donderdag 8 maart 2012

Tante Regine en tuberculose (tbc)

Regine de Brouwer is geboren in 1907. Zij was het eerste kind in het gezin van mijn grootouders. Ik weet heel weinig van haar jeugd. Ze vertelde me wel een keer over Anthony Kok de dichter/schrijver die een tijdlang in haar ouderlijk huis op kamers heeft gewoond. Of ze regelmatig contact hadden weet ik niet. Ik vraag me ook af of mijn grootouders daar prijs op stelden.

Regine zal ongetwijfeld de lagere parochieschool en de MULO aan de Oude Dijk hebben bezocht. Wat ze aansluitend heeft gedaan is mij niet bekend. In 1930 kwam vast te staan dat ze ziek was en aan tuberculose leed. Heden ten dage is tuberculose een ziekte die nog nauwelijks slachtoffers maakt, maar in de jaren 30 van de 20ste eeuw stierven er jaarlijks enkele duizenden Nederlanders aan deze ziekte. Na het ontdekken van de tuberkelbacil in 1882 ontstond meer duidelijkheid over de ziekte en de bestrijding daarvan. Vanwege de besmettelijkheid kwamen er sanatoria, ook in Nederland.

Tante Regine heeft op enig moment, in ieder geval naderhand, in een klein schriftje opgeschreven welke behandelingen ze heeft ondergaan. Na de vaststelling dat ze aan tuberculose leed is ze bijna meteen naar het Sint Odagesticht gegaan in Sint Oedenrode. Ze verbleef daar van 9 juli 1930 tot 30 december 1930. Waarschijnlijk heeft dat enige verlichting gebracht want ze blijft dan thuis tot 17 september 1931 als ze naar Riel gaat. Ze heeft niet genoteerd waar ze daar is geweest. Op 23 maart 1932 komt ze terug uit Riel en gaat dan op 12 april 1932 naar Dekkerswald in Groesbeek.

Het was overigens niet goedkoop, een verblijf in Dekkerswald. De dagprijs voor de 3de klas bedroeg 3 gulden en voor de 1ste klas A 8 gulden. Daar kwamen soms nog extra kosten bij voor bv. röntgenopname, thermometer of bijzondere medicijnen.
Een belangrijk onderdeel van het genezingsproces werd gezocht in de trits; rust, reinheid en regelmaat. In de nalatenschap van tante Regine zitten nog reglementen van Dekkerswald en roosters met de dagindeling. Op het terrein waren huisjes waar de patienten buiten konden liggen, zomer en winter, om het maximum aan schone zuivere frisse lucht binnen te krijgen. Naar goed katholiek gebruik lagen de mannen en vrouwen natuurlijk strikt gescheiden in aparte afdelingen. In een "alfabet" dat ik vond wordt daar op passende wijze de draak mee gestoken:
I is het isolement dat bestaat tusschen dames en heeren.
J is de jool die ze toch niet kunnen keeren.



Tijdens haar verblijf in Dekkerswald is zij geopereerd op 23 maart 1933. Het betrof volgens haar aantekening een "knip". Ik heb geen idee wat die operatie behelsde. Mogelijk het weghalen van een geïnfecteerd deel van haar long(en). Van juni tot 26 oktober 1933 onderging ze een dorstkuur. Dat bleek heel effectief bij infecties aan de longen die bv. extra veel of stinkend slijm opleverde. Tegelijkertijd onderging ze ook een duotalkuur waarover ik online geen informatie kon vinden.
In september van 1933 begonnen de tuberculine-injecties die duurden tot 11 mei 1934. Als klap op de vuurpijl werd er bij haar op 11 november 1933 een pneu aangelegd. Ik begrijp niet precies wat dat doet, maar het is een kunstmatig veroorzaakte klaplong die het gebruik van de long zowat stil legt waardoor de aangetaste long beter kan genezen aangezien die niet meer of nauwelijks voor ademhaling gebruikt kan worden. Het is een nogal heftige ingreep. De pneu (de vergelijking met een fiets- of autoband is helemaal niet zo gek) liep leeg en moest herhaaldelijk, na 3 of 4 weken, weer op spanning worden gebracht. Vanaf 19 februari 1934 mocht ze een kwartier wandelen. Tot die tijd was rust heilig.
Toen tante Regine op 14 mei 1934 weer thuis was uit Dekkerswald bleef de pneu nog in functie tot september van dat jaar. Er was nog geen sprake van genezing. Er was geen gevaar voor besmetting meer, maar toch. Tante Regine kreeg een briefje mee van de geneesheer-directeur dr. A.J. Henneman waarin de behandeling en ook haar dagindeling werd beschreven. Ze moest eigen eetgerei houden, de was apart houden en niet op de mond zoenen. Ze mocht in geen geval afvallen.

Zoals ik al eerder zei was genezing bijna niet mogelijk. Medicijnen waren er nog niet. Op 19 juni 1936 vertrok tante Regine opnieuw naar Dekkerswald. Haar verblijf daar was nu iets korter en op 7 maart 1938 keerde ze weer naar Tilburg terug. Ze kreeg tijdens dit verblijf opnieuw een pneu die op 9 maart 1937 werd aangelegd en die in functie is gebleven tot eind 1946. Aanvankelijk ging ze voor het bijvullen van de pneu terug naar Dekkerswald waar geneesheer-directeur Henneman dat klusje klaarde. Vanaf juni 1940 tot aan het eind in 1946 deed dr. Hopmans dat op het consultatiebureau in Tilburg. Dat scheelde in ieder geval een forse reis.
Op 12 november 1936 ontving ze goudinjecties, een geneeswijze die nog steeds in zwang is voor reumapatienten. Tijdens haar tweede verblijf mocht ze niet wandelen op Dekkerswald. Rust bleef een van de belangrijkste "medicijnen".

In hoeverre deze episode invloed gehad heeft op haar ontwikkeling als mens is niet goed in te schatten. Met een zus (Toos) die jong weduwe werd met vijf kinderen en een schoonzus (Bets) die hetzelfde overkwam na het overlijden van Toon de Brouwer, was het oppassen en bezoeken van deze gezinnen in de weekends een vanzelfsprekend ritueel. De kinderen uit die gezinnen hebben dan ook veel meer en intensere herinneringen aan mijn tantes dan ik. Van een nicht die de tantes veel vaker zag weet ik dat tante Regine als oppas betekende: rust en spelletjes aan tafel. Mogelijk een gevolg van de jarenlange discipline die in Dekkerswald werd gevraagd.

Hoe dan ook tante Regine heeft na 1946 nog 55 jaar gezond geleefd.

Meer over de geschiedenis van tuberculose in Nederland

Als toegift wat versjes die tante Regine de moeite van het bewaren waard vond. Ze gaan over het verblijf in Dekkerswald en ze bevatten heel wat ironie maar ook humor over de gang van zaken. Niet verbazingwekkend natuurlijk met die jonge meiden (en jongens) daar.

Alfabet 1 (ongedateerd)

A is de aankomst op "Dekkerswald" oord.
B is Bertus die bij de radio hoort.
C is de chance die je kunt hebben met de heeren.
D is den Direc. die zijn kracht op de longen moet probeeren.
E is het eten dat je naar binnen moet proppen.
F zijn de falie vouwsters* waarin sommige nonnen zich ontpoppen.
G is de gezondheid die je hier moet herkrijgen.
H is de hal waar je in ligt te hijgen.
I is het isolement dat bestaat tusschen dames en heeren.
J is de jool die ze toch niet kunnen keeren.
K is het kwispelen dat je hier niet kunt laten.
L zijn de lichte bezigheden die bestaan meest in praten.
M is de meter die oploopt en daalt.
N is de nachtkast waar je het noodige uithaalt.
O is het onderzoek, met ongeduld verwacht.
P is de post door Sebastientje rond gebracht.
Q is de kwaliteit van je longen door den Direc. geschat.
R is het reglement en dat is heusch niet voor de kat.
S is de stoel waar je je rug op kapot kuurt.
T is de temp. die je soms in de war stuurt.
U is de uitslag die je de laatste dag ontvangt.
V is het vertrek waar naar ieder verlangt.
W is het wandelen waar je dikwijls voor moet boeten.
X is de grote onbekende die sommige hier ontmoeten.
Y is de ijver waarmede men kuurt.
Z is de Zondag die dubbel lang duurt.

* falievouwen is geveinsd handelen.


Alfabet 2 (19 december 1937)

A is de auto, die brengt ons hier binnen.
B is de bedkuur, waarmee we beginnen.
C is de controle, die gaat over de lectuur.
D is de dokter, die schat hier de kuur.
E is de eetlust, die iedereen mist.
F is de foto, die alles beslist.
G is het gewicht, dat een ieder moet bereiken.
H is het hoofd, dat in het kussen moet prijken.
I is de instorting, die iedereen moet mijden.
J is de jeugd, die hier ligt te lijden.
K is de koude, die niet is te harden.
L zijn de longen, die liggen aan flarden.
M is de moed, die men niet moet verliezen.
N zijn de nieuwe, die liggen te kniezen.
O is de orde, die zeker moet zijn.
P zijn de prikken, die doen wel eens pijn.
Q is de qualiteit van het bloed.
R is de rectaaltemp, die laag zijn moet.
S is de stoel, die een ieder begeert.
T is de Tandarts, die kiezen plombeert.
U is het uur, waarop men gaat slapen.
V is de verveling, waarvan men gaat gapen.
W is de werkplaats, daar werkt men met ijzer.
X is de datum, een onbekend cijfer.
IJ is het een woord, dat niet is te verstolken.
Z is de zon, die schijnt achter de wolken.


Een lied op de wijs van "in een blauw geruite kiel".

Bij het maandelijks onderzoek
Zit je trillend in een hoek
Voor Doktertje of Directeur
Want de knip of de pneu
Jongens, dat valt heusch niet mee
o nee, o nee, o nee


Tot slot een gedicht over de relatie met de doktoren.

's Morgens vroeg om kwart na negen
Vrijdags en ook Dinsdags na het wegen
Gaan Dr. Littooy en de Directeur
Op ochtendvisite, deur aan deur.
Goeden morgen Dames, en hoe gaat het hier?
Naar omstandigheden redelijk wel ja?
En hij ziet de lijsten na.
Alsjeblieft zeg, en met groot plezier
Bekijkt den Direc. dan het papier.
't Resultaat van iederen dag
Als je op "Dekkerswald" kuren mag.
1 Kilo er bij of 6 ons weg
Nee maar, dat is schitterend zeg.
Gaat 't goed ja, niets bizonders nee?
Zoo bespreekt bij dan het wel en wee.
Geen wereldschokkende gebeurtenissen in 't land
Of lees je soms niet in de krant?
De mogelijkheid is niet uitgesloten dat bij 't onderzoeken
We gunstige resultaten kunnen boeken.
Ik zou zoo zeggen ................ ga zoo maar voort
En de baas doet net of hij niet hoort
't Gevraag, 't gekerm, ja iedere keer
Om 't vrije uur, wandelen en zoo meer.
Afgesproken ja, en met de handen over elkaar
Maakt hij met z'n hoofd een resoluut gebaar,
Dag hoor ...... een knik ...... een paar groote stappen
Weg ................... om een ander weer wat op te knappen.

5 opmerkingen:

Ingmario zei

Mooie stukjes Luud!

Unknown zei

Mooi verhaal, hierdoor begrijp ik meer van mijn tante Philomène die in Horn heeft gezeten voor tb.

Luud de Brouwer zei

@Ingmar
Dank je! Het is ook heel leuk om ze te schrijven :)

@petryh
Het moet heel ingrijpend zijn geweest in die jonge levens. Het was een gevaarlijke ziekte en een streng regime in een periode van je leven dat je over het algemeen veel nieuwe indrukken op doet en vooral actief bent. Mijn tante praatte er eigenlijk nooit over.

Christian zei

Wordt toch eens tijd voor die aparte knop voor familiegeschiedenis. ;-)

Serieus: dit is een heel mooi verhaal.

Luud de Brouwer zei

@Christian
Die knop gaat er komen hoor! Ik ben al bezig met de juiste tags :)
En bedankt voor je reactie!