eens subliem keepte.
Spanje wereldkampioen. Je hoorde in sommige reacties van met name het publiek dat ze een zondebok zochten. Maar die was er eigenlijk niet. De scheidsrechter was niet helemaal goed, wilde de Spanjaarden nauwelijks geel geven. Maar dat lag aan het spel en optreden van de Nederlanders. Het is zuur, maar Spanje was de betere ploeg die we hadden kunnen verslaan.
De terugreis vanuit Utrecht was heel anders. Berustend. Stil.
Thuiskomen en even kort evalueren met de kids. Slapen. Dromen van een oranje Feniks.
Hoewel. Zo dramatisch was het nou ook weer niet. Tweede worden went waarschijnlijk. Voor de mensen die 1974 en 1978 ook meegemaakt hebben dan. Voor de nieuwe generatie is het lastiger. Die geloofden nog echt dat als je iets echt wilt, dat het dan ook lukt. Niet altijd. Mijn zoon B. en dochter A. hadden er dan ook meer moeite mee dan wijze vader L. Laat dat nou samen BAL spellen.
Ik heb de wedstrijd gezien in Utrecht bij mijn vriend P. en zijn vriendin Y. De weg naar Utrecht voerde langs een aantal gezellige Oranje plaatsen in Biezenmortel (de bbq rookte bij het Gommelen met een meute Oranjefans) en in Helvoirt bij de diverse kroegen was alles Oranje.
Op de snelweg passeerden mij, of ik passeerde hen, diverse auto's met mensen in oranje en nauwelijks een auto zonder een vleugje oranje. In Utrecht aangekomen was het een bonte stoet Oranjefans die zich per fiets, bus of te voet verplaatsten naar het centrum of een andere plek waar ze de finale gingen bekijken. Net als ik.
Op de radio kwamen de berichten van diverse plaatsen waar grote groepen zich op terrassen of pleinen hadden verzameld om samen kracht te zoeken voor de goede afloop.
Toen begon de wedstrijd. De neutrale toeschouwer (we keken naar de Vlaamse tv omdat Frank Snoecks zo beroerd commentaar geeft) had het al snel gezien, eigenlijk al van te voren: Spanje was beter. Nederland daarentegen vocht zich letterlijk in de wedstrijd. De Vlaamse commentator zag dat het nodig was maar kon er weinig waardering voor opbrengen.
Toch was het de enige methode om de Spanjaarden niet in hun spel te laten komen. En toen gebeurde het. Onze ambassadeur bij elke voorgaande scheidsrechter in het toernooi, ging opzichtig meerdere keren over de schreef en kreeg geel. Mark van Bommel was er tot nu toe zonder kaarten vanaf gekomen. Maar wat veel belangrijker was: hij speelde in vorige wedstrijden menig maal mediator als Nederland weer eens een overtreding nodig had. Die rol kon hij nu niet meer vervullen. De scheidsrechter ging steeds meer op de hand van Spanje fluiten en daar ging het mis. Al die kleine dingen bij elkaar brachten ons een nederlaag. De Spanjaarden behielden de rust, hoewel met name Iniesta en Xavi bijna hun zelfbeheersing verloren.
Van Bommel slaagde er na zijn gele kaart in om voor te blijven gaan in de strijd, maar nu zonder enige overtreding van formaat. Zoals hij in vorige wedstrijden begon.
Natuurlijk had Robben moeten scoren! Natuurlijk had Robben moeten gaan liggen toen Puyol hem vastgreep: exit Puyol! Natuurlijk was het een hoekschop na de vrije trap van Sneijder!
Allemaal waar. Daar staat tegenover dat de Spanjaarden ook hun kansen kregen en dat Stekelenburg weer eens subliem keepte.
Spanje wereldkampioen. Je hoorde in sommige reacties van met name het publiek dat ze een zondebok zochten. Maar die was er eigenlijk niet. De scheidsrechter was niet helemaal goed, wilde de Spanjaarden nauwelijks geel geven. Maar dat lag aan het spel en optreden van de Nederlanders. Het is zuur, maar Spanje was de betere ploeg die we hadden kunnen verslaan.
De terugreis vanuit Utrecht was heel anders. Berustend. Stil.
Thuiskomen en even kort evalueren met de kids. Slapen. Dromen van een oranje Feniks.
zondag 11 juli 2010
Oranje (1)
Ik schrijf deze regels op zondagmorgen 11 juli. Vanavond speelt het Nederlands elftal in de finale van het wereldkampioenschap voetbal. Geen idee wat de uitslag gaat worden. Maar hier moet ik natuurlijk over bloggen.
Als kind ben ik al gaan voetballen, eerst op straat en op veldjes in de buurt met buurtgenootjes. Ik weet niet meer hoe oud ik was toen ik ben gaan voetballen bij TAC (Tilburgse Amateur Club). Dat heb ik flink wat jaren volgehouden maar ergens begin 20 kwam er de klad in. Na nog wat jaren in de zaal gespeeld te hebben, stopte ik met voetbal. Om maar aan te geven dat het spelletje me al heel lang interesseert.
Het wereldkampioenschap van 1974 staat in mijn geheugen gegrift. Dat komt mede door de vele herhalingen en de videoband (ja, die had je tot voor een paar jaar gelden alleen maar!) die ik regelmatig zag. Het enige dat ik me nog herinner was het goede spel van het Nederlands elftal en de Oranjekoorts die heerste. Nederland zou gaan winnen, dat stond vast. Zelfs mijn vader, de vleesgeworden scepticus en criticus, was er zeker van. Niet dus. Dit herhaalde zich in 1978 hoewel we toen veel dichter bij de titel kwamen dan in 1974.
In de jaren daarna heb ik telkens meegedaan met poules rondom kampioenschappen. Steevast liet ik Nederland de finale winnen. Afgezien van 1988 heb ik er steeds naast gezeten. Nu staat Nederland opnieuw in de finale van het WK. Het is eigenlijk ongelooflijk dat we er met ons kleine landje in slagen tot de wereldtop van het voetbal te horen. Jarenlang al staan we in de top van de FIFA wereldranglijst. Maar in de tournooien wilde het niet te vaak lukken.
Vannacht heb ik goed geslapen. Ik voel nauwelijks spanning. Is dat normaal? Is dat een voorteken? Of komt het nog in alle hevigheid in de loop van de dag? Hoe dan ook, mijn kinderen (21 en 18), beide fanatiek fan van Oranje, zullen dit toernooi en deze dag nooit meer vergeten, hun hele leven lang niet. Voor hen is dit een mijlpaal die altijd als herkenningspunt in het verleden duidelijk overeind staat. Net zoals bij mij de finales van 1974, 1978 en natuurlijk 1988. Vandaag wordt geschiedenis geschreven. Ook in Spanje.
Na de finale meer.
Als kind ben ik al gaan voetballen, eerst op straat en op veldjes in de buurt met buurtgenootjes. Ik weet niet meer hoe oud ik was toen ik ben gaan voetballen bij TAC (Tilburgse Amateur Club). Dat heb ik flink wat jaren volgehouden maar ergens begin 20 kwam er de klad in. Na nog wat jaren in de zaal gespeeld te hebben, stopte ik met voetbal. Om maar aan te geven dat het spelletje me al heel lang interesseert.
Het wereldkampioenschap van 1974 staat in mijn geheugen gegrift. Dat komt mede door de vele herhalingen en de videoband (ja, die had je tot voor een paar jaar gelden alleen maar!) die ik regelmatig zag. Het enige dat ik me nog herinner was het goede spel van het Nederlands elftal en de Oranjekoorts die heerste. Nederland zou gaan winnen, dat stond vast. Zelfs mijn vader, de vleesgeworden scepticus en criticus, was er zeker van. Niet dus. Dit herhaalde zich in 1978 hoewel we toen veel dichter bij de titel kwamen dan in 1974.
In de jaren daarna heb ik telkens meegedaan met poules rondom kampioenschappen. Steevast liet ik Nederland de finale winnen. Afgezien van 1988 heb ik er steeds naast gezeten. Nu staat Nederland opnieuw in de finale van het WK. Het is eigenlijk ongelooflijk dat we er met ons kleine landje in slagen tot de wereldtop van het voetbal te horen. Jarenlang al staan we in de top van de FIFA wereldranglijst. Maar in de tournooien wilde het niet te vaak lukken.
Vannacht heb ik goed geslapen. Ik voel nauwelijks spanning. Is dat normaal? Is dat een voorteken? Of komt het nog in alle hevigheid in de loop van de dag? Hoe dan ook, mijn kinderen (21 en 18), beide fanatiek fan van Oranje, zullen dit toernooi en deze dag nooit meer vergeten, hun hele leven lang niet. Voor hen is dit een mijlpaal die altijd als herkenningspunt in het verleden duidelijk overeind staat. Net zoals bij mij de finales van 1974, 1978 en natuurlijk 1988. Vandaag wordt geschiedenis geschreven. Ook in Spanje.
Na de finale meer.
North Sea Jazz 9 juli 2010
Op 9 juli vertrok ik aan het eind van de middag samen met mijn zoon naar Rotterdam per auto. Net zoals de voorgaande jaren was het hele traject goed verzorgd en konden we op onze vaste parkeerplek de auto kwijt om vervolgens per bus naar het Ahoy complex te rijden. Keurig op tijd voor het eerste optreden waren we binnen, gewapend met muntjes en plattegrond. Het was warm en het bleef warm, maar daar had de rest van Nederland ook last van.
We begonnen samen in de Maaszaal met Caro Emerald. Bekend van het hitje A Night Like This, een heerlijk swingend nummer, retrojazz beschreef het NRC.
Ik verliet Ben daar en ging even langs bij Pat Metheny in de grote Nilezaal, maar dat kon me echt niet bekoren. Hij is ongetwijfeld virtuoos maar ik kan er niet van genieten. Dus liep ik weer door naar de Congozaal, die als groot voordeel had dat het er niet druk was, dus ik kon meteen zitten. Bovendien was het een tent met vele openingen zodat de weinige frisse lucht die vroeg op de avond aanwezig was er tenminste doorheen kon waaien. Lekker. Shafiq zou optreden, maar dat bleek niet het geval. Wie er wel stond? Ik heb geen idee. Maar het was lekkere muziek, een lokale muzikant die een goed optreden verzorgde. De voetjes kwamen niet echt van de vloer, maar het was goed.
Ik ga niet in op alle tussenstops bij drank-, ijs- en eettenten, maar geloof me: er was van alles te eten en ik heb het een en ander tot mij genomen. Ook dat hoort bij de geneugten van North Sea Jazz!
Volgende stop was Norah Jones. Die behoeft geen enkele introductie. Ik ben niet zo van de zangeressen, maar deze grote naam wilde ik toch even zien en horen. Zien was lastig, dat ging alleen via schermen want het podium bereiken zou een hele tijd gaan duren met die drukte. Haar optreden was ook zonder meer goed, sfeervolle muziek en zang, verzorgd en ook wel origineel. Tenminste de twee nummers die ik gehoord heb. Toch raakte het me niet, misschien iets te gepolijst? Geen idee.
Daarna bij een DJ langs geweest: Dorian Project. In de Yukonzaal vond dat plaats en dat ging daar de hele avond door lijkbaar met verschillende dj's. Het was er niet druk, maar de jongen die draaide best leuk. Ik heb er abslouut geen verstand van, maar ik vond het leuk genoeg om er wat tijd door te brengen.
Vervolgens kwam het hoogtepunt van de avond: Typhoon & New Cool Collective. Van wat ik er van begreep was het een komen en gaan van gasten, maar de energie spatte van het podium en sloeg over op de zaal. Waar eerder nog mensen op hun stoeltje zaten was dat al snel niet meer mogelijk. De muziek liet het niet toe en de meute die vooraan ging staan ook niet. Het was er ongelofelijk druk en ik heb geduld moeten oefenen om wat verder in de tent te komen staan. Mijn opnames zijn daarom wat matig van kwaliteit, maar het ging me hierbij eerder om de sfeer. De geweldige stemming die er ontstond, en bijna niemand liet het onberoerd. Dat is altijd een prachtige ervaring: als muziek wat met mensen doet. Dit Rotterdams Collectief maakte er een dolle boel van en de band bracht ook nog onvervalste rock ten gehore die swingde als gek. Geweldig optreden!
Toen was het tijd voor wat technische jazz met Timucin Sahin Quintet. Gepiel op een gitaar. Dat was mijn eerste indruk. Ik ben toch wat blijven zitten en uiteindelijk was het de moeite zeker waard. Met name de drummer maakte er wat van en een stuk muziek samen met de bassist waarbij ze naar het einde van een nummer toewerkten was van grote klasse. Het was geen muziek voor een groot publiek. Dat heb je wel vaker, dat het technisch ongetwijfeld virtuoos is, maar als toeschouwer met geen enkele muzikale scholing, zoals ik, ontgaat je dan al snel de schoonheid. Dit keer loonde het volharden toch.
Marcus Miller was inmiddels al begonnen in de Nilezaal en dat wilde ik in ieder geval zien. Na mijn kennismaking met deze heerlijke bassist in 2007, was ik meteen verkocht. Bassist, drummer, toetsenist, saxofonist en trompetist maakten er weer eens een feest van. Hele sferische muziek en ontzettend swingende muziek door elkaar heen. Bijzonder optreden en zijn groep kreeg de handen meermalen op elkaar. Het spetterde van het podium af.
Daar ontmoette ik Ben opnieuw. We hebben samen Marcus afgekeken, zijn wat gaan lopen en tenslotte weer in Nile teruggekomen om te wachten op Earth Wind & Fire. Stampvolle zaal, maar die muziek is leuk op een feestje. Mij kan het verder niet zo bekoren.
Gauw de bonnen opmaken met een lekker ijsje en wat drinken en terug naar huis. Heerlijke avond gehad, veel mooie dingen gehoord, en het gewoon rondlopen en luisteren waar je oren je brengen blijft iets bijzonders. Ook na zes jaar.
Volgend jaar staan we er weer!
We begonnen samen in de Maaszaal met Caro Emerald. Bekend van het hitje A Night Like This, een heerlijk swingend nummer, retrojazz beschreef het NRC.
Ik verliet Ben daar en ging even langs bij Pat Metheny in de grote Nilezaal, maar dat kon me echt niet bekoren. Hij is ongetwijfeld virtuoos maar ik kan er niet van genieten. Dus liep ik weer door naar de Congozaal, die als groot voordeel had dat het er niet druk was, dus ik kon meteen zitten. Bovendien was het een tent met vele openingen zodat de weinige frisse lucht die vroeg op de avond aanwezig was er tenminste doorheen kon waaien. Lekker. Shafiq zou optreden, maar dat bleek niet het geval. Wie er wel stond? Ik heb geen idee. Maar het was lekkere muziek, een lokale muzikant die een goed optreden verzorgde. De voetjes kwamen niet echt van de vloer, maar het was goed.
Ik ga niet in op alle tussenstops bij drank-, ijs- en eettenten, maar geloof me: er was van alles te eten en ik heb het een en ander tot mij genomen. Ook dat hoort bij de geneugten van North Sea Jazz!
Volgende stop was Norah Jones. Die behoeft geen enkele introductie. Ik ben niet zo van de zangeressen, maar deze grote naam wilde ik toch even zien en horen. Zien was lastig, dat ging alleen via schermen want het podium bereiken zou een hele tijd gaan duren met die drukte. Haar optreden was ook zonder meer goed, sfeervolle muziek en zang, verzorgd en ook wel origineel. Tenminste de twee nummers die ik gehoord heb. Toch raakte het me niet, misschien iets te gepolijst? Geen idee.
Daarna bij een DJ langs geweest: Dorian Project. In de Yukonzaal vond dat plaats en dat ging daar de hele avond door lijkbaar met verschillende dj's. Het was er niet druk, maar de jongen die draaide best leuk. Ik heb er abslouut geen verstand van, maar ik vond het leuk genoeg om er wat tijd door te brengen.
Vervolgens kwam het hoogtepunt van de avond: Typhoon & New Cool Collective. Van wat ik er van begreep was het een komen en gaan van gasten, maar de energie spatte van het podium en sloeg over op de zaal. Waar eerder nog mensen op hun stoeltje zaten was dat al snel niet meer mogelijk. De muziek liet het niet toe en de meute die vooraan ging staan ook niet. Het was er ongelofelijk druk en ik heb geduld moeten oefenen om wat verder in de tent te komen staan. Mijn opnames zijn daarom wat matig van kwaliteit, maar het ging me hierbij eerder om de sfeer. De geweldige stemming die er ontstond, en bijna niemand liet het onberoerd. Dat is altijd een prachtige ervaring: als muziek wat met mensen doet. Dit Rotterdams Collectief maakte er een dolle boel van en de band bracht ook nog onvervalste rock ten gehore die swingde als gek. Geweldig optreden!
Toen was het tijd voor wat technische jazz met Timucin Sahin Quintet. Gepiel op een gitaar. Dat was mijn eerste indruk. Ik ben toch wat blijven zitten en uiteindelijk was het de moeite zeker waard. Met name de drummer maakte er wat van en een stuk muziek samen met de bassist waarbij ze naar het einde van een nummer toewerkten was van grote klasse. Het was geen muziek voor een groot publiek. Dat heb je wel vaker, dat het technisch ongetwijfeld virtuoos is, maar als toeschouwer met geen enkele muzikale scholing, zoals ik, ontgaat je dan al snel de schoonheid. Dit keer loonde het volharden toch.
Marcus Miller was inmiddels al begonnen in de Nilezaal en dat wilde ik in ieder geval zien. Na mijn kennismaking met deze heerlijke bassist in 2007, was ik meteen verkocht. Bassist, drummer, toetsenist, saxofonist en trompetist maakten er weer eens een feest van. Hele sferische muziek en ontzettend swingende muziek door elkaar heen. Bijzonder optreden en zijn groep kreeg de handen meermalen op elkaar. Het spetterde van het podium af.
Daar ontmoette ik Ben opnieuw. We hebben samen Marcus afgekeken, zijn wat gaan lopen en tenslotte weer in Nile teruggekomen om te wachten op Earth Wind & Fire. Stampvolle zaal, maar die muziek is leuk op een feestje. Mij kan het verder niet zo bekoren.
Gauw de bonnen opmaken met een lekker ijsje en wat drinken en terug naar huis. Heerlijke avond gehad, veel mooie dingen gehoord, en het gewoon rondlopen en luisteren waar je oren je brengen blijft iets bijzonders. Ook na zes jaar.
Volgend jaar staan we er weer!
Labels:
"North Sea Jazz",
2010,
Ahoy,
Juli,
Marcus Miller,
Muziek,
Rotterdam,
Shafiq,
Typhoon,
Zuidplein
zondag 4 juli 2010
Eerst een ander, dan jezelf - 25 jaar Vincentshop Tilburg
Vroeger, toe ik nog een manneke was, spraken mijn ouders wel eens over de Vincentiusvereniging. Die deden goed werk voor de medemens die het moeilijk heeft. Ik weet ook nog dat mijn vader regelmatig vertelde van de mensen die bij zijn vader in de slagerij kwamen vragen om wat afval, zodat ze soep konden maken of wat anders. Naastenliefde heet dat, en werken van Barmhartigheid. Helpen.
De Vincentiusvereniging bestaat nog steeds. Onderdeel van hun werkzaamheden is de Vincentshop aan de Veemarktstraat. In die winkel staan de spullen die verkocht worden voor sympathieke prijzen. Ik heb er de pakken van mijn vader naar toe gebracht na zijn overlijden. Een goede plek om ons welvaartsafval een tweede kans te geven.
Naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de Vincentshop is er een boekje verschenen dat een doekje open doet over het werk dat de Vincentshop doet. De inkomsten die daar vandaan komen gaan weer weg naar diverse projecten over de hele wereld, in Midden-Amerika, in Afrika, maar ook gewoon in Tilburg. Zo krijgt o.a. de stichting Leergeld (opgericht vanuit de Vincentshop en inmiddels een succes in heel Nederland) jaarlijks een donatie.
Het is een leuk boek om te lezen, korte verhalen die een mooi overzicht geven van wat er allemaal nog nodig is om mensen binnen en buiten Nederland te helpen. Dit vult het verhaal van pater Poels mooi aan. Niet iedereen heeft het goed voor elkaar, buiten hun eigen schuld. Daarom blijft liefdadigheid nodig omdat er altijd mensen zijn die tussen de mazen van de verzorgingsstaat vallen.
Dit soort initiatieven verdienen aandacht en ondersteuning. Altijd.
De Vincentiusvereniging bestaat nog steeds. Onderdeel van hun werkzaamheden is de Vincentshop aan de Veemarktstraat. In die winkel staan de spullen die verkocht worden voor sympathieke prijzen. Ik heb er de pakken van mijn vader naar toe gebracht na zijn overlijden. Een goede plek om ons welvaartsafval een tweede kans te geven.
Naar aanleiding van het 25-jarig bestaan van de Vincentshop is er een boekje verschenen dat een doekje open doet over het werk dat de Vincentshop doet. De inkomsten die daar vandaan komen gaan weer weg naar diverse projecten over de hele wereld, in Midden-Amerika, in Afrika, maar ook gewoon in Tilburg. Zo krijgt o.a. de stichting Leergeld (opgericht vanuit de Vincentshop en inmiddels een succes in heel Nederland) jaarlijks een donatie.
Het is een leuk boek om te lezen, korte verhalen die een mooi overzicht geven van wat er allemaal nog nodig is om mensen binnen en buiten Nederland te helpen. Dit vult het verhaal van pater Poels mooi aan. Niet iedereen heeft het goed voor elkaar, buiten hun eigen schuld. Daarom blijft liefdadigheid nodig omdat er altijd mensen zijn die tussen de mazen van de verzorgingsstaat vallen.
Dit soort initiatieven verdienen aandacht en ondersteuning. Altijd.
donderdag 1 juli 2010
Planmatige acquisitie - een uitdaging van formaat #kvan10
Er is geen ontkomen aan na een tweet van Ingmario. Dus reageer ik op een presentatie die ik tijdens de afgelopen KVAN-dagen in Kerkrade heb bijgewoond.
Geert Luykx, werkzaam als plv. gemeentearchivaris en archiefinspecteur bij Rijckheyt in Heerlen gaf een presentatie over de manier waarop ze in Heerlen naar de acquisitie van particuliere archieven kijken.
De wettelijke verplichting zorgt voor een gestage groei van het aantal meters overheidsarchief in onze depots. Als archiefinstelling heb je ook een cultuur-historische taak. In de gemeentelijke archiefverordening van Heerlen staat daarover: "De Gemeentearchivaris is bevoegd om in de archiefbewaarplaats archiefbescheiden en documentatie op te nemen afkomstig van particuliere organisaties of personen indien dit voor de kennis van de lokale of regionale geschiedenis van belang kan worden geacht."
Het is een nobel streven dat in de meeste gevallen vastloopt in goede bedoelingen. Zo hebben veel archiefdiensten allerlei archieven uit het netwerk van de archivaris en/of andere personeelsleden. Zonder dat daar een bepaald plan aan ten grondslag lag. Of de collectie particuliere archieven is opgebouwd uit wat er te hooi en te gras is afgeleverd bij het archief.
Los daarvan is het verwerven van archieven van particulieren een heikele zaak. Ten eerste bewaren particulieren geen archief ondat het moet, maar puur uit praktische overwegingen. Daar zit vaak geen enkel plan achter anders dan het voldoen aan wettelijke verplichtingen zoals bij de financiële administratie.
Op dat proces hebben archiefdiensten geen enkele invloed tenzij ze op voorhand bepalen welke particuliere archieven interessant zijn om te bewaren. Dan kun je gericht contact opnemen met die bedrijven, verenigingen, stichtingen etc. en er voor zorgen dat ze de juiste dingen op een verantwoorde manier gaan bewaren.
Om tot dat overzicht te komen zijn ze in Heerlen heel ver gegaan. Ik zeg nadrukkelijk niet: té ver. Het beeld dat Geert schetste was bijzonder aannemelijk en blonk uit door een zo objectief mogelijk uitgangspunt.
Hoe bepaal je welke archieven van belang kunnen zijn voor de geschiedenis van jouw plaats? Dat is bepaald geen sinecure. Het vereist een zorgvuldige analyse van de bedrijvigheid, het verenigingsleven en andere aspecten uit de plaatselijke samenleving en dat dan nog eens bekeken vanuit het historisch perspectief. Mogelijk zijn er al instellingen en bedrijven verdwenen die van belang zijn geweest. In de praktijk komt dat neer op het doorvlooien van vele jaargangen Gouden Gidsen en hun voorlopers zoals adresboeken en wat dies meer zij om zo te komen tot een totaaloverzicht van wat er in de gemeente aan particuliere activiteiten is geweest. Aan de hand daarvan kun je dan komen tot een lijst van archiefvormers. Voor je op dat niveau bent aangekomen heb je al een hele weg bewandeld.
Als je dan zo´n lijst hebt komt het er op aan om te bepalen welke van die archieven nou de moeite waard zijn om in je collectie op te nemen. Dat doen ze in Heerlen op basis van puntentelling. Vier criteria spelen daarbij een rol:
Voor de subcategorie:
1. Mate van impact/invloed van instelligen uit die betreffende subcategorie op maatschappij.
2. Mate waarin de activiteiten van instelling sporen nalaat in het archief.
Voor de archiefvormer:
1. Mate van impact/invloed van instelling binnen diens betreffende subcategorie.
2. Mate van risico van verlies van archief/gegevens indien niet tot verwerving wordt overgegaan.
Dit levert een getal op op basis waarvan je kunt bepalen welk belang een archief heeft en de noodzaak om al dan niet op korte of langere termijn actie te ondernemen. Heb je dat bepaald, dan zul je moeten gaan netwerken. De betreffende mensen (bestuurders, secretarissen, ondernemers etc.) gaan benaderen of ze mee willen werken aan dit plan. Of ze willen voldoen aan de voorwaarden.
Conclusie: het is een gedegen onderzoek en Geert Luykx heeft heel helder gemaakt waarom het zo verdomde lastig is om een goed acquisitieplan te maken dat succes heeft. Er zijn zoveel factoren die een rol spelen waarbij tijd één van de belangrijkste is. In de tijd dat je bezig bent om dit soort van acquisitieprofielen op te stellen verlies je tegelijkertijd waardevolle tijd. Maar dat kan nou eenmaal niet anders.
Wat ik zo goed en helder vond in deze aanpak was het duidelijk maken van keuzes. Archivarissen zijn nog veel te veel geneigd om archief te accepteren onder het adagium: weggooien kan altijd nog. Dat laatste gebeurt echter te weinig en wordt pas actueel als er b.v. ruimtegebrek ontstaat. Het is beter om een heldere boodschap te communiceren: wij willen deze collectie wel/niet om de volgende redenen.
Een van de aanwezigen tijdens de presentatie betoogde dat ruimtegebrek geen reden mocht zijn om archieven te weigeren dan wel extra kritisch te worden op wat er al in je depot staat. Je moet dan als archiefinstelling op zoek gaan naar meer ruimte. Ik denk dat daar niemand mee gediend is.
Een archivaris moet vooral goed zijn in het weggooien van archieven. Het weigeren van archieven en collecties. Kunnen en durven selecteren is de belangrijkste kwaliteit van een archivaris. Niet het klakkeloos opslaan van allerlei niet ter zake doende informatie.
We zullen ook moeten accepteren dat er informatie verloren gaat. Zoals dat al eeuwen het geval is. Ook in het digitale tijdperk zullen we niet alles kunnen en willen bewaren. Kiezen is niet altijd makkelijk. De methode van Heerlen is daarbij een goed hulpmiddel hoewel ik betwijfel of wij in Tilburg in staat zijn om het plan zo ver uit te werken.
Geert Luykx, werkzaam als plv. gemeentearchivaris en archiefinspecteur bij Rijckheyt in Heerlen gaf een presentatie over de manier waarop ze in Heerlen naar de acquisitie van particuliere archieven kijken.
De wettelijke verplichting zorgt voor een gestage groei van het aantal meters overheidsarchief in onze depots. Als archiefinstelling heb je ook een cultuur-historische taak. In de gemeentelijke archiefverordening van Heerlen staat daarover: "De Gemeentearchivaris is bevoegd om in de archiefbewaarplaats archiefbescheiden en documentatie op te nemen afkomstig van particuliere organisaties of personen indien dit voor de kennis van de lokale of regionale geschiedenis van belang kan worden geacht."
Het is een nobel streven dat in de meeste gevallen vastloopt in goede bedoelingen. Zo hebben veel archiefdiensten allerlei archieven uit het netwerk van de archivaris en/of andere personeelsleden. Zonder dat daar een bepaald plan aan ten grondslag lag. Of de collectie particuliere archieven is opgebouwd uit wat er te hooi en te gras is afgeleverd bij het archief.
Los daarvan is het verwerven van archieven van particulieren een heikele zaak. Ten eerste bewaren particulieren geen archief ondat het moet, maar puur uit praktische overwegingen. Daar zit vaak geen enkel plan achter anders dan het voldoen aan wettelijke verplichtingen zoals bij de financiële administratie.
Op dat proces hebben archiefdiensten geen enkele invloed tenzij ze op voorhand bepalen welke particuliere archieven interessant zijn om te bewaren. Dan kun je gericht contact opnemen met die bedrijven, verenigingen, stichtingen etc. en er voor zorgen dat ze de juiste dingen op een verantwoorde manier gaan bewaren.
Om tot dat overzicht te komen zijn ze in Heerlen heel ver gegaan. Ik zeg nadrukkelijk niet: té ver. Het beeld dat Geert schetste was bijzonder aannemelijk en blonk uit door een zo objectief mogelijk uitgangspunt.
Hoe bepaal je welke archieven van belang kunnen zijn voor de geschiedenis van jouw plaats? Dat is bepaald geen sinecure. Het vereist een zorgvuldige analyse van de bedrijvigheid, het verenigingsleven en andere aspecten uit de plaatselijke samenleving en dat dan nog eens bekeken vanuit het historisch perspectief. Mogelijk zijn er al instellingen en bedrijven verdwenen die van belang zijn geweest. In de praktijk komt dat neer op het doorvlooien van vele jaargangen Gouden Gidsen en hun voorlopers zoals adresboeken en wat dies meer zij om zo te komen tot een totaaloverzicht van wat er in de gemeente aan particuliere activiteiten is geweest. Aan de hand daarvan kun je dan komen tot een lijst van archiefvormers. Voor je op dat niveau bent aangekomen heb je al een hele weg bewandeld.
Als je dan zo´n lijst hebt komt het er op aan om te bepalen welke van die archieven nou de moeite waard zijn om in je collectie op te nemen. Dat doen ze in Heerlen op basis van puntentelling. Vier criteria spelen daarbij een rol:
Voor de subcategorie:
1. Mate van impact/invloed van instelligen uit die betreffende subcategorie op maatschappij.
2. Mate waarin de activiteiten van instelling sporen nalaat in het archief.
Voor de archiefvormer:
1. Mate van impact/invloed van instelling binnen diens betreffende subcategorie.
2. Mate van risico van verlies van archief/gegevens indien niet tot verwerving wordt overgegaan.
Dit levert een getal op op basis waarvan je kunt bepalen welk belang een archief heeft en de noodzaak om al dan niet op korte of langere termijn actie te ondernemen. Heb je dat bepaald, dan zul je moeten gaan netwerken. De betreffende mensen (bestuurders, secretarissen, ondernemers etc.) gaan benaderen of ze mee willen werken aan dit plan. Of ze willen voldoen aan de voorwaarden.
Conclusie: het is een gedegen onderzoek en Geert Luykx heeft heel helder gemaakt waarom het zo verdomde lastig is om een goed acquisitieplan te maken dat succes heeft. Er zijn zoveel factoren die een rol spelen waarbij tijd één van de belangrijkste is. In de tijd dat je bezig bent om dit soort van acquisitieprofielen op te stellen verlies je tegelijkertijd waardevolle tijd. Maar dat kan nou eenmaal niet anders.
Wat ik zo goed en helder vond in deze aanpak was het duidelijk maken van keuzes. Archivarissen zijn nog veel te veel geneigd om archief te accepteren onder het adagium: weggooien kan altijd nog. Dat laatste gebeurt echter te weinig en wordt pas actueel als er b.v. ruimtegebrek ontstaat. Het is beter om een heldere boodschap te communiceren: wij willen deze collectie wel/niet om de volgende redenen.
Een van de aanwezigen tijdens de presentatie betoogde dat ruimtegebrek geen reden mocht zijn om archieven te weigeren dan wel extra kritisch te worden op wat er al in je depot staat. Je moet dan als archiefinstelling op zoek gaan naar meer ruimte. Ik denk dat daar niemand mee gediend is.
Een archivaris moet vooral goed zijn in het weggooien van archieven. Het weigeren van archieven en collecties. Kunnen en durven selecteren is de belangrijkste kwaliteit van een archivaris. Niet het klakkeloos opslaan van allerlei niet ter zake doende informatie.
We zullen ook moeten accepteren dat er informatie verloren gaat. Zoals dat al eeuwen het geval is. Ook in het digitale tijdperk zullen we niet alles kunnen en willen bewaren. Kiezen is niet altijd makkelijk. De methode van Heerlen is daarbij een goed hulpmiddel hoewel ik betwijfel of wij in Tilburg in staat zijn om het plan zo ver uit te werken.
Labels:
acquisitieplan,
archief,
Archieven,
Heerlen,
kiezen,
Tilburg,
vernietigen
Abonneren op:
Posts (Atom)