dinsdag 29 oktober 2024

Verzoek om een amputatie in Tilburg in de 18de eeuw


Afbeelding afkomstig van Wiki Commons
Adriaen Hoevenaers is een jongeman van ongeveer 20 jaar oud. Hij krijgt ondersteuning van  de tafel van de Heilige Geest in Tilburg omdat hij niet in staat is zijn kost te verdienen. Adriaen is gedoopt in Tilburg op 5 april 1707 als zoon van Gijsbert Jacob Hoevenaers en Catharina Antonis Vuchts. Zij waren getrouwd in Tilburg op 29 september 1706. Beiden hadden er al een huwelijk opzitten. Gijsbert was eerder getrouwd met Adriana Aert van Roij die op 16 februari 1706 is begraven in Tilburg. Zij hadden samen een dochter Maria Anna die op 24 januari 1703 is gedoopt in Tilburg.

Gijsbert trouwt al weer snel met Catharina en zij krijgen samen nog vier kinderen, waarvan Adriaen de oudste is. Dan volgens nog Anthonius (1708), Jacobus (1709 en Helena (1711). Het echtpaar overlijdt kort na elkaar en zij worden respectievelijk op 8 april (Catharina) en 20 mei (Gijsbert) 1715 begraven in Tilburg.
Met het overlijden van de ouders komen de kinderen vanwege hun minderjarige leeftijd allemaal onder bewind van de schepenen van Tilburg en Goirle en krijgen ze ondersteuning van de tafel van de heilige geest. In de rekeningen van de armentafel komen we hun namen dan ook regelmatig tegen. De kinderen kregen onderdak bij verschillende families die daarvoor een vergoeding kregen. 

Adriaen Gijsbert Hoevenaers woonde in 1720 en 1721 bij Jan Sijmons Emmen die voor beide jaren samen een vergoeding kreeg van 33 gulden.

Adriaen lijdt aan een onaangename kwaal, namelijk eene vuijle verrottinge, (...) een been vreeter. De officiële medische naam was Cariës Ossis Belgie. In een boek uit 1684 van de hand van Cornelis Solingen getiteld Manuele Operatien der chirurgie is er een hoofdstuk aan gewijd. [(Bron: p.366]

Amputatie van een been.
Bron: https://www.slavenhaler.nl/amputatie.html

Op 30 april 1729 verzoekt Adriaan Hoevenaers aan de schepenbank om een operatie te mogen ondergaan  waarbij zijn linker been wordt afgezet. De aandoening is namelijk progressief en vreet letterlijk zijn been steeds verder aan. Om dat een halt toe te roepen is deze operatie noodzakelijk. De Caries Ossis is begonnen aan zijn hiel en is door de chirurgijn De Meij en medicine doctor Eijmbers die het hebben onderzocht beoordeelt als ongeneeslijk. 

De schepenbank gaat mee in het oordeel van de medici en keuren de amputatie goed. De operatie zal op 5 mei aanstaande plaatsvinden. Voor de ingreep is voorwaarde dat er een tweede chirurgijn deelneemt en dat twee leden van de schepenbank daar bij aanwezig zijn. Het zijn de president Otterinck, schepen Meurs den secretaris De Jong die de operatie bijwonen. De amputatie of excrepatie is uitgevoerd door chirurgijn De Meij en zijn ambtsgenoot Jacob Boot uit Sprang. Tevens waren daarbij aanwezig de doctoren Eijmbers en Mutsaers. Het was dus een heel gezelschap dat aanwezig was om getuige te zijn van de amputatie die ze ongetwijfeld nog niet eerder hadden meegemaakt.

Het is moeilijk voor te stellen hoe deze amputatie is verlopen voor de patiënt Adriaen Hoevenaers. In de 18de eeuw was er nog geen sprake van een middel dat de patiënt zodanig verdoofde dat hij niet of nauwelijks pijn voelde. Onderstaand citaat beschrijft de praktijk in de 16de eeuw en er is vooralsnog geen reden om aan te nemen dat het in de 18de eeuw minder pijnvol was. Het citaat komt uit een artikel in het Historisch Nieuwsblad van 18 augustus 2019 van de hand van Geertje Dekkers.

"Bind de spieren en de bloedvaten stevig vast met een gewone haarband, adviseerde militair chirurgijn Ambroise Paré (1510-1590) in een instructie voor amputaties. Dan bloedt de wond minder en werden de zenuwen afgeknepen, waardoor de pijn wat werd gedempt. ‘Wanneer je dat gedaan hebt,’ ging Paré verder, ‘snijd je het vlees tot aan het bot met een scherp incisie-mes of een krom mes. Merk op dat tussen de botten vaak wat spier ligt die je niet makkelijk kunt wegsnijden met een groot mes of een amputatiemes. Daarom moet je die voorzichtig losmaken van het bot met iets dat lijkt op een krom incisie-mes. Het leek me goed daarvoor te waarschuwen, want als je iets anders dan het bot behandelt met een zaag, bezorg je de patiënt excessieve pijn, want vlees en membranen kunnen niet goed met een zaag worden doorgesneden."

In het boek van Cornelis Solingen is sprake van beitels en gutsen om de operatie goed uit te voeren maar we hebben geen idee wat het instrumentarium was waar de Tilburgse chirurgijn over beschikte. Om de wond dicht te maken heeft Solingen het over het branden, dus dichtschroeien van de wond. 

In het verslag vertellen de doctoren dat het been is afgezet drie vingers breet onder de knie. Het afgezette been bevatte nog een vingerbreet goet merg. Dat betekent dat ze een goede inschatting hebben gemaakt tot waar de caries ossis was doorgedrongen.

In de armenrekening van 1729 en 1730 komen we een post tegen waarin zowel chirurgijn de Meij als zijn confreer Boote voor een extraordinaire dienst van cure, een vergoeding krijgen van maar liefst 60 gulden. Er staat niet bij dat het voor de ingreep bij Adriaen Hoevenaers was maar aangezien beide personen die operatie hebben uitgevoerd kunnen we er vanuit gaan dat het voor die operatie was..

In 1728 ontving Jan Embregt Jonckers 20 gulden voor het costgeld en vervolgens voor 1729 tot 11 januari 1730 nog eens 48 gulden. Dat was na de operatie en had Adriaen extra zorg nodig.
Bij zijn tweede huwelijk in 1723 woonde Jan Jonckers aan de West-Heikant.

Adriaen Gijsbert Hoevenaers is begraven in Tilburg op 12 augustus 1732. Hij woonde toen aan de West-Heikant. Dat klopt met de woonplaats van Jan Jonckers. Waar Adriaen Hoevenaers aan is overleden is niet bekend. Na zijn operatie zal hij behoorlijk gehandicapt zijn gebleven en niet in zijn eigen levensonderhoud hebben kunnen voorzien. Mogelijk is hij aan de naweeën van de operatie uiteindelijk bezweken.

+-+-+-+-+-+-+



Het verzoek van Adriaen Gijsbert Hoevenaers:
Op de instantelijcke versoecken 
bij Adriaen Hoevenaers jongman out 
twintig jaeren levende vande h:geest 
Taffel alhier, omme te hebben afgeset 
sijn lincker been, sijnde daer aen
geïncommodeert met eene vuijle 
verrottinge, bij de Chirurgijns geheeten
Caries ossie Belgie, een been vreeter
die sijn begin genoomen heeft aenden
hiel, en geoordeelt ongeneeselijck; Soo is

Bronnen:
Het artikel in het Historisch Nieuwsblad kan alleen worden ingezien als je abonnee bent van dat blad.

woensdag 2 oktober 2024

Brieven van zijne Heiligheid

In de dorpsrekening van Tilburg over de periode 1614-1618 komt op drie plaatsen een vermelding voor die enigszins opzien zal hebben gebaard bij de tijdgenoten.

Op 13 oktober 1615 stappen er drie kanunniken uit Grieckelandt Tilburg binnen. Zij hebben aanbevelingsbrieven bij zich van de koninklijke hoogheden, dat zullen Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje zijn, de aartshertogen die toen de heersers waren over de Nederlanden. In die brieven wordt deze Grieken toestemming gegeven om aalmoezen te vergaren om daarmee katholieke gevangenen vrij te kunnen kopen uit Turkse gevangenschap. Zij ontvangen van het dorpsbestuur drie gulden voor dat nobele doel.

Op 27 mei 1616 herhaalt zich dit tafereel. Opnieuw zijn het drie geestelijcke persoonen. Deze mensen tonen brieven van zijne heijligheijt (de paus neem ik aan) en van de twee hoogheden. Mogelijk betreft het dezelfde mensen als uit 1615. Ook deze drie zamelen geld in om katholieke gevangenen te bevrijden uit Turkse handen. Deze keer kregen ze van schout en schepenen twee gulden en acht stuivers.

Op 29 september van hetzelfde jaar komt een schamele passant vuijt Italien soo hij seijde wederom met brieven van sijne heijlicheijt. Deze persoon boezemde wat minder gezag in en werd afgescheept met een bedrag van twaalf stuivers als teergelt. Zijn geloofwaardigheid was in het geding gezien de frase soo hij seijde. Hij was ook schamel wat aangeeft dat hij geen rijkdom uitstraalde en eerder een armoedige voorkomen had. De eerdere geestelijke personen die Tilburg aandeden hadden ongetwijfeld een betere uitstraling en wekten meer vertrouwen.

Ik ben benieuwd of deze mensen ervoor zorgden dat de Tilburgers de straat op kwamen om deze vreemdelingen, die zich ongetwijfeld op een andere manier kleedden, aan te gaope. Zoals Tilburgers dat kunnen.

[Afbeelding: Paus Paulus V, die tussen 1605 en 1621 de pauselijke zetel bezette. Hij kwam uit de familie Borghese. Bron: Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Paulus_V]