Op 13 oktober 1615 stappen er drie kanunniken uit Grieckelandt Tilburg binnen. Zij hebben aanbevelingsbrieven bij zich van de koninklijke hoogheden, dat zullen Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje zijn, de aartshertogen die toen de heersers waren over de Nederlanden. In die brieven wordt deze Grieken toestemming gegeven om aalmoezen te vergaren om daarmee katholieke gevangenen vrij te kunnen kopen uit Turkse gevangenschap. Zij ontvangen van het dorpsbestuur drie gulden voor dat nobele doel.
Op 27 mei 1616 herhaalt zich dit tafereel. Opnieuw zijn het drie geestelijcke persoonen. Deze mensen tonen brieven van zijne heijligheijt (de paus neem ik aan) en van de twee hoogheden. Mogelijk betreft het dezelfde mensen als uit 1615. Ook deze drie zamelen geld in om katholieke gevangenen te bevrijden uit Turkse handen. Deze keer kregen ze van schout en schepenen twee gulden en acht stuivers.
Op 29 september van hetzelfde jaar komt een schamele passant vuijt Italien soo hij seijde wederom met brieven van sijne heijlicheijt. Deze persoon boezemde wat minder gezag in en werd afgescheept met een bedrag van twaalf stuivers als teergelt. Zijn geloofwaardigheid was in het geding gezien de frase soo hij seijde. Hij was ook schamel wat aangeeft dat hij geen rijkdom uitstraalde en eerder een armoedige voorkomen had. De eerdere geestelijke personen die Tilburg aandeden hadden ongetwijfeld een betere uitstraling en wekten meer vertrouwen.
Ik ben benieuwd of deze mensen ervoor zorgden dat de Tilburgers de straat op kwamen om deze vreemdelingen, die zich ongetwijfeld op een andere manier kleedden, aan te gaope. Zoals Tilburgers dat kunnen.
[Afbeelding: Paus Paulus V, die tussen 1605 en 1621 de pauselijke zetel bezette. Hij kwam uit de familie Borghese. Bron: Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Paulus_V]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten