Adriana Cornelis van Asten, huisvrouw van Anthonij Goijaert Broeckmans, legt op 24 september 1657 een verklaring af voor schepenen Staeckenborg en Stockum. Het was de vorster Anthonijs de Beir die haar daarvoor een dagvaarding had gegeven, op verzoek van de drossaard.
Adriana van Asten en Anthonij Goijaert Broeckmans waren in 1654 eigenaar geworden van het huis genaamd het Swart(e) Peert aan de Markt, waar ook een brouwerij bij hoorde. In dat etablissement speelt zich het onderstaande verhaal af.
Adriana verklaart dat op 19 september, dus vijf dagen eerder, in haar huis onder andere aanwezig waren Willem van Ophuijsen, licentmeester (die ging over de belastingen over ingevoerde en geƫxporteerde goederen), Johan vanden Broeck, controleur, en Goijaert Thomas van Dijck, oud-borgemeester van de heerlijkheid Tilburg en Goirle. Tussen Willem van Ophuijsen en Goijaert Thomas van Dijck ontstaat twist over t'leggen van nieuwen steen wech. In 1656 was men begonnen met het verharden, bestraten, van de Heuvelstraat, die nadat het bestraten klaar was voortaan steenwech heet. Goijaert Thomas van Dijck en Roeloff Kievits waren de aannemers van dit werk. Dit was de eerste weg die bestraat werd in Tilburg. De Heuvelstraat maakte deel uit van doorgaande weg tussen Breda en 's-Hertogenbosch. De Markt en de Heuvel dankten hun ontwikkeling voor een belangrijk deel aan deze doorgaande weg die handel en vervoer mogelijk maakte.
De onenigheid aan tafel tussen Willem en Goijaert in het Swarte Peert neemt alsmaar toe en op enig moment loopt de woordenstrijd zo hoog op dat sij bijde vande tafel sijn geschoven ende malcanderen toegecomen. Adriana ziet het onheil aankomen en loopt de kamer uit en roept haar man 'om deselve te scheijden'. Als ze weer terug komt in de kamer was Goijaert van Dijck 'ter aerden (...) nedergesoncken op sijn hooft seer bebloeijt'. Er werd geroepen Van Dijck is doodt. Willem van Ophuijsen antwoordt is hij doodt soo is hij doodt en loopt vervolgens naar buiten.
In de begraafboeken van Tilburg staat geen begraafinschrijving van Goijaert van Dijck vermeld. In het doopboek van de parochie Tilburg staan nog twee dopen genoteerd, waarvan Goijaert van Dijck de vader is, namelijk Maria en Dijmphna, respectievelijk in 1659 en 1664. Goijaert is zelf begraven op 26 december 1683.
Er is ook geen proces gevoerd tegen Willem van Ophuijsen voor zover bekend. Willem van Ophuijsen bleef ook zijn functie bekleden.
Is er sprake van een onjuiste verklaring? Dat denk ik niet. Eigenlijk heeft Adriana van Asten alleen verteld wat ze gehoord heeft. Ze heeft zelf niets waargenomen, behalve dan dat Van Dijck een hoofdwond had en er bloed lag.
Mogelijk is de echte reden voor de verklaring dat Willem van Ophuijsen, toch een notabele in het dorp, zo laconiek reageert op het geroep dat Van Dijck dood zou zijn. Mogelijk wist hij dat dat niet kon maar het is wel een zeer koele reactie voor iemand in zijn positie.
De zaak liep met een sisser af. Gelukkig maar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten