Een boek uit de oude doos. Herlezen naar aanleiding van het boek over de Kelten dat ik enkel weken eerder las. Het is een apart boek in de manier waarin dingen beschreven worden. Vreemde combinaties van woorden die heel erg archaïsch aandoen, en helemaal niet klinken als Oud-Nederlands. Het is een taal die de onze niet is. Dat moet dan de interpretatie zijn die Roland-Holst voor zichzelf heeft gemaakt van hoe hij dacht dat de Keltische stammen hun verhalen vertelden. Citaat: "Zij stonden achter de rennende paarden uit de wervelende wagens overeind, houdend de lange, rukkende tomen in hogen greep."
En wat te denken van: "Fergus was verrezen in deinzende ontzetting." Je voelt aan de woorden dat we hier te maken hebben met mythische geweldenaren.
Het is bekend dat zij veel aandacht schonken aan de rol van de natuur, natuurkrachten en bovennatuurlijke krachten. Dat komt prachtig terug in dit verhaal. Als Deirdre aan het eind zich overgeeft aan wat komen gaat schrijft Roland-Holst: "Ver hoorde zij hen, ver vanuit lichtheden achter wind en tijd, daar zongen zij, een zilveren zingen, als kwamen daar blijder werelden in zicht - en het hield aan, in al ijler jubelingen verdwijnende."
Een heel bijzonder boekje. Een vreemde taalgebruik dat prima past bij de sfeer van het verhaal. Het is een kort verhaal en daardoor is het makkelijk vol te houden om zo'n vreemde taal te lezen. Of ik dat 250 pagina's lang had volgehouden...
2 opmerkingen:
Deze titel heb ik (lang geleden;-) op mijn leeslijst van de middelbare school gezet. En in mijn herinnering is het een mooi opgeschreven verhaal gebleven, maar waarom ik er zo enthousiast over was..? Aucune idée. Misschien moet ik het ook weer 'ns uit het stof opduikelen.
Dat is bij mij net zo. Zo'n titel staat in mijn geheugen gegrift! En toe ik het weer las, wist ik ook weer waarom. Het taalgebruik is heel bijzonder.
Het is lekker dun! :-)
Een reactie posten