 |
Joaneke de Brouwer en Dorus Horvers |
Mijn vader vertelde me enkele keren als het ter sprake kwam dat we in de familie een heuse zouaaf in de gelederen hadden. Dat was Theo Horvers. Er is ook een foto van zouaaf Horvers. Dat zijn voldoende ingrediënten om er een blogpost aan te wijden.
Jaoneke (Adriana Petronella) de Brouwer was een oud-tante van mijn vader, de zus van zijn grootvader en mijn overgrootvader. Zij was in Tilburg geboren op 10 juli 1848 en overleed daar op 4 september 1931. Zij was de tweede vrouw van Theodorus Horvers die op 20 oktober 1839 het levenslicht zag. Hij overleed op 11 maart 1925 in Tilburg.
Tante Jaoneke en ome Dorus, zoals mijn vader ze noemde, trouwen op 4 juli 1894 in Tilburg.
Hij was eerder getrouwd geweest met Willemijna Leemans.
Willemijna was geboren in Hilvarenbeek op 22 juli 1839 en overleed op 8 mei 1885 in Tilburg. In totaal krijgt ze tien kinderen met Dorus Horvers, waarvan er slechts twee in leven blijven. Er zijn maar liefst zes andere kinderen die allemaal jong overlijden en twee doodgeboren kinderen.
Dienst in het Nederlandse leger
Theodorus Horvers is ingeschreven in het militieregister van Tilburg 1858-1859. Op dat moment woont hij bij zijn ouders en is wever van beroep. Zijn lengte is dan 1 el, 5 palmen, 6 duimen, 0 strepen, dat is in het metrieke stelsel 1 meter en 56 cm. Bij zijn inschrijving is toegevoegd dat hij voor een jaar vrijstelling heeft gekregen omdat hij onder de maat was: 1,555
Een jaar later, op 10 februari 1859 wordt hij alsnog gedesigneerd. Hij moet op dat moment nog 20 jaar worden.
De Zouaven zijn soldaten die vochten in het leger van de Pauselijke staat.
In de 19de eeuw stond de Pauselijke staat onder druk vanwege il Risorgimento, de eenwording van Italië. Italië was een lappendeken van semi-zelfstandige staten en staajes. De Italiaanse eenheidsbeweging ontstond in de 19de eeuw met als einddoel al die gebieden te verenigen in één staat.
De beweging boekte successen in het noorden van Italië en geleidelijk aan breidde deze beweging zich uit. Het was onontkoombaar dat ook de Pauselijke staat aan de beurt zou komen. Maar de Paus wilde dat toch zo lang mogelijk tegenhouden. De steun van de Franse legers was de kurk waarop de zelfstandigheid van de Pauselijke staat voorlopig dreef.
Het waren de troepen van legeraanvoerder
Guiseppe Garibaldi die de Pauselijke staat in toenemende mate bedreigden. De Garibaldisten snoepten steeds weer delen van het grondgebied van de Paus af.
In 1866 deed de Paus een oproep aan de katholieke wereld om zijn staat te komen verdedigen. Daar reageerden velen op. Uit Nederland kwamen ruim 3000 jongemannen naar Italië strijd te leveren voor hun geestelijk leider. Na enkele successen bleek de situatie toch niet houdbaar en toen in 1870 Frans-Duitse oorlog uitbrak en de Fransen hun aandacht verlegden, viel Rome in handen van de Italiaanse eenheidsbeweging.
De Zoeaven reizen naar Italië
Je moest toch wel een avontuurlijke aard hebben om voor een vreemde leger, hoewel van en voor de Paus, te gaan strijden in een ver land. De meeste zoeaven waren eenvoudige jongens die zeer waarschijnlijk nog geen voet buiten hun eigen provincie hadden gezet.
Maar het strijden voor deze goede zaak bracht er toch veel op de been. In een onderzoek uit de jaren 1995-1996 kwam een aantal van 66 Tilburgse zoeaven naar voren. Een artikel in tijdschrift Tilburg geeft veel informatie en onderaan dit stuk komt een link naar dat artikel te staan.
Het zal voor de meeste jongens een eenmalig en spannend avontuur zijn geweest, een vreemd land, een vreemde cultuur, vreemde eetgewoonten en toch ook een flinke portie gevaar.
Het dienst nemen in het Pauselijk leger betekende wel dat je je Nederlanderschap verloor, want je ging in vreemde krijgsdienst. Dorus Horvers overkwam dat eveneens wat betekende dat hij in het bevolkingsregister als 'vreemdeling' werd geregistreerd.
 |
Gezinskaart 1921-1939 van Dorus Horvers met vermelding: vreemdeling. Er staat een foutief jaartal bij de huwelijksdatum (H), dat moet 1894 zijn. De 2de inschrijving is Joaneke de Brouwer die in 1925 W(eduwe) wordt. |
Dorus Horvers meldt zich op 19 februari 1866, 27 jaar oud, aan voor dienstneming in het leger van Paus Pius IX. Hij ondertekent zijn contract met een kruisje en verbindt zich voor twee jaar aan het pauselijk leger.
 |
Aanmeldingsforumlier van Dorus Horvers |
Het aanmeldingsforumlier, nr 2607, is in de Franse taal opgesteld: Feuille d'enrôlement. Het is, onvolledig, ingevuld op 19 februari 1866: zijn lengte bv staat niet vermeld. Hij was wel in het bezit van een paspoort (hij moest naar het buitenland!) en een certificaat van de vicarus, én hij overlegde bewijs dat hij zijn dienstplicht heeft vervuld in het Nederlandse leger. Hij diende daar gedurende drie jaar en zes maanden bij het 2de regiment infantierie. Het was een groot voordeel als je militaire training had gehad én je kon niet worden opgeroepen voor dienstplicht als je in Italië was. Hij ondertekent het formulier met een kruisje.
Gelukkig zijn de gegevens in Italië opnieuw genoteerd. Dat gebeurde op 24 februari 1866 wat betekent dat Dorus Horvers een reis van vijf dagen nodig had om van Nederland naar Italië te reizen. Theodoro Horvers maakte deel uit van de Delegazione di Olanda. Daar staat ook een signalement van Theo Horvers in: haar (niet ingevuld); wimpers; bruin; ogen: blauw; voorhoofd: klein; neus: gemiddeld; mond: gemiddeld; kin: rond; aangezicht: ovaal; conditie: zwak; en hij had geen opvallende kenmerken (bv littekens). Zijn lengte bedroeg toen 1 meter 72 cm.
Over de wederwaardigheden van Theo Horvers in Italië is niet veel bekend. Er is een brief van zijn hand gepubliceerd in het Weekblad van Tilburg van 26 oktober 1867. Dat is opmerkelijk want hij had het forumulier van inschrijving niet ondertekend! Mogelijk een ghostwriter gebruikt...
De brief is gericht aan zijn ouders en gezin. De brief is geschreven in Bagnorea op 10 oktober 1867. Hij doet in deze brief verslag van de slag om Bagnorea waarin o.a. het zoeavenleger de Garibaldisten versloeg. Iemand die dat in zijn geheel wil lezen:
hier is de link. Hij schreef o.a.: '
Als de andere Tilburgers er iets anders van schrijven, dan zegt maar, dat zij er niets van weten, want daar heeft niet één het geluk gehad van er bij te zijn dan ik.' Hij eindigt zijn brief als volgt:
Leeft dan gelukkig en tevreden, en weest niet bekommerd over mij. Stuurt geen geld, gelijk met den laatsten brief, want ik heb er nog niets van gebruikt; doch ik bedank u voor uwe goedheid.
Zijn diensttijd bij de Zoeaven loopt van
24 februari 1866 tot 1 maart 1868. Hij neemt deel aan de veldtocht van 1867 en is deelnemer bij de slag om Bagnorea.
Daarover schrijft hij een brief die is gepubliceerd in het Weekblad van Tilburg van 20 oktober 1867.
Er is een serie brieven verschenen in het Weekblad van Tilburg, getiteld brief van een Zouaaf die uit Tilburg vertrokken is, die de lezers op de hoogte hielden van de wederwaardigheden van de Tilburgse zoeaven. Ik ga daar niet teveel op in omdat de "heiligheid" er vanaf druipt. Ik beperk me tot de fragmenten die melding maken van Theo Horvers zodat we iets meer beeld krijgen van wat hij daar zoal deed.
12de brief, geschreven op 1 september 1866, verschenen 15 september 1866.
De schrijver vermeldt dat hij bezoek heeft gehad van Horvers. 'Ik had hem geschreven, waarop hij voor twee dagen verlof vroeg en verkreeg; hij is gelukkig gezond en een ferm zouaaf; de 6e kopagnie waarbij hij is, ligt in 3 plaatsen; Horvers was eerst te Viso, maar wordt den 1e sept. overgeplaatst naar Tresulti of zoo iets, den juisten naam weet ik niet; het is geen stad of dorp maar een enkel klooster, en zoo als men zegt het grootste en schoonste in Italië'.
18de brief verschenen op 22 december 1866.
Op 10 december rond de klok van 4 uur, trokken de zouaven Rome binnen en namen de posities in die hen waren aangewezen. Een uur laten ontvingen ze de zegen van de Paus voor de St. Pieterskerk. 'De Tilburgers en andere bekende zouaven zijn allen goed gezond, Horvers, Bastings, Spijkers, H. de Kok, Broné, Horsten, Kemps, Schellings, enz., verzoeken de groete aan hunne familiën, zij hebben het oogenblikkelijk veel te druk om te kunnen schrijven, doch zullen zoo spoedig mogelijk doen; zij wensechen niets lieve dan dat hunne familiën gerust zijn, en zich niet storen aan de vele belagchelijke en zotte praatjes van dood schieten, gevangen nemen, enz., die sinds eenigen tijd overal verspreid worden.'
21ste brief, geschreven 22 januari 1867 en verschenen 9 februari 1867.
Daarin sluit de briefschrijver af met de mededeling dat de Tilburgse zouaven allemaal goed gezond zijn en de groete aan hunne familiën doen.
23ste brief verscheen 30 maart 1867.
Hierin is er wel vermelding van Horvers maar alleen dat hij samen met andere zouaven zijn familie de groeten doet en laat weten dat hij het nog steeds goed maakt.
29ste brief, geschreven op 4 juli 1867, verschenen 20 juli 1867.
De briefschrijver vermeldt dat 'vele zouaven van Viterbo bij gelegenheid van de feesten met 8 dagen verlof naar Rome mogten gaan, waaronder zich bevindt Jacquemin geboortig van Gorkum, en Horvers, die de gansche reis (16 uren) te voet heeft afgelegd.'
Slag bij Mentana
De 38ste brief, geschreven 7 november 1867 en verschenen op 16 november 1867. In dit bericht beschrijft de briefschrijver, heet van de naald!!, de overwinning van de Zouaven op de Garibaldisten in de slag van Mentana. Horvers is een van de zouaven die het goed maken.
De
Slag bij Mentana vond plaats op 3 november 1867. Dorus Horvers vocht mee in die slag. Het werd een klinkende overwining voor de Franse en Pauselijke legers die de Garbaldisten opnieuw versloegen op het slagveld. Ter ere van de soldaten die deelnamen een deze slag verstrekte de Paus een medaille: het Mentana kruis. Ik weet dat ook Dorus Horvers die kreeg omdat in de Tilburgsche Courant van 22 juli 1869 staat vermeldt dat
T. Horvers, wonende in Tilburg, vergunning is verleend '
tot het aannemen en dragen van het kruis Videi et Virtuti (...) welke eeretekenen hun door Z.H. den Paus geschonken zijn.
 |
Het Mentanakruis
|
 |
Dorus Horvers krijgt toestemming om het Mentana kruis te dragen |
Na de val van Rome op 29 september 1870 keren de laatste zoeaven terug naar Nederland. Dan is Theo Horvers al lang terug in Nederland. Hij verliet Italië op 3 januari 1868 en keerde terug naar Nederland. Daar trouwde hij op 31 januari 1870 met Willemijna Leemans.
Huwelijk met Adriana Petronella de Brouwer
Na het huwelijk met Adriana de Brouwer trokken Dorus Horvers en zijn zoon Joannes Josephus in bij Jaoneke. Beiden kwamen toen uit het fraterhuis. Dorus Horvers had meerdere beroepen, waarschijnlijk omdat hij geen echt vak kende. Na zijn tweede huwelijk is hij drukkersknecht en later loopknecht tot aan zijn overlijden. Het echtpaar Horvers-De Brouwer woonde in de Lange Schijfstraat nr 14 (huidge Noordhoekring).
In de periode 1910-1920 hebben beiden een vermelding staan "rente I.W.". Dat was een uitkering vanuit de Invaliditeitswet van 1913. Personen die ouder waren van 70 werden als invalide beschouwd en kregen daarom een uitkering uit deze wet. Die bedroeg voor echtparen € 1,36 en voor alleenstaanden € 0,91.
Na het overlijden van haar man verhuisde Jaoneke naar het St. Josephgesticht aan de Lange Nieuwstraat, een bejaardenhuis. Daar woonde zij tot aan haar dood op 4 september 1931.
 |
Bericht in Katholieke Illustratie van overlijden Theo Horvers |
 |
Bidprentje van Theodorus Horvers
|
Jaoneke de Brouwer verhuisde op 3 februari 1930, naar het St. Josephgasthuis in de Lange Nieuwstraat waar ze op 4 september 1931 overleed.
 |
Het St. Joseph gasthuis aan de Lange Nieuwstraat in 1928 |
Twee zonen van Theo Horvers uit zijn eerste huwelijk bleven in leven: Joannes Josephus, geboren op 17 maart 1878, overleed ongehuwd op 17 mei 1954 in Dongen. Jan Horvers vertrok op 11 september 1889 naar Reusel, maar keerder terug en woonde een tijdlang in het fraterhuis maar verbleef ook bij zijn vader en stiefmoeder. op 13 juli 1907 werd hij uitgeschreven naar Dongen. In het artikel over Henri Horvers staat dat hij gehandicapt was.
Hendricus Theodorus Horvers, geboren 11 december 1870, overleed in Soest op 9 februari 1936. Over hem is een
artikel verschenen in een periodiek van de Historische Verening Soest in de 21ste jaargang nr 4. Henry Horvers verhuisde naar Soest en heeft daar een belangrijke bijdrage geleverd aan de Soestse samenleving als onderwijzer op de St. Bonifaciusschool. Daarnaast werd hij organist in de kerk en dirigeerde hij het koor St. Cecilia. Hij schreef daarbij nog gedichten en toneelstukkken. Hij trouwde in 1898 in Soect en kreeg twee kinderen bij zijn vrouw Maria Cornelia Schoppenhauer: Wilhelmina en Ernst.
Bronnen
Delpher.nl. Vermelding van Dorus Horvers in de berichtgeving: