Op de secretarie van de dorpen, dus ook die van Tilburg en Goirle, werkten een secretaris en één of meer klerken. Zij waren natuurlijk verantwoordelijk voor het schrijfwerk ten behoeve van het dorpsbestuur en de schepenbank. Maar de secretaris had ook de functie van archivaris. Tot zijn taak behoorde het om de documenten op orde te maken of in orde te brengen. Ook toen al was het belangrijk dat informatie terug gevonden kon worden.
In die tijd lag het archief in de toren van de Dionysiuskerk aan het marktveld, nu Oude Markt. Een van de weinig stenen gebouwen in het dorp. Vanaf 1683 was daar ook de secretarie gevestigd al heette dat toen nog een 'raadkamer'.
In tijden van oorlog was het niet ongebruikelijk dat het archief van het dorp naar een stad verhuisde, in het geval van Tilburg gingen de papieren naar 's-Hertogenbosch. Daar lag het veiliger dan in het dorp zelf waar nauwelijks verdediging mogelijk was.
In sommige gevallen duurde de strijd zo lang dat het dorpsbestuur onthand was door de afwezigheid van het dorpsarchief. Zo richtte het dorpsbestuur zich in 1675 tot de Raad van State om hun archief terug te krijgen. Het stond al sinds 1672 buiten het dorp in 's-Hertogenbosch. De secretaris moest grote moeite doen en kosten maken om inwoners die daarom vroegen, gegevens uit het archief te verschaffen.
In de dorpsrekeningen staat er jaarlijks een post waarin de secretaris geld krijgt voor het instellen, concipieren ende grosseren deser Reeckeninge. mitsgaders vande documenten hier vorens geexhibeert in ordre te voegen als ordinaris de somme van 20 gulden. Dit citaat staat in de dorpsrekening van 1672. [Bron: 3/806/scan 76] De secretaris als archivaris avant la lettre. De dorpsrekeningen wilden ze goed bewaren!
Een goede eeuw later was er het een en ander verandert aan het beheer van het dorpsarchief.
Op 18 november 1799 legt Arnoldus Adriaan Mutsaars een eed af. Arnoldus is toegetreden tot de ambtenarij van Tilburg en hij bekleed daar een verantwoordelijke functie. Hij is clerq ter Secretarije van Tilburg en Goirle. Hij heeft toegang tot veel vertrouwelijke informatie en om te voorkomen dat er 'gelekt' wordt moet hij de volgende verklaring afleggen.
Die verklaring legt hij af voor Hendrik Leonard van Tulder als vervanger van drossaard Adriaan van der Willigen die verhinderd is.
Die verklaring legt hij af voor Hendrik Leonard van Tulder als vervanger van drossaard Adriaan van der Willigen die verhinderd is.
Arnoldus belooft Dat hij alle Zaaken, welke behooren secreet te blijven, bij hem zal behouden tot tijd en wijlen dezelve zullen mogen worden geopenbaard.' Vervolgens belooft hij dat hij geene Privilegien, Chartres of Papieren tot de Secretarije behoorende, zal verduijsteren en daar van aan Niemand, wie hij zij, visie of copien geeven, buijten weeten vanden Secretaris, en voorts doen wat een Goed en Getrouw Clerq schuldig is te doen, en heeft hij het zelve, met de woorden, Zoo waarlijk helpe mij God Almagtig, bevestigt.
Een soortgelijke eed of verklaring moeten ambtenaren heden ten dage nog steeds afleggen of ondertekenen. Een overheid die gevoelige informatie lekt, je moet er toch niet aan denken!
Arnoldus Mutsaers had een mooie, sierlijke handtekening die hem ongetwijfeld rimpelloos door zijn ambtenarenbestaan heeft geloodst.