Een wandeling in Leeuwarden bracht ons bij de Slegte. Altijd even binnen kijken, je weet maar nooit!
Zo kwam ik dit boek tegen. De historische omslag trok mijn aandacht en de tekst op de achterzijde trok me over de streep. Las ik in 2007 al een boek over Dyveke Willums, dit boek ging over haar concurrente: de koningin van Denemarken, echtgenote van Christiaan II, Isabella van Habsburg, dochter van Filips de Schone. Dat was wel erg toevallig.
Aan het eind van dit boek moest ik helaas opnieuw de conclusie trekken dat het boek tegenviel. Het leven van deze erfdochter van Bourgondië, toch niet de minste familie in middeleeuws Europa, is ronduit saai. Ze is ziekelijk, onzeker en lelijk. Althans, dat wordt gezegd. Uitgehuwelijkt op haar 13de. trouwen met de handschoen en uiteindelijk een hele tijd later de reis naar Denemarken via een schip (vertrokken uit Veere) dat haar bijna het leven kost omdat ze niet opgewassen is tegen de zeereis.
De politieke verwikkelingen maken het er niet beter op en natuurlijk lijdt ze onder de maitresse van haar man. Als die sterft (waarschijnlijk als gevolg van vergiftiging) wordt de verhouding iets beter, maar eigenlijk leidt deze vrouw, meisje eigenlijk nog, een kwijnend bestaan. Ze baart de kinderen, maar doet er nauwelijks toe in het leven van de koning. Haar eigen familie is geen fan van haar echtgenoot. Christiaan II slaagt er in zijn eigen bevolking van zich te vervreemden (o.a. door de grote invloed van de moeder van Dyveke, Sigbrit, op de staatszaken) waardoor hij de laatste jaren van zijn leven een zwervend bestaan leidt met zijn gezin. Zijn kinderen brengen veel tijd door aan het hof van Margaretha van Bourgondië, landvoogdes over de Nederlanden.
Hij neigt steeds meer naar het Lutherse geloof, waardoor hij ook daar niet meer welkom is. Hij maakt overal schulden, wordt opgejaagd, samen met zijn vrouw en kinderen en belandt uiteindelijk in het kasteel van Lier waar ze een armzalig huishouden voeren. Zo armzalig, dat zijn schoonzuster Margaretha hem vraagt niet meer te gaan rijden in de stad en omgeving omdat ze een erbarmelijke indruk achterlaten met hun haveloze uitrusting.
Het is een treurig verhaal. En niet bijster interessant. Stylistisch ook geen hoogvlieger, althans in mijn ogen. Tja, soms zit er zo eentje tussen!
woensdag 27 februari 2008
maandag 18 februari 2008
Waarom jobhoppen niet alleen maar ideaal is
Op zaterdag 16 februari stond in de NRC een prima artikel over de overschatte waarde van het jobhoppen. De braindrain die het jobhoppen telkens teweegbrengt in organisaties is een onschatbaar verlies.
Het artikel is niet tegen jobhoppen, integendeel, er is zeker een bevolkingsgroep die daar juist wel bij vaart en door dat te doen het best tot zijn of haar recht komt. Bovendien kan het leiden tot kennisverrijking, toenemende ervaring waar een volgende organisatie of bedrijf weer van kan profiteren.
Het is in de afgelopen jaren echter een soort van "must" geworden om niet te lang bij een werkgever in dienst te blijven. Dat beschouwt de samenleving als een gebrek aan kunde of ambitie. Na vijf jaar moet je weg zijn... Alsof het een slechte eigenschap is om trouw te zijn en te blijven aan je werkplek. Niet ten koste van alles natuurlijk, maar dat lijkt me logisch!
Daar is vanzelfsprekend een heleboel tegenin te brengen. Verbondenheid voelen met een werkgever of een organisatie kan een weldaad betekenen. Voor sommige mensen is dat een noodzaak om tot grootse prestaties te komen.
Er is onderzoek geweest dat heeft aangetoond dat het wegkopen van werknemers bij concurrenten in de meeste gevallen niet het gewenste effect heeft. De werknemer die het betreft werkt namelijk zelden of nooit in zijn eentje, maar heeft een organisatie om zich heen die hem in staat stelt te doen waar hij goed in is. Als je een dergelijke medewerker amputeert uit de organisatie is de kans dat een nieuwe persoon op die plek het beter gaat doen groter, vanwege de gelijkblijvende omstandigheden, dan dat de weggekaapte medewerker het in een nieuwe werkomgeving net zo goed gaat doen als hij gedaan heeft.
Kortom, schaam je niet als je al jarenlang bij dezelfde baas werkt en je goed voelt. Er is niets mis met je, je zit gewoon lekker in je vel, goed op je plaats en er is geen enkele reden om je ongerust te maken over de toekomst, of over je persoonlijkheid! Blijf zitten waar je zit en presteer!
Het artikel is niet tegen jobhoppen, integendeel, er is zeker een bevolkingsgroep die daar juist wel bij vaart en door dat te doen het best tot zijn of haar recht komt. Bovendien kan het leiden tot kennisverrijking, toenemende ervaring waar een volgende organisatie of bedrijf weer van kan profiteren.
Het is in de afgelopen jaren echter een soort van "must" geworden om niet te lang bij een werkgever in dienst te blijven. Dat beschouwt de samenleving als een gebrek aan kunde of ambitie. Na vijf jaar moet je weg zijn... Alsof het een slechte eigenschap is om trouw te zijn en te blijven aan je werkplek. Niet ten koste van alles natuurlijk, maar dat lijkt me logisch!
Daar is vanzelfsprekend een heleboel tegenin te brengen. Verbondenheid voelen met een werkgever of een organisatie kan een weldaad betekenen. Voor sommige mensen is dat een noodzaak om tot grootse prestaties te komen.
Er is onderzoek geweest dat heeft aangetoond dat het wegkopen van werknemers bij concurrenten in de meeste gevallen niet het gewenste effect heeft. De werknemer die het betreft werkt namelijk zelden of nooit in zijn eentje, maar heeft een organisatie om zich heen die hem in staat stelt te doen waar hij goed in is. Als je een dergelijke medewerker amputeert uit de organisatie is de kans dat een nieuwe persoon op die plek het beter gaat doen groter, vanwege de gelijkblijvende omstandigheden, dan dat de weggekaapte medewerker het in een nieuwe werkomgeving net zo goed gaat doen als hij gedaan heeft.
Kortom, schaam je niet als je al jarenlang bij dezelfde baas werkt en je goed voelt. Er is niets mis met je, je zit gewoon lekker in je vel, goed op je plaats en er is geen enkele reden om je ongerust te maken over de toekomst, of over je persoonlijkheid! Blijf zitten waar je zit en presteer!
Labels:
braindrain,
jobhoppen,
mobiliteit,
trouw,
verbondenheid
dinsdag 12 februari 2008
Steven Johnson - Alle slechte dingen zijn goed voor je
Een sinterklaaskado! Een boek waar ik al veel over gehoord en gelezen had. Nu maar eens zelf aangeschaft en gelezen. Dat eerste is altijd makkelijker dan het tweede :-).
De ondertitel van dit boek: waarom de populaire cultuur ons slimmer maakt. Dat vond ik wel intrigerend. Je hoort veel dat mensen te hoop lopen tegen de vergaming van het leven en de verloedering van de tv. Steven Johnson kijkt daar heel anders tegenaan.
Hij beweert doodleuk dat gamen en tv-kijken de jeugd beter maakt, slimmer, goed toegerust voor de toekomst.
De toegevoegde waarde van games beschrijft hij in het leren om de juiste beslissingen te nemen: "kansen afwegen, situaties analyseren, doelstellingen voor de lange termijn overwegen en vervolgens beslissen." De gamer beschikt over vaardigheden om een spel te spelen (snelle reactie, weten welk wapen/voorwerp waarvoor dient etc.) maar moet daarna gaan doorgronden wat nu eigenlijk het spel is. Hoe werkt het spel? Waar liggen beperkingen, grenzen, wat is belangrijk, strategieën kiezen, samenwerking zoeken, (onder)handelen etc. een heel scala aan vaardigheden die niets met schieten te maken hebben is bittere noodzaak om een spel te kunnen spelen.
Zijn betoog houdt wel stand.
De toenemende mate van informatiedichtheid heeft ook betrekking op de televisie. Aangezien ik al heel wat jaren meeloop kan ik zijn redenering ook volgen en beamen. De plot van Columbo was ontzettend voorspelbaar. De dader was vaak al bekend, de weg naar zijn onontkoombare bekentenis verliep in een gezapig tempo, inclusief rammelbak en lazy dog. Johnson noemt als voorbeeld van zo'n oude detective Kojak, de kale lollyetende misdaadoplosser. Één zaak per aflevering, opgelost en wel.
Kom daar nu eens om. Zelf kijk ik graag naar CSI in alle varianten die er zijn. Daar lopen altijd meerdere zaken door elkaar. Bovendien worden de personages ook nog beschreven in de loop van de serie, je krijgt een beeld van hen, wie ze zijn, hoe ze leven, vooral hun eigenaardigheden. Dat schijnt te zijn begonnen met Hill Street blues, een serie die ik ook fascinerend vond. Inmiddels zijn er nog veel ingewikkelder verhaallijnen te zien in b.v. de Sopranos (een serie die ik niet heb gezien) en 24, dat ik dan weer wel volg.
Terugdenkend heeft de man volkomen gelijk en als je zo'n oude serie nog eens terugziet, zoals Columbo enkele jaren geleden, dan valt je inderdaad op hoe gezapig dat verloopt. Daar wordt geen enkel beroep gedaan op je hersens.
De verschillende verhaallijnen van nu dwingen ons als kijker om op te letten en na te denken. Soms beslaat een zaak meerdere afleveringen en regelematig wordt er teruggegrepen op gebeurtenissen uit een oude aflevering. Dat gebeurt ook bij comedies (Johnson noemt o.a. Seinfeld).
Realityshows interesseren heel veel mensen vanwege de sociale component. Persoonlijk ben ik er niet van gecharmeerd, maar hele volksstammen evalueren het gedrag van de mensen die in dergelijke series spelen, zowel voor de beeldbuis als op fora op internet. Ze scherpen hun geest en hun gedrag op basis van de informatie die ze via dat soort shows binnenkrijgen. Het gaat dan niet alleen om de Gouden Kooi, maar ook b.v. Expeditie Robinson.
Dit boek is een aanrader voor mensen die wel eens twijfelen of hun kind niet beter buiten kan spelen dan steeds weer achter die computer te kruipen. En let wel, boeken lezen, buiten spelen, sporten, uitgaan: Johnson zegt dat het allemaal belangrijk is. Maar gamen is een manier om te leren, tv-kijken is een manier om te leren.
Wat me het meest bijblijft is zijn redenering dat kinderen volgens hun ouders en vele criticasters lui zijn en geen moeite willen doen. Maar waarom liggen ze dan niet de hele dag in bed?
Zelf wel eens een game gespeeld? En doorgezet tot het eind? Ik wel en ik moet eerlijk zeggen dat de meeste games mij veel te veel moeite kosten.. Ik haak af, mijn zoon niet... Die speelt ze allemaal tot het bittere eind. En soms spelen we samen en profiteer ik van zijn behendigheid en kunde :-).
Geen boek om even achter elkaar uit te lezen. Het is pittig, maar zeer de moeite waard.
De ondertitel van dit boek: waarom de populaire cultuur ons slimmer maakt. Dat vond ik wel intrigerend. Je hoort veel dat mensen te hoop lopen tegen de vergaming van het leven en de verloedering van de tv. Steven Johnson kijkt daar heel anders tegenaan.
Hij beweert doodleuk dat gamen en tv-kijken de jeugd beter maakt, slimmer, goed toegerust voor de toekomst.
De toegevoegde waarde van games beschrijft hij in het leren om de juiste beslissingen te nemen: "kansen afwegen, situaties analyseren, doelstellingen voor de lange termijn overwegen en vervolgens beslissen." De gamer beschikt over vaardigheden om een spel te spelen (snelle reactie, weten welk wapen/voorwerp waarvoor dient etc.) maar moet daarna gaan doorgronden wat nu eigenlijk het spel is. Hoe werkt het spel? Waar liggen beperkingen, grenzen, wat is belangrijk, strategieën kiezen, samenwerking zoeken, (onder)handelen etc. een heel scala aan vaardigheden die niets met schieten te maken hebben is bittere noodzaak om een spel te kunnen spelen.
Zijn betoog houdt wel stand.
De toenemende mate van informatiedichtheid heeft ook betrekking op de televisie. Aangezien ik al heel wat jaren meeloop kan ik zijn redenering ook volgen en beamen. De plot van Columbo was ontzettend voorspelbaar. De dader was vaak al bekend, de weg naar zijn onontkoombare bekentenis verliep in een gezapig tempo, inclusief rammelbak en lazy dog. Johnson noemt als voorbeeld van zo'n oude detective Kojak, de kale lollyetende misdaadoplosser. Één zaak per aflevering, opgelost en wel.
Kom daar nu eens om. Zelf kijk ik graag naar CSI in alle varianten die er zijn. Daar lopen altijd meerdere zaken door elkaar. Bovendien worden de personages ook nog beschreven in de loop van de serie, je krijgt een beeld van hen, wie ze zijn, hoe ze leven, vooral hun eigenaardigheden. Dat schijnt te zijn begonnen met Hill Street blues, een serie die ik ook fascinerend vond. Inmiddels zijn er nog veel ingewikkelder verhaallijnen te zien in b.v. de Sopranos (een serie die ik niet heb gezien) en 24, dat ik dan weer wel volg.
Terugdenkend heeft de man volkomen gelijk en als je zo'n oude serie nog eens terugziet, zoals Columbo enkele jaren geleden, dan valt je inderdaad op hoe gezapig dat verloopt. Daar wordt geen enkel beroep gedaan op je hersens.
De verschillende verhaallijnen van nu dwingen ons als kijker om op te letten en na te denken. Soms beslaat een zaak meerdere afleveringen en regelematig wordt er teruggegrepen op gebeurtenissen uit een oude aflevering. Dat gebeurt ook bij comedies (Johnson noemt o.a. Seinfeld).
Realityshows interesseren heel veel mensen vanwege de sociale component. Persoonlijk ben ik er niet van gecharmeerd, maar hele volksstammen evalueren het gedrag van de mensen die in dergelijke series spelen, zowel voor de beeldbuis als op fora op internet. Ze scherpen hun geest en hun gedrag op basis van de informatie die ze via dat soort shows binnenkrijgen. Het gaat dan niet alleen om de Gouden Kooi, maar ook b.v. Expeditie Robinson.
Dit boek is een aanrader voor mensen die wel eens twijfelen of hun kind niet beter buiten kan spelen dan steeds weer achter die computer te kruipen. En let wel, boeken lezen, buiten spelen, sporten, uitgaan: Johnson zegt dat het allemaal belangrijk is. Maar gamen is een manier om te leren, tv-kijken is een manier om te leren.
Wat me het meest bijblijft is zijn redenering dat kinderen volgens hun ouders en vele criticasters lui zijn en geen moeite willen doen. Maar waarom liggen ze dan niet de hele dag in bed?
Zelf wel eens een game gespeeld? En doorgezet tot het eind? Ik wel en ik moet eerlijk zeggen dat de meeste games mij veel te veel moeite kosten.. Ik haak af, mijn zoon niet... Die speelt ze allemaal tot het bittere eind. En soms spelen we samen en profiteer ik van zijn behendigheid en kunde :-).
Geen boek om even achter elkaar uit te lezen. Het is pittig, maar zeer de moeite waard.
Abonneren op:
Posts (Atom)