dinsdag 31 december 2013

Demotie (of Remotie?)

Op de laatste dag van 2013 even wat reflecterende opmerkingen.
Voor mij persoonlijk was 2013 een lastig jaar. Door een eigen keuze besloot ik om mijn rol als Hoofd Archief te stoppen. Dat was overigens niet iets van 2013, dat wilde ik al in 2012 maar door omstandigheden gebeurde dat toen niet. Vervolgens doorliepen we een proces van herinrichting en nieuwe strategische keuzes waarbij mijn nieuwe rol zich langzaam aandiende. Vanaf 1 januari krijgt dat dan een nieuwe inhoud in mijn functie als projectleider / coördinator. What's in a name. Als aandachtsgebieden krijg ik voorlopig onder mijn hoede e-dienstverlening en educatie & participatie. Twee onderwerpen waar ik in ieder geval mijn hart heb liggen. Belangrijke onderwerpen in een tijd waar in archieven voor de zoveelste keer het accent komt te liggen bij beheren en bewaren.

Hierdoor kreeg ik te maken met het fenomeen demotie. De waardedaling van mijn functioneren. Omdat ik geen, of onvoldoende, verantwoordelijkheid draag gaat niet alleen mijn plaats in de organisatiestructuur "achteruit" maar ook de betaling die ik krijg. Daar sta ik, voor de duidelijkheid, volledig achter.

De vraag die zich daarbij telkens weer opwerpt: voldoet de huidige manier van functie-indeling en beloning nog wel aan de eisen die we stellen aan personeel/medewerkers. Het is een discussie die parallel verloopt aan de vraag of de huidige manier van opleiden nog wel voldoet aan de eisen die we aan nieuwe medewerkers stellen. Nu ik opnieuw zo'n proces heb doorlopen valt me op dat het verlangen om alles te vangen in beschrijvingen altijd weer tot spanningen leidt. Functiebeschrijvingen, het zegt zo weinig over wat je doet. En wie je bent. En wat je betekent. En dan de koppeling aan een functiewaardering. Wat zal ik er van zeggen.

Ik snap dat er behoefte is aan systematiek, dat verdient ook aanbeveling tegenover persoonlijke aanstellingen, maar het doet vaak geen recht meer aan de prestaties van mensen. Niet dat een andere systematiek tot hogere salarissen gaat leiden, maar het is mogelijk wel herkenbaarder voor medewerkers en daarmee meer acceptabel. Nu is het streven: een zo plat mogelijke (organisatie)pannenkoek. Weinig lagen, zeker in een kleine organisatie als de onze, is een heel goed uitgangspunt, maar meer differentiatie in functies en waardering leidt niet tot meer "lagen", wel tot een passender organisatie.

Ik heb er geen oplossing voor en ik ben niet degene die dat gaat bedenken. Maar kritisch blijven nadenken over dit soort processen kan geen kwaad. Voorlopig ga ik aan de slag als projectleider / coördinator. En blijkbaar presteer ik in die hoedanigheid minder dan voorheen. Tis maar dat je het weet.

Wat altijd weer leuk is hoe mensen uit de trend van demotie een slaatje slaan, zoals de (Vlaamse) schrijvers van het boek Remotie. Een stap terug is een stap vooruit die het positieve blijven zien.
Op hun weblog staan ook een aantal zinnige dingen zoals: "Promotie wordt nog teveel gekoppeld aan succes. Demotie, daarentegen, draagt het stigma van de mislukking."
Dit is een managementboek. Dus het verdedigt demotie als instrument om ouderen langer te laten werken zonder dat ze te duur worden. Heel kort door de bocht is dat mijn samenvatting van hun visie. Het Vlaamse taalgebruik maakt het nog wat smeuïger: "Als u het de individuele werknemer vraagt, primeert werktevredenheid en work-life balance boven loon. Trouwens, loon an sich is erg beperkend. Het is nuttig in deze context het hele rewardpakket eens onder de loep te nemen, dat biedt zeker nog wat uitdagingen."
Tja. Het Vlaams is ook niet meer wat het is geweest;).

zondag 8 december 2013

25 jaar archivaris - een jubileum

Een week geleden op de kop af 25 jaar geleden behaalde ik mijn diploma middelbaar archiefambtenaar. Na 14 maanden betaalde stage in het Rijksarchief Utrecht (nu Het Utrechts Archief) aan de Alexander Numankade met medestagiare en klasgenoot Erik Baas, mocht ik examen doen. Tijdens mijn stage had ik met allerlei aspecten van het archivarissenbestaan kennis gemaakt. Voor eentje, het verpakken van archieven, moest rijksarchvaris Cees Dekker hoogstpersoonlijk in actie komen omdat ik daar blijkbaar steeds onderuit had weten te komen. Archiefbeheer was toen al geen kracht van me :). Toch kreeg ik een bewijs dat ik naar volle tevredenheid van prof. dr. Dekker mijn stage had doorlopen.

De opleiding was ideaal, 4 dagen werken en 1 dag, op vrijdag, naar school. De lessen werden gegeven in het gebouw van het Rijksarchief (nu Nationaal Archief) in Den Haag. Mijn huidige collega Mirjam (zat in de andere klas) volgde dezelfde opleiding en wij reisden vaak samen vanuit Tilburg. Dat was in een tijd dat roken in de trein nog mocht en meer ruimte kreeg dan niet roken.
Het was een gemeleerde groep die in mijn klas zat en de meeste studenten waren instromers vanuit andere beroepen of medewerkers van archiefdiensten. Van de opleiding kan ik me niet meer zoveel herinneren, maar het helderst zijn nog de weken in Woudschoten in Zeist. Een week intern om flink bijgespijkerd te worden. Uiteindelijk waren het uitstapjes die meer de groep vormden dan de geest. In mijn beleving dan :).

Voordat ik aan mijn stage begon had ik anderhalf jaar vervangende dienstplicht gedaan bij de Universiteitsbibliotheek in Utrecht. Daar had ik geschiedenismethoden ingevoerd in de geditaliseerde bibliotheekcatalogus. Met die ervaring op zak was ik meteen een van de weinigen in Nederland die dagelijks achter een computer zaten. Toen dan ook mijn inventaris mocht uittypen achter de computer was dat een merkwaardige gewaarwording. Die ene computer in het gebouw had namelijk een beheerder/bewaker: Lou de Graaf. Deze man, die Erik en mij ook paleografie gaf (waarvoor nog steeds hulde), was echt de baas van de computer. Zonder zijn toestemming en supervisie kon je er niet terecht. Met mijn kleine voorsprong kon ik gelukkig snel overweg met het ding en in WP 4.2 heb ik mijn archiefinventaris, mijn meesterproef, getypt.

Het inventariseren was een bijzonder verhaal. Onze begeleider was de heer Heinz. Deze man had het bestaan om de banden waaruit het archief oorspronkelijk bestond te desintegreren en Erik en mij met enkele meters losse papieren op te zadelen waar wij enige ordening in moesten aanbrengen. Ik weet nog goed dat dat geen methode was die breed werd gesteund. Respect voor de oude orde en zo (Ja, archivarissen kunnen behoorlijk reactionair zijn!). Maar deze meneer Heinz was van een apart slag. Opnieuw kwam archiefbeheer er niet ongeschonden vanaf.

In de studiezaal kreeg ik begeleiding van Saskia de Graaf(f?). Daar voelde ik me beter op mijn plaats. Ik kan me niet herinneren dat het bijzonder druk was, maar er zaten wel enkele heel serieuze onderzoekers die in de oude archieven bezig waren. Daarvan had het rijksarchief Utrecht er voldoende, vooral van het kerkelijke soort en middeleeuws. Prachtig! Daarnaast kon ik wat Utrechtse De Brouwers opsporen. Mooie bijkomstigheid. De vele depots op verschillende verdiepingen hebben mij met enkele regelmaat in verwarring gebracht, maar uiteindelijk kreeg de bezoeker wat hij had aangevraagd...

Samen met Erik beschreef ik de archieven van de onderprefekten van Utrecht en Amersfoort, 1811-1813, de commissarissen van de kwartieren Utrecht en Amersfoort, 1813-1816. Echt geen spectaculair archief. De periode sprak me niet aan en mijn onderdeel, de kommissarissen, bestond voor het overgrote deel uit het doorsturen van verzoeken en antwoorden tussen departement en gemeentebesturen. Veel begeleidende brieven. Behoorlijk saaie shit! Voor wie er zin in heeft, de inventaris staat online.
Het inventariseren mondde uit in een echte uitgave van de inventaris in de inventarisreeks, nummer 71, van het Rijksarchief Utrecht en vermelding in Worldcat!

Na afronding van deze proeve van bekwaamheid mocht ik op mondeling examen. Het was op 1 december 1988 om 10.30u. Ik weet nog goed dat ik van het onderdeel paleografie niet zoveel bakte. Op de een of andere reden hadden de zenuwen me in de greep. In mijn herinnering was dat het begin van het examen en daarna werd het niet beter. Toch maakte ik voldoende indruk op de examencommissie en mocht ik me vanaf dat moment middelbaar archiefambtenaar noemen. Mijn cijferlijst spreekt niet echt tot de verbeelding, maar telt wel! Dat woord "middelbaar" heeft wel de uitstraling alsof je leven er al voor een belangrijk deel opzit. Nu is dat zo, toen nog allerminst. Hoe vaak heb ik niet moeten uitleggen waarom ik toch in godsnaam als archivaris werkzaam wilde zijn... Nou ja, ik heb er nooit spijt van gehad.

Inmiddels ben ik bijna net zo lang archivaris als werkzaam in Tilburg. Wel in steeds afwisselende functies en hoedanigheden. Op het moment dat ik dit schrijf weet ik nog niet wat ik volgend jaar ga doen bij diezelfde archiefdienst, inmiddels verzelfstandigd en op zoek naar nieuwe wegen. Dat laatste is trouwens het meest boeiende aan het vak: de enorme ontwikkeling die plaatsvind in de informatievoorziening door de digitale revolutie die zich nog steeds aan het voltrekken is.

Of ik dat in Tilburg blijf doen? Voorlopig wel, maar ik sta open voor een interessant aanbod. Mijn leeftijd en de huidige situatie op de arbeidsmarkt maken een nieuwe start niet eenvoudig. Desondanks houd ik mijn ogen en oren open.

In de afgelopen 25 jaar is er veel gebeurd. Archivaris zijn is voor mij vooral mensen verder helpen met hun onderzoek en dat in toenemende mate faciliteren via internet, dat blijft me boeien. Ik heb een goede keuze gemaakt in 1987 toen ik voor deze opleiding koos.

Pikant detail: Ik was er zelf al jaaaren van overtuigd dat ik mijn examen op 8 december had gedaan. Mijn diploma bewijst dat ik mezelf al net zoveel jaar voorlieg. De menselijke geest en zijn geheugen. Verraderlijk! Maar goed dat er archieven zijn ;).

zaterdag 7 december 2013

Ian Anderson in Tilburg speelt Thick as a Brick I & II

Bijna een jaar geleden zag ik Ian Anderson in de Melkweg in Amsterdam met hetzelfde concert. Dit keer (11-11-2013) kwam hij weer eens in Tilburg langs in good old 013. Dat blijft toch een bijzondere gebeurtenis. Het is niet goed om steeds over hetzelfde te bloggen, maar de vondst van een paar bijna perfecte amateuropnames van dit concert deden me besluiten om het er toch nog maar een keer op te wagen. Geweldige beelden en dito geluid. Thick as a Brick live 40 jaar na dato. Deze beelden zijn van een concert in Houston op 27 oktober (ja Peerke!) 2012.

Overigens was er wel wat bijzonders aan deze uitvoering in Tilburg. Mijn schoonzus Mirjam en haar zonen, Turi en Sergio, gingen mee. Hun man en vader Nino Milone was ongeveer een jaar geleden overleden. Hij was een fan van o.a. Jethro Tull en in het verleden zijn we meerdere keren samen naar concerten geweest in Nederland en Duitsland. Hij draaide in de auto bijna altijd een cassette met daarop Thick as a Brick. Een soort lijflied voor zijn gezinsleden dus. Ze kenden het bijna helemaal uit hun hoofd. De kans om dat een keer live te zien wilden ze zich niet laten ontnemen. Terecht!

Het was voor ieder van hen een bijzondere avond die ze op hun eigen manier hebben beleefd. Ze waren in ieder geval onder de indruk van het optreden en beleefden er veel plezier aan. Met een trieste noot daarbij.
Bijzonder detail was de running gag tijdens het optreden waarbij in filmpjes die op de achtergrond getoond werden steeds een duiker voorbij kwam lopen op zoek naar water. Uiteindelijk vond hij de zee.
Waarom is dat bijzonder? Omdat Nino afkomstig is van Sicilië en daar graag en vaak op het strand te vinden was en dan liever in het water dan op het zand. Hij dook daar, snorkelde en viste naar alles wat eetbaar was. Hij heeft bij mij ooit een inktvis op mijn buik gegooid die hij net in zee had gevangen. Merkwaardige sensatie was dat! Na zijn overlijden is zijn as verstrooid in de zee bij Falcone op Sicilië waar hij een groot deel van zijn jeugd woonde. De duiker vond rust in de zee, net als Nino.

Life goes on. Enjoy!





vrijdag 6 december 2013

Chris Wild - The Retronaut #dish13

Op dag 2 van DISH 2013 was er een keynote van Chris Wild. Hij opereert op het internet als The Retronaut. Die naam is een prachtige vondst. Hij beschouwt zichzelf als een tijdreiziger, terug in de tijd wel te verstaan. Zijn weblog is een plaats waar veel oude foto's een plaats krijgen en hij heeft heel veel volgers.

Chris Wild hield een inspirerend praatje en later stond ik bij hem aan de chefs' table waar hij nog meer vertelde over zijn visie en aanpak. De titel van zijn keynote was: Disrupting History. Dat klonk veelbelovend!

Hij heeft een aanpak die hij SPEED noemt. Kies afbeeldingen die Seen Positive Easy Emotive Disruptive zijn en je krijgt meer aandacht van de kijkers.
Hij hanteert daarbij een interessante theorie. Mensen vormen een beeld van bepaalde tijdperken in de geschiedenis. Dat beeld is meestal niet helemaal correct, althans, nogal generaliserend samengesteld. Vandaar dat hij streeft naar disruptive history, het gebruik van afbeeldingen die een afwijkend beeld laten zien van een tijdperk. Zo stond er gisteren een foto op zijn website van twee mannen die kaart speelden met prothese armen. Een foto uit ca 1920. Niet schokkend, wel raak. De naweeën van de eerste wereldoorlog spelen er in door, maar ook een zich ontwikkelende technologie die dit soort aanpassingen mogelijk maakt. Het geeft eerder een positief en toch emotioneel beeld. Daarmee voldoet zo'n foto aan het SPEED principe. Prachtig!

Foto's zijn een dankbaar communicatiemiddel voor websites. De fotocollectie kan dienen als een etalage. Chris Wild zegt dat de culturele etalagekijker (cultural window shopper) het meest praat over wat hij/zij in de etalage ziet, buiten de winkel. Social Media zijn nu de platforms waar deze gesprekken plaatsvinden. Het gesprek vindt plaats buiten de muren van je eigen gebouw, je eigen website. Daar moet je bij aanwezig zijn en social media gebruiken om die discussie te initiëren, te voeren en mee te praten. Geen nieuwe boodschap, maar hij kan niet genoeg herhaald worden. Hij gaf ook aan dat foto's beter werken dan video, omdat je daar vaak geluid bij nodig hebt en het meer tijd kost om te bekijken.

Later aan de chefs' table zei hij nog dat hij een hekel heeft aan borden met veel tekst in musea. Hij voelt dan een verplichting om die teksten te lezen terwijl hij dat meestal niet wil. Hij begint met lezen, haakt dan toch af en dat geeft hem een vervelend gevoel. Als of je niet genoeg respect hebt voor het object of de tijd die er in het samenstellen van de tekstborden is gestoken. Hij vind dat dergelijke teksten optioneel zouden moeten zijn en niet verplicht om iets te begrijpen of waarderen. Het beeld moet voor zichzelf spreken. Zo min mogelijk tekst onder een foto. Die mag er wel zijn, maar als tweede laag. Voor musea zou hij graag zien dat het bord met informatie een beetje scheef onder het schilderij of voorwerp is bevestigd waardoor het minder dwingend wordt om die tekst te lezen.

Chris Wild gebruikt zijn weblog The Retronaut om door het plaatsen van foto's te onderzoeken welke aanpak tot een zgn. viral kan leiden. Dus welke afbeeldingen goed en welke niet goed worden opgepikt binnen social media. Het is een soort van laboratorium waar hij elke dag opnieuw dat experiment aangaat en kijkt wat de resultaten zijn.

Hij kiest bij voorkeur alledaagse foto's, situaties die heel herkenbaar zijn, waar het publiek zich eenvoudig mee kan identificeren. Dus geen extreme plaatjes, niet schokkend, confronterend, maar beelden van mensen die in de rij staan voor de bus, of vrouwen die een hoed dragen. Deze capsules laten soms een fascinerend beeld zien van een tijdperk, zoals deze serie afbeeldingen uit het atoomtijdperk. Disruptive dus. Die brave jaren 50 gingen aan de haal met radioactiviteit alsof het een godsgeschenk was. Zet dat af tegen de eco-hype van nu. Daar lachen ze over 50 jaar waarschijnlijk ook hartelijk om. Dat we dat allemaal geloofden... Die marketing jongens en meisjes toch!

Goed verhaal, inspirerend weblog. Toch eens kijken of we met onze eigen collectie ook zo kunnen omgaan. Of toch liever meer tijd in het beheren? :)

The Retronaut is natuurlijk ook op pinterest te vinden! En op Twitter.

donderdag 5 december 2013

Go Archiveteam! #dish13

Afgelopen twee dagen was ik bij DISH in de Doelen in Rotterdam. Anderhalve dag kennis delen in het Engels. Hoewel ik vooraf niet al te veel verwachtingen had, kwam ik opnieuw geïnspireerd thuis. Ik heb in tijden niet zoveel getwitterd en er was alle reden toe.

Op maandag werd de dag afgesloten door Jason Scott. Ik kende de goede man niet, maar door toeval kwam ik de afgelopen weken met hem in aanraking. Via mijn twittervrienden Ingmar, Aike en Christian werd ik weer eens geattendeerd op een reddingsactie van het Archiveteam. Dit keer was het vaderlandse Hyves aan de beurt om "gered" te worden. De opkomst van Facebook en de onhandige aanpak van TMG had dit Nederlandse sociale netwerk, ontstaan in 2003, tot een zieltogend bestaan gebracht. De centen gingen tellen en het scherm moest op zwart. Alerte bewakers van het digitale domein brachten het Archiveteam in actie en in no time startte de actie om Hyves voor het nageslacht te redden. Hoe beperkt dat misschien uiteindelijk ook blijkt te zijn.

Deze keer besloot ik om mee te doen. Ik was enkele jaren lid van Hyves maar mijn account is alweer enkele jaren geleden door mijzelf verwijderd. De overstap naar Facebook en het hoge kleutergehalte van de Hyves look and feel maakte dat makkelijk. Ik had al eerder kennis genomen van de reddingsacties van The Archiveteam, maar het leek me technisch ingewikkeld om er aan deel te nemen. Deze keer toch maar gedaan en wat bleek: kinderlijk eenvoudig. Software installeren is een fluitje van een cent en daarna doet de computer de rest. Ik heb 1GB aan data van Hyves gered. Joepie!

Een wat lange inleiding om tot de keynote van Jason Scott te komen. Maar het is noodzakelijk. Jason Scott's verhaal bracht me terug naar 2007 toen ik gelukkig werd van het oprichten van Archief 2.0 de online community voor archivarissen. Rebelse neigingen om veranderingen teweeg te brengen in de archieven in Nederland onder de bezielende leiding van Christian van der Ven, de initiatiefnemer. Het moest anders. We moesten gaan doen in plaats van denken en blijven hangen in goede bedoelingen.
Jason Scott en The Archiveteam, gedragen door The Internet Archive (archive.org), doen dat. Maar dan echt. Een beetje anarchistisch enthousiasme voor het bewaren van digitaal erfgoed. Geweldige motiverende houding en resultaten.

Save now - ask questions later. Zijn presentatie ging voor een groot deel over het redden van Hyves. Logisch aangezien dat net gebeurd was en op maandag 2 december, de dag van zijn keynote, Hyves op zwart ging. Een mooiere aanleiding om het over het redden van digitaal erfgoed te hebben is nauwelijks denkbaar.

Hij hield een gedreven praatje over de bedoelingen van Archiveteam. Over het enthousiasme van de, voor een belangrijk deel steeds wisselende, deelnemers aan de reddingsacties. Aan de hands on oplossingen die steeds weer tevoorschijn komen uit de kokers van deze enthousiastelingen die ieder hun eigen expertise inzetten om het doel te bereiken. Het feit dat om snelheid te genereren, er was maar 10 dagen tijd om de petabyte(?) aan data van Hyves te redden, er geld ingezameld moest worden om meer connecties mogelijk te maken. Dat bracht mensen van over de hele wereld in actie die geld gaven om een website te redden die ze niet kenden, nooit hebben gebruikt en ook nooit meer kunnen gebruiken. Maar toch kwam het geld er.

Hij vertelde, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dat The Internet Archive gratis bandbreedte en diskruimte beschikbaar heeft en stelt om collecties die anders verloren zouden gaan een plaats te geven. Eigenlijk teveel om te vertellen. Je had er bij moeten zijn om te ervaren hoe inspirerend handelend optreden kan zijn. Hoeveel meer waarde dat geeft dan alleen maar veel praten en weinig doen. Of al polderend tot een minder geschikte opplossing komen. Of ingeslagen wegen blijven bewandelen omdat het nou eenmaal zo is. Allemaal motivaties die ik dagelijks tegenkom en hoor en die lekker gelogenstraft worden door deze man en zijn mensen. Die hebben lak aan regels, of het nou om copyright gaat of relevantie.

De no nonsense opvatting kwam voor mij het meest tot uitdrukking in zijn houding tegenover enkele vragenstellers die natuurlijk, hoe kan het anders, de "beheerder" gingen uithangen. "Is het wel toegestaan om al die data zomaar te bewaren?" (copyright) "Is er toestemming om dat te doen?" (eigendom) " Wie maakt een backup van jullie back-up?". Jason Scott gebruikte veel woorden maar zei eigenlijk: dat is niet mijn probleem. Of deze informatie er over 100 jaar nog is? Geen idee. Maar nu is die informatie in ieder geval gered. Wat er van over is. Is het volledig? Nee, maar is dat erg? Kijk in onze depots en gooi alles weg wat niet volledig is. Het zou er troosteloos uit gaan zien in de stellingen. Archiveteam reageert op acties. Niet door er eerst nog eens een nachtje over te slapen, maar door te faciliteren. De cultuursector in dit land heeft sterk de neiging om vooral de "eigen" dingen te bewaren en te bewaren waard te verklaren. Dat is geen issue voor Archiveteam. Volgende generaties mogen zich daarover druk maken. Mobiliseren van mensen en actie voeren. Man naar mijn hart.

Jason Scott geeft alle credits aan de vrijwilligers die het allemaal mogelijk maken. De mensen over de hele wereld die hun computer gebruiken om websites te redden en die er later weer naar kijken om te zien wat er nog gefixed moet worden om het allemaal zichtbaar en toonbaar te houden. Is Hyves het redden wel waard? Dat is geen vraag waarmee Jason Scott zich bezighoudt. Hij lost het probleem eerst op en laat het aan anderen over om er mee aan de gang te gaan. Of niet. Geen oordeel vooraf, zelfs niet achteraf. Zie ook de discussie op archief 2.0. Ingmar Koch geeft daar ook een kort verslag van Jason Scotts keynote.

Jason hield nog een goed pleidooi waarin hij internetondernemingen verweet het downloaden van hun data zo lastig te maken. Er is veel geld voor start-ups, het beginnen van een bedrijf, folders, reclame, online marketing, alles om de klant binnen te halen. Dan is de klant binnen en blijkt na een paar jaar dat het financieel niet meer gaat. Voor de daaropvolgende shutdown is geen geld beschikbaar. Als klant of gebruiker krijg je een mail waarin de sluiting van service en website staat aangekondigd en je mag dan proberen een bepaalde periode, een week? een maand?, je eigen gegevens zeker te stellen. Of weg te halen.

De tweede dag van Dish zat ik toevalig een paar stoelen van hem verwijderd en sprak hem even kort. Hij gaf aan dat Hyves een ingewikkelde klus was en dat ze er nog niet uit zijn in hoeverre de data nog presentabel is. Hij hoopt op een fanatiekeling die in de techniek wil duiken en problemen oplossen om de geredde data beter te kunnen presenteren. I wished him luck. "Thanks man". Een volgend gesprek diende zich alweer aan.


Zie ook de blogpost van Ingmar Koch over o.a. deze keynote.