donderdag 18 september 2025

Het interieur van de nieuwe kerk

Het marktveld met de Heikese kerk en het stadhuis in 1892.
De portalen zijn hier nog niet gebouwd.

In de afgelopen twee
blogposts vertelde ik al dat de Tilburgers na de brand in 1595 al snel begonnen met het herstel van hun kerkgebouw. Het zou een werk van lange adem worden.
 
Naast het herstellen van de buitenmuren, het dak en de toren was er door de instortingen ook grote schade ontstaan aan het interieur van het kerkgebouw. In de kerkrekeningen staan dan ook vele posten die de aanschaf van nieuwe ornamenten en objecten betreffen. 
 
Het betreft grote interieurstukken, zoals een nieuw hoogaltaar of een nieuwe preekstoel, nieuwe altaren voor de verschillende broederschappen als nieuwe kelken en wijwatervaten.


Ik wil hier een korte opsomming noemen van enkel van deze nieuwe voorwerpen, zonder uitputtend te willen of kunnen zijn.

Een van de eerste objecten die vervangen is, is het uurwerk. In een tijd waarin de meeste mensen geen klok in huis hebben, is het belangrijk om op een centrale plek een klok te hebben waar mensen gebruik van kunnen maken. Natuurlijk heeft een klok op een kerktoren geen nu voor het hele dorp, maar wel voor een groot deel van de bevolking. 
Een nieuw uurwerk is daarom van belang en waarschijnlijk ook daarom heel snel gezocht is naar een nieuwe klok op de kerktoren. Al in december 1595 wordt daar werk van gemaakt. 
De wijzers van de het uurwerk hebben ook een opknapbeurt nodig. Het nieuwe uurwerk kwam uit Den Bosch en is door Adriaen Vreijssen uit Udenhout opgehaald. Adriaen Willems is 5 1/2 dag bezig geweest om het uurwerk te setten (plaatsen). Het is een uurwerk met gewichten.

De kleine klok, die in de kleine toren op het kruis van de kerk stond, waar de zijbeuken en de hoofdbeuk samenkomen, moet opnieuw gegoten worden. Daarvoor is clockspijs nodig om de klok te kunnen gieten.

Afbeelding van de kleine toren
in het midden van de 19de
eeuw met haan en appel.
Er komt een haen opte cleijne thooren die Henrick Janssen van Pelt maakt voor 22 stuivers en ook een appel die uit Den Bosch komt. 
Er is een nieuwe grote klok gegoten in Den Bosch en Jacob Bastiaens en Lauwreijs Noten hebben de nieuwe klok in de toren gehangen. Ze hadden daarbij de hulp nodig van 22 personen om de klok omhoog te krijgen. Met de blote handen, en sterke touwen.

Op 18 september 1596 heeft Jan Berijs een tafereel (schilderij) uit Alphen laten halen en ontvangt daarvoor 10 stuivers. Op dezelfde dag is er ook een ketel aangeschaft voor het wijwater. Op verschillende momenten is er sprake van de aanschaf van een quispel (kwast) voor het wijwatervat.

Op 27 oktober van hetzelfde jaar betalen de kerkmeesters 6 stuivers aan Zuzanna de vrouw van Joost Claes Rutthen die het kercken lijwaet (dat kan de kleding van de priesters zijn of stoffen voor de aankleding van altaren bv.) had gewassen. Op 9 september 1597 krijgt zij opnieuw betaald, nu voor drie wasbeurten van hetzelfde lijnwaet.

Cornelis Bartholomeus de schreijnwercker kreeg 11 gulden betaald voor het maken van leesbancken, cribbe ende kist in de kerk. Waarschijnlijk gaat het hier om banken waar een boek (bv een bijbel) op kunnen liggen en een kist voor de belangrijke documenten, een soort kluis. De cribbe zou voor een kerststal kunnen zijn.

Er is ook een tenne (tinnen) kelck voor de kerk aangeschaft in Den Bosch voor 35 stuivers en daarbij twee ampullen. Een kelk en ampullen roept bij mij de associatie op aan de tijd dat ik misdienaar was, en de priester tijdens de mis uit beide ampullen water en wijn schonk in de kelk dat daarmee tot het bloed van Christus transformeerde.

Op de bovenste afbeelding van de hand
van Hendrik Verhees zijn de vier kapellen
van de broederschappen zichtbaar.

De altaren in de kerk voor de verschillende broederschappen zijn ook zwaar beschadigd en dienen vernieuwd te worden. De altaarstenen zijn in hout gezet maar moeten natuurlijk ook gewijd worden voordat ze daadwerkelijk gebruikt mogen worden. Op de altaren komen kruizen te staan. De dienaren van de bisschop zorgen voor het transport om de altaarstenen te laten wijden. Daar zijn nog twee altaren aan toegevoegd met houten kruizen. 


In mei 1598 kopen de kerkmeesters een vergulde ciborie voor 18 gulden. In deze kelk plaatste men een cristelijnen glas. (kristal)

Het nieuwe hoogaltaar vereiste een heleboel werk. Daar kwam een tafereel (schilderij) in dat met het houtwerk uit Den Bosch kwam. Henrick Rutthen heeft het houtwerk van het hoogaltaar gemaakt en Jan van Oirdt het schilderwerk. De voorstelling die op het hoogaltaar is aangebracht staat in bron: historie van Sint Denijs, patroen deser kercke, ende den Edelen Ridder ende Martelaer Sint Jooris. Dat kost 400 gulden.

Aerdt Swaens, kapelaan, schenkt de kerk een schilderij. Er kwam ook een nieuwe wijwater quispel (kwast) en een emmer voor het wijwater.


Voor een nieuwe preekstoel kiest men voor schrijnwerker Lucas vander Borcht. De preekstoel krijgt ook een bewerkte hemel. Er komt een nieuwe olielamp voor het heilig Sacrament op het koor. 
 
Er komen ook twee nieuwe dompen van bleck (blakers) om toortsen en kaarsen uit te doen in de kerk.

Ook buiten het kerkgebouw is er sprake van nieuwe objecten, de vernieuwing van het hagelkruis, midden in het akkergebied de Schijf, waar een nieuwe houten kruis en drie ijzeren kruizen komen te staan. Michiel de smid heeft die ijzeren kruizen gesmeed.

In de kerk komen drie houten beelden die van Anthonius Hendricx in Mechelen zijn gekocht. Het betreft beelden van St. Dionijs, St Huijberdts, ende St Jobs voor 20 gulden.

De muzikale omlijsting krijgt eveneens aandacht namelijk een positiff (klein pijporgel) die van de schoolmeester in Breda is aangeschaft omme alhier inne de kercke gebruijckt te worden Daar hebben de kerkmeesters 62 gulden en 2 stuivers voor betaald.

In augustus 1616 is het kruis weer op de toren geplaatst. Dat kruis is bij die gelegenheid gewogen en daarbij kwam naar voren dat het kruis twee hondert tnegentich pont ende een halff weegt. Acht mannen hebben het kruis naar de kerk gedragen en naar boven gehesen en een timmerman heeft het bevestigd.

Als de toren eenmaal weer is opgebouwd en vernieuwd, is er een nieuwe haan geplaatst en daarbij een nieuwe appel.

Als laatste noem ik het plaatsen van een ovaal, bevestigd tussen het hoogaltaar en het kruiskoor, zoals dat er al hing voor de brand, in een vorm van houtsnijwerk, met daarop een afbeelding met de Twaalf apostelen, geschilderd door meesterschilder Hendrick Rutten, die daarvoor 90 gulden krijgt.  

Het is wederom een (te) lange blogpost geworden, maar hiermee sluit ik een kleine serie over de herbouw van de Tilburgse kerk aan het marktveld af. Volgende keer een ander onderwerp.

Geen opmerkingen: